| |
| |
| |
Charlotte I.E.A. van 't Klooster
Het gebruik van medicinale planten door Surinamers in Amsterdam
Dat de bevolking van Suriname veel gebruik maakt van traditionele geneeswijzen naast de moderne geneeswijze is alom bekend. Wie boekhandel Vaco binnenstapt komt met diverse boekjes over medicinale planten weer naar buiten. Behalve bij deze grote bockhandel kun je ook bij de apotheek terecht voor een boekje over medicinale planten waaruit duidelijk wordt dat de traditionele geneeswijze een belangrijke plaats inneemt. Uit deze publicaties blijkt dat de Surinamers grote waarde hechten aan het gebruik van medicinale planten als onderdeel van de Wintireligie en hun kennis over de planten steeds meer willen vastleggen. Maar hoe zit het eigenlijk met de Surinamers die in Nederland zijn gaan wonen?
Of Surinamers in Nederland naast de moderne geneeswijze (Nederlandse gezondheidszorg) ook nog gebruik maken van hun traditionele geneeswijze wordt nergens in de literatuur vermeld. In 1998 is daarom een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van medicinale planten door Surinamers in Amsterdam. In dit artikel wil ik de resultaten presenteren van mijn onderzoek uitgevoerd in de Surinaamse winkel Pikin Nanga Grang Vanodoe Oso (Pngvo) in Amsterdam. Daaruit blijkt dat Surinamers in en rond Amsterdam zeker gebruik maken van hun traditionele geneeswijze om lichamelijke en geestelijke aandoeningen te verhelpen.
| |
Biodiversiteit
Dagelijks worden grote stukken tropisch regenwoud gekapt. Dit gaat gepaard met een drastische afname in biodiversiteit, waardoor veel plantensoorten zullen verdwijnen en daarbij ook het nog niet beschreven potentieel aan medicinale planten. Door het verdwijnen van de traditionele leefwijze van inheemse
| |
| |
volkeren dreigt veel informatie over het gebruik van medicinale planten versnipperd te raken of verloren te gaan.
Het gebruik van medicinale planten of extracten van deze planten en hun actieve componenten om ziekten te genezen, vormt wereldwijd een belangrijk onderdeel van de traditionele geneeswijzen. Volgens de World Health Organisation (Who) is 80% van de bevolking in ontwikkelingslanden primair afhankelijk van deze vorm van gezondheidszorg (Fao 1997: 46). In het Westen was tot voor kort weinig aandacht voor traditionele geneeswijzen, waardoor veel informatie verloren is gegaan. De laatste decennia is de interesse van de Westerse wereld echter sterk toegenomen. In Nederland wordt steeds meer gebruik gemaakt van alternatieve geneeswijzen zoals homeopathie en fytotherapie.
In 1988 is in Chiang May in Thailand een conferentie georganiseerd door de Who, de International Union for Conservation of Nature and Natural resources (Iucn) en de World Wide Fund for Nature (Wwf). Daarbij waren ook traditionele genezers en specialisten op het gebied van medicinale planten en natuurbescherming aanwezig om te discussiëren over de bescherming van medicinale planten en de gevolgen van de achteruitgang in de biodiversiteit. De deelnemers benadrukten dat veel planten, die medicinaal gebruikt worden om lichamelijke en geestelijke ziekten te genezen zowel binnen de traditionele geneeskunde als in de moderne geneeskunde, met uitsterven bedreigd worden. De vraag naar medicinale planten neemt wereldwijd toe. In de Verenigde Staten maakt de farmaceutische industrie op het gebied van medicinale planten een jaarlijkse omzet van 10 miljard US$. In Europa worden de meeste planten geïmporteerd door Duitsland. Volgens de regelgeving van de Cites (Convention of International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) importeert Duitsland jaarlijks 40 soorten bedreigde of beschermde plantensoorten uit 109 landen, met name uit Azië (Fao 1997: 55). Voor Nederland geldt dat in 1994 medicinale planten zijn ingevoerd met een waarde van 11.104 US$ waarmee Nederland vergeleken met Hong Kong (824.212 US$) en Duitsland (86.496 US$), de twee grootste importeurs wereldwijd, een minder belangrijke importeur blijkt te zijn (Fao 1997: 56). Uit welke landen Nederland de medicinale planten importeert, wordt niet vermeld.
