weer merendeels van de Karaïben, in veel minder sterke mate ook van Arowakken, Warau en Bovenlandse Volkeren - hadden vastgelegd, maar een collectie van vergelijkbare grootte als die Cirino in 1970 publiceerde, bestond er niet. Cirino ontsloot het hele vertelspectrum van de Indianen, hun hele leven en kosmologie, omvattend. Cirino koos daarvoor een traditioneel geschreven vorm, eenvoudig en didactisch goed toegankelijk, maar die in wezen dichter stond bij de westerse manier van vertellen, dan bij het authentieke vertellen van de Inheemsen, zoals dat vooral naar voren komt, wanneer bandtranscripties worden gemaakt. Daardoor verloor het vertelmateriaal zeker aan authenticiteit, maar bereikte anderzijds ook vrij gemakkelijk brede lagen van het lezerspubliek, van jong tot oud.
Cirino ging school en bleef zijn leven lang lezen en studeren. Hij was al 60 toen hij in 1989 aan de Landbouwuniversiteit Wageningen zijn studie landschapsplanning in (sub)tropische gebieden afrondde met een studie waarvoor hij stage had gelopen in Afrika: Landschapsarchitectuur in Kiisi Town, Kenya, bezien in relatie tot de politiek. Hij had zich verdiept in landbouw, bosbouw, architectuur en psychologie. Op basis van deze kennis en zijn nimmer aflatende betrokkenheid bij de Indianen werd hij actief op het gebied van ontwikkelingsprojecten in inheemse gemeenschappen.
Ook de grondenrechtenkwestie liet hem niet koud. Onder het motto ‘Grondrechten zijn ook mensenrechten’ was in december 1976 reeds een 150 km lange protestmars gehouden, om een wettelijke regeling voor de bescherming van woon- en leefgebieden van de Inheemsen af te dwingen. De mars vormde ongetwijfeld het hoogtepunt in het bestaan van de KANO en trok ook internationaal de aandacht. In het jaar 2000 was Cirino ook weer aanwezig op door de regering Wijdenbosch georganiseerde busikondre dei, een consultatieronde onder de binnenlandbewoners ten aanzien van de grondenrechtenproblematiek. Ook bij deze gelegenheid wees Cirino op de rechten van de Inheemsen in Suriname.
Hij gebruikte de workshops overigens ook om een pleidooi te houden voor een nationale feestdag voor de inheemsen, in navolging van de andere etnische groepen die immers allen (?) een specifieke dag in nationale context mochten vieren. Zijn voorkeur ging uit naar een dag in juni; de opkomst van de Pleiaden in die maand was immers al eeuwenlang een gedenkpunt voor de Indianen geweest waaromheen landbouw en cultuur werden georganiseerd. Die nationale feestdag heeft André Cirino nooit zien komen. Hij overleed op 6 mei 2003 in Paramaribo.
Karin Boven & Michiel van Kempen