Door gebrek aan wetenschappelijk onderzoek bestaat nog steeds twijfel over de werkzaamheid van medicinale planten. Elferink et al. (1968) en later Verpoorte & Dihal (1982, 1987), Nan Zhou et al. (1997), Abdel-Kader et al. (1997, 1998) en Wei Yang et al. (1998) hebben farmaceutisch onderzoek verricht in Suriname naar het gebruik van medicinale planten en hun werkzame stoffen. Die onderzoeken betroffen slechts een aantal algemene Surinaamse plantensoorten. Verpoorte en anderen onderzochten in 1979, 1980 en 1987
| |
| |
een aantal planten op hun antimicrobiële activiteit. De planten werden geselecteerd op hun medicinale werking tegen onder andere diarree, oogontstekingen en geïnfecteerde wonden. Voor de medicinale werking van veel planten hebben de wetenschappers nog geen harde bewijzen kunnen vinden, Niettemin worden medicinale planten door Surinamers veelvuldig gebruikt. Niet alleen in Suriname zelf, ook in Nederland blijken Surinamers regelmatig een medicijnman of ziener (lukuman) te bezoeken. Zo wordt in Amsterdam elk jaar in de zomer het Kwakoe-festival gevierd, een multicultureel festival waar ook medicinale planten worden verkocht. Weinig of geen officiële bronnen vermelden in welke mate Surinamers in Nederland nog steeds gebruik maken van medicinale planten, noch welke planten voor medicinale doeleinden uit Suriname geïmporteerd worden. Aan de hand van een onderzoek uitgevoerd in 1998 wil ik aangeven dat een deel van de Surinamers nog steeds vertrouwt op de traditionele kennis die mee is gekomen naar Nederland.
| |
Doelstelling
De doelstelling van het etnobotanisch onderzoek was in kaart te brengen welke Surinaamse medicinale planten in Nederland verkocht worden en hoe deze gebruikt worden om lichamelijke en geestelijke klachten te verhelpen. Het onderzoek slaat een brug tussen wat is vastgelegd over de Surinaamse cultuur door antropologen (Wooding 1972), wat is genoteerd over medicinaal plantengebruik door biologen (Stahel 1944; Ostendorf 1962) en wat door Surinamers zelf is gedocumenteerd (Sedoc 1975; Heyde 1987; Stephen 1995).
Binnen de Afro-Surinaamse cultuur en religie (Winti) worden veel medicinale planten gebruikt. De disciplines antropologie en biologie zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. Medicinale planten worden gebruikt voor het oplossen van zowel lichamelijke als geestelijke problemen. In de antropologische literatuur wordt veel over medicinaal plantgebruik vermeld, maar worden de planten vaak alleen genoemd bij de lokale naam. Zelden wordt herbariummateriaal verzameld waardoor de wetenschappelijke naam van een plantensoort onzeker blijft. In de Surinaamse literatuur wordt het medicinale plantengebruik uitvoerig beschreven maar de wetenschappelijke namen van de planten ontbreken, zijn vaak foutief of verouderd. In de botanische literatuur worden de wetenschappelijke namen van Surinaamse plantensoorten wel genoemd, maar hier wordt weinig of geen aandacht geschonken aan de inheemse gebruiken van de desbetreffende planten.
| |
Piking Nanga Grang Vanodoe Oso
Om meer te weten te komen over het gebruik van medicinale planten door de Surinamers in Nederland, is een aantal Surinaamse winkels benaderd in
| |
| |
Amsterdam. Om praktische redenen zijn alleen winkels in deze stad bezocht. De eigenaren is gevraagd of zij medicinale planten verkochten. Het onderzoek is uiteindelijk geheel gebaseerd op informatie uit de Surinaamse winkel ‘Piking Nanga Grang Vanodoe Oso’ (Pngvo) in de Eerste Oosterparkstraat 101 te Amsterdam. De eigenaar en zijn familieleden die meewerken in de winkel, zijn Saramakaans van afkomst en komen oorspronkelijk uit het binnenland van Suriname (Goejaba, Gansee). In de andere Surinaamse winkels werden geen verse planten verkocht en was het assortiment van gedroogde kruiden relatief klein vergeleken met Pngvo.
In Pngvo worden de planten veelal vers, gedroogd of diepgevroren verkocht. Er zijn drie vriezers aanwezig waarin de meeste planten bewaard worden (afbeeldingen 1 en 2). Daarnaast worden veel kruidendranken en oliën verkocht, soms zelf gemaakt uit de geïmporteerde planten. Vanwege de grote vraag naar medicinale planten wordt drie keer per week vers materiaal geïmporteerd uit Suriname, waardoor de planten vaak redelijk vers en herkenbaar zijn. Naast medicinale planten worden in de winkel veel Wintiproducten verkocht. Het onderhavige onderzoek richtte zich voornamelijk op medicinale planten.
| |
Inventarisatie medicinale planten
In het kader van het onderzoek werden interviews afgenomen voor de inventarisatie van de verkoop van medicinale planten en werden medicinale gebruiken vastgelegd. Verder werd het verse plantenmateriaal uit Pngvo bestudeerd om de Surinaamse namen te leren. Door vaak in de winkel aanwezig te zijn was het mogelijk een beeld te krijgen van de wekelijks geïmporteerde planten zodat de inventarisatie kon worden bijgewerkt. Naast deze methoden zijn een aantal lijsten met medicinale planten uit Pngvo overgenomen om na te gaan welke planten nog ontbraken.
Tijdens een eerste inventarisatie in 1999 werden medicinale planten waarvan voldoende materiaal aanwezig was (bladeren, bloemen en/of vruchten) ter plekke geïdentificeerd op soort. Dit betrof voornamelijk gecultiveerde planten zoals Terminalia catappa (Combretaceae), Cymbopogon citratus (Poaceae) en Aloe vera (Agavaceae), of planten waarvan de medicinale werking bekend is in de literatuur zoals Psychotria poeppigiana (Rubiaceae). De totale inventarisatie van verse, gedroogde en diep ingevroren planten omvatte ongeveer 200 planten.
| |
Identificatie
Het merendeel van de planten in het magazijn van Pngvo verkeerde in onvoldoende staat om nog op soort te kunnen worden gedetermineerd. Daarnaast was het binnen het tijdsbestek van het onderzoek niet mogelijk alle planten
| |
| |
die verkocht worden in de winkel te determineren en uit te werken. Daarom is een selectie gemaakt. In totaal zijn 26 planten, die niet ter plekke op naam gebracht konden worden, verzameld om bij de Utrechtse vestiging van het Nationaal Herbarium Nederland gedetermineerd te worden. Voor zover mogelijk is elke verzamelde plant op familie, geslacht en soort gedetermineerd met behulp van de Surinaamse plantencollecties aanwezig in het Utrechtse herbarium. Naast de vermelding van de naam zoals bekend in Pngvo (Sranan en Saramakaans) zijn indien bekend plantennamen weergegeven uit andere talen die in Suriname worden gesproken. Deze namen zijn verkregen uit de literatuur (Görts-van Rijn & Jansen-Jacobs 1985-1996; Heyde 1987; Jansen-Jacobs 1997-1998; May 1982; Ostendorf 1962; Pulle 1966-1984; Raghoenandan 1994; Sedoc 1975; Stahel 1944; Stephen 1995; Tjong-Ayong 1989; Wessels Boer et al. 1976), uit persoonlijke, ongepubliceerde aantekeningen van de heer J.C. Lindeman en uit collecties aanwezig in het herbarium. De aantekeningen van Lindeman zullen binnenkort worden gepubliceerd in het index-boek Vernacular Plant Names of Suriname (Van 't Klooster et al.). Daarnaast is van elke plant een korte beschrijving gemaakt en wordt vermeld of de plant in het wild voorkomt en/of gecultiveerd wordt. Wanneer het een wilde plant betreft, kan de soort beschouwd worden als niet-hout-bosproduct (zie over dit begrip verderop in dit artikel). Voor elke geselecteerde plant is vermeld hoe de plant gebruikt wordt in Pngvo. De resultaten uit het onderzoek in de winkel zijn vergeleken met gegevens uit de literatuur. Een overzicht van de resultaten is in het kort weergegeven in tabel 1 (vanaf pagina 278).
| |
Complexiteit in naamgeving en identificatie plantenmateriaal
Tijdens de inventarisatie van medicinale planten in Pngvo werden Sranan plantennamen en Saramakaanse plantennamen door elkaar heen aangetroffen. De plantenlijsten in de winkel waren verwarrend omdat sommige planten dubbel vermeld stonden of alleen in het Saramakaans, waardoor de soortnamen moeilijk of niet te achterhalen waren in de literatuur. Daarnaast blijkt dat sommige Saramakaanse plantennamen zoals gebruikt in Pngvo ook Sranan elementen bevatten zoals wiri of wiwiri in plaats van het Saramakaanse woord uwii dat blad of plant betekent. In de winkel worden de Sranan namen gebruikt omdat veel klanten nier bekend zijn met de Saramakaanse taal, maar hierbij treden inconsequenties op.
Voor de identificatie van de 26 planten die gekocht zijn, was het niet altijd mogelijk om de plant op soort te determineren. Ten eerste omdat de bloemen of vruchten meestal ontbraken. Ten tweede omdat de planten voor de verkoop in een krant gerold worden om te drogen of worden diepgevroren. De
| |
| |
TABEL 1: Overzicht van geïdentificeerde planten in PNGVO met inheemse namen
(Ar = Arowak, Auk = Aukaans, Kar = Karaïbs, Nl = Nederlands, Par = Paramakaans, Sar = Saramakaans, SN = Surinaams-Nederlands en Sr = Sranan) en medicinale gebruiken zoals bekend in PNGVO en in de literatuur.
|
Familie |
Soort |
Inheemse plantennaam zoals bekend in PNGVO |
Inheemse namen uit de literatuur |
Acanthaceae |
Justicia cf. Pectoralis |
papawiri (Sar) |
tonkawiwiri (Sr)
kromantiwiwiri (Sr)
papawintiwiwiri (Sar)
kamereballi (Ar) |
Annonaceae |
Xylopia discreta |
kunje (Sar)
pegreku (Sr)
pedreku (Sr) |
pegreku (Sr)
pedreku (Sr)
echte pegreku (SN)
gewone pegreku (SN)
arara (Ar) |
Apocynaceae |
Allamanda cathartica |
ingiboroemtji (Sr)
wilkensbita (Sar) |
wirkinsibita (Sr)
werkensebita (Sr)
weerkinsibita (Sr)
monimoni (Sr)
srabitji (Sr)
baredaballi (Ar)
kieraporan (Kar) |
Asteraceae |
Rolandra fructicosa |
bokobokosu (Sar)
bookokoosu (Sar)
brokopanjie (Sar)
witibaka (Sr) |
witibaka (Sr) |
Familie |
Gebruik in PNGVO |
Gebruik in literatuur |
Acanthaceae |
Buikproblemen, diarree, menstruatieklachten |
Dysenterie, verkoudheid, hoest, nieraandoening, suikerziekte |
Annonaceae |
Buikpijn/kramp, diarree, baarmoederontsteking, astma, verkoudheid, stoombad voor vaginavernauwing na bevalling en verbetering seksbeleving |
Buikkramp, hoesten, koorts |
Apocynaceae |
Laxeermiddel bij darmproblemen, tegen verkoudheid, hoofdpijn, slapeloosheid, kruidenbaden om lichaam te reinigen |
Braken, malaria, geelzucht, miltaandoeningen, framboesia (tropische ziekte) |
Asteraceae |
Gewrichtsklachten, buik en maagpijn, huidklachten, rugklachten, schurft |
- |
| |
| |
Familie |
Soort |
Inheemse plantennaam zoals bekend in PNGVO |
Inheemse namen uit de literatuur |
Asteraceae |
Struchium
sparganophorum |
bakamuyeh (Sar)
baka-uma (Sr)
seegroto (Sr) |
kromantiwiwiri (Sr) |
Begoniaceae |
Begonia glabra |
kotohati (Sar) |
kowru-ati (Sr)
azijnblad (Nl) |
Bignoniaceae |
Mansoa cf. alliacea |
abonenghe-tatai (Sar)
knofruku-tete (Sr) |
bongonofru (Sr)
gonofru-tite (Sr)
tingi-tite (Sr)
knoflookliaan (Nl)
aboeja-mibia (Ar)
woe-ipole (Kar)
ajoen- tete (Auk) |
Caesalpiniaceae |
Senna occidentalis |
komantisangu (Sar) |
jorkapesi (Sr)
spookerwt (Nl) |
Combretaceae |
Terminalia |
anangoswiti (Sar) |
anangosuti (Par)
fukadi (Ar)
busi-amandra (Sr)
ginja-udu (Sr) |
Euphorbiaceae |
Euphorbia thymifolia |
tjembewiwiri (Sar)
merkiwiwiri (Sr) |
melkiwiwiri (Sr) |
Familie |
Gebruik in PNGVO |
Gebruik in literatuur |
Asteraceae |
Reuma, kneuzingen, winti |
Stuipen, koorts, miltaandoeningen, geelzucht, boze oog |
Bignoniaceae |
Onrust, reuma (pijn-verlichtend), voor reiniging lichaam, kruidenbad voor geluk en winti |
Winti (dansrituelen) |
Bignoniaceae |
Reuma, afslanken, bloeddruk verlagen, tegen onrust en boze geesten |
Reuma, koorts, verkoudheid, goed verloop bevalling, tegen boze geesten |
Caesalpiniaceae |
Miltaandoeningen, buikkramp, baarmoederklachten, uitblijvende menstruatie, zure oprispingen en tegen boze geesten |
Buikkramp, leveraandoeningen, miltaandoeningen |
Combretaceae |
Stoombad voor vaginavernauwing na bevalling en verbetering seksbeleving, baarmoederontsteking |
- |
Euphorbiaceae |
Herpes, zwangerschap, witte vloed en winti |
Buikpijn, diarree, ingewandswormen, blaasontsteking, nieraandoeningen, zure oprispingen, rugpijn, menstruatiestoornissen, bevordert urinelozing |
| |
| |
Familie |
Soort |
Inheemse plantennaam zoals bekend in PNGVO |
Inheemse namen uit de literatuur |
Fabaceae |
Desmodium adscendens |
mapindapinda (Sar)
torban (Sr) |
toriman (Sr) |
Fabaceae |
Lonchocarpus sp |
neku-udu (Sar, Sr) |
neku (Sr) |
Fabaceae |
Lonchocarpus sp |
hogipau (Sar) |
- |
Fabaceae |
Tephrosia sinapou |
wanapu (Sar) |
kunami, bumbi (Sr)
jorokoenang (Ar)
asotjoena (Kar)
isi koena wanapoe (Kar)
asikuna (Kar) |
Lamiaceae |
Hyptis lanceolata |
dyanafaya (Sar) |
fayadyan (Sr)
vayadya (Sr)
knopowiri (Sr) |
Lycopodiaceae |
Lycopodiella cernua |
a moh ma (Sar)
adrangaman (Sr)
pratilobi (Sr) |
umapratilobi (Sr)
sakaman (Sr) |
Familie |
Gebruik in PNGVO |
Gebruik in literatuur |
Fabaceae |
Buikaandoeningen, kruidenbaden voor geluk en positieve aantrekkingskracht |
kruidenbaden voor positieve aantrekkingskracht (sterk magische plant) |
Fabaceae |
Kanker, astma, bronchitis, (vissengif), kruidenbaden voor positieve energie |
Darm en huidkanker, reuma (vissengif) |
Fabaceae |
Obia, winti |
- |
Fabaceae |
Kruidenbad tegen negatieve invloeden (vissengif) |
(Vissengif) |
Lamiaceae |
Verkoudheid, benauwdheid, buikpijn, winti |
Verkoudheid, koorts |
Lycopodiaceae |
Stuipen, beroerte, kruidenbaden, liefdesrelaties verbreken, winti |
Liefdesrelaties verbreken, winti |
| |
| |
Familie |
Soort |
Inheemse plantennaam zoals bekend in PNGVO |
Inheemse namen uit de literatuur |
Melastomataceae |
Aciotis purpurascens |
sombowiwiri (Sar)
beminja uwi (Sar) |
mispel (Sr)
azijnblad (Nl)
busisuriwiwiri (Sr)
swawiwiri (Sr)
zwawiwiri (Sr, Auk) |
Melastomataceae |
Miconia lateriflora |
matubonuwi (Sar)
busismeri-uwi (Sr) |
kaneriwiwiri (Sr) |
Melastomataceae |
Nepsera aquatica |
ingiwiwiri (Sr) |
sakawi (Boni)
vergeet mij nietjes (Nl) |
Moraceae |
Ficus schumacheri |
finu wiwi katu (Sar) |
koemakaballi (Ar) |
Piperaceae |
Peperomia pellucida |
konsakawiwiri (Sr, Sar) |
konsakawiwiri (Sr) |
Piperaceae |
Piper arboreum |
malembetoko (Sar)
gaa maa udu (Sar)
mananeisiwiwiri (Sr) |
aneisiwiwiri (Sr)
malembe malem betoko (Sar)
gewone malembetoko (Sar/Nl) |
Piperaceae |
Piper marginatum |
melembelembe (Sar)
anesiwiwiri (uma) (Sar) |
aneisiwiwiri (Sr)
ma anesi, bosanesi (Sr)
anijsblad (Nl) |
Familie |
Gebruik in PNGVO |
Gebruik in literatuur |
Melastomataceae |
Rugklachten, witte vloed. Ook gebruikt voor frisse adem en als haarversterkingsmiddel |
- |
Melastomataceae |
Winti, lichaam reinigen |
- |
Melastomataceae |
Kanker, buikontstekingen, winti |
- |
Moraceae |
Eczeem, kruidenbaden en voor verkoeling |
|
Piperaceae |
Oogontstekingen, hoge bloeddruk, depressiviteit, gespannenheid, hoofdluizen, gonorroe, stuipen, kruidenbaden voor geluk en winti |
Oogaandoeningen, ptitifinga, voetschimmel (konsaka), bof, stuipen, buikkrampen, gonorroe, hartkloppingen, baarmoederaandoeningen, boze geesten verdrijven |
Piperaceae |
Stoombad voor vaginavernauwing na bevalling en verbetering seksbeleving, kruidenbaden, winti (bosgeest gunstig stemmen) |
- |
Piperaceae |
Stoombad voor vaginavernauwing na bevalling/keizersnede en verbetering seksbeleving, kruidenbaden, verhogen van de potentie |
Verkoudheid, jeuk, buikkrampen, koorts, huidiritaties, braken en baarmoederaandoeningen |
| |
| |
Familie |
Soort |
Inheemse plantennaam zoals bekend in PNGVO |
Inheemse namen uit de literatuur |
Rubiaceae |
Sabicea sp |
kaw sapatu (Sar)
kibriwiwiri (Sr) |
- |
Verbenaceae |
Lippia alba |
pji pji pau (Sar)
malva (Sr) |
blakatikimenti (Sr)
soldatenthee (Nl) |
Zingiberaceae |
Renealmia sp |
pikimasusa (Sar)
pikinmasusa (Sr) |
pikinmasusa (Sr) |
Familie |
Gebruik in PNGVO |
Gebruik in literatuur |
Rubiaceae |
Obia, winti (onzichtbaar maken) |
- |
Verbenaceae |
Verbetert de bloedsomloop, bloedzuiverend, tegen koorts, bloedarmoede, reiniging lichaam kruidenbad |
Koorts, zuiverend voor blaas, tegen bloedarmoede, braken, in kruidenbaden |
Zingiberaceae |
Bloedzuiverend, tegen koorts en stuipen, darmproblemen, verlamming |
- |
| |
| |
planten waren vaak uiteengevallen en de bladeren verdroogd en verkruimeld of waren tot een compact ijsblok samengeperst, war een wetenschappelijke identificatie bemoeilijkte.
Over het gebruik van medicinale planten door Saramaka is weinig of niets bekend. In de gebruikte literatuur wordt zelden een Saramakaanse plantennaam gegeven. Wel werd vaak vermeld tegen welke ziekte de plant gebruikt kon worden, maar niet altijd met een recept. De recepten die genoemd worden zijn echter vaak onvolledig omdat niet duidelijk aangegeven wordt in welke hoeveelheden een plant verwerkt moet worden in een medicijn. Het opzoeken van een plant in de literatuur kost veel tijd omdat: 1) meerdere inheemse namen bekend zijn voor één plant, 2) dezelfde inheemse naam wordt gegeven aan verschillende planten, 3) plantennamen steeds anders gespeld worden (zoals bijvoorbeeld zwawiri, swawiriri; de laatste is de officiële Sranan-spelling) en 4) een register ontbreekt. Hieruit blijkt dat nog veel gedegen etnobotanisch onderzoek nodig is naar het gebruik van medicinale planten in Suriname. In Van 't Klooster et al. (in voorbereiding) zijn alle plantennamen gecorrigeerd met de officiële spelling voor Sranan.
| |
Verkoop belangrijkste medicinale planten
De eigenaars van Pngvo zijn gespecialiseerd in de verkoop van verse medicinale planten en Wintiproducten. Dit maakt deze winkel uniek. Wanneer iemand interesse heeft in een bepaalde plant die weinig of niet verkocht wordt, kan deze op aanvraag geïmporteerd worden vanuit Suriname. De vraag van de klant bepaalt welke planten verkocht worden. De volgende tien planten worden het meest verkocht in de winkel (Parami, de eigenaar, noemde de planten bij de Surinaamse naam):
1. | Begonia glabra (Begoniaceae); kowru-ati (Sr), kotohati (Sar) |
2. | Lippia alba (Verbenaceae); malva (Sr), pji pji pau (Sar) |
3. | Ocimum campechianum (Lamiaceae); smeriwiwiri (Sr) |
4. | Peperomia pellucida (Piperaceae); konsakawiwiri (Sr, Sar) |
5. | Costus arabicus (Costaceae); sangrafu (Sr) |
6. | Euphorbia thymifolia (Euphorbiaceae); merkiwiwiri, Sr), tjembewiwiri (Sar) |
7. | Lycopodiella cernua (Lycopodiaceae); adrangaman (Sr), a moh ma (Sar) |
8. | Lantana camara (Verbenaceae); korsuwiwiri (Sr), makamaka (Sar) |
9. | Eleusine indica (Poaceae); mangrasi (Sr) |
10. | Psychotria poeppigiana (Rubiaceae); apukuroos (Sr) |
Van de tien planten die hierboven genoemd worden zijn Begonia glabra, Lippia alba, Peperomia pellucida, Euphorbia thymifolia, en Lycopodiella cer-
| |
| |
nua opgenomen in de eerder gemaakte selectie en daarom terug te vinden in tabel 1.
In totaal zijn 185 planten geïnventariseerd tijdens het onderzoek. Voor 146 planten was het mogelijk de herkomst te achterhalen (de overige 39 plantennamen zijn niet teruggevonden in de literatuur en daarom kon geen herkomst worden bepaald). Wanneer naar de herkomst van de 146 planten, gekeken wordt, blijkt dat 64% afkomstig is uit het wild, 26% alleen als gecultiveerd gewas voorkomt, 6% in het wild voorkomt maar ook gecultiveerd wordt en 4% gecultiveerd wordt en verwilderd is. Uit deze gegevens blijkt dat nog steeds meer dan de helft van de planten uit het wild afkomstig zijn en daarmee niet-hout-bosproducten zijn. Hieronder wordt verstaan die dierlijke en plantaardige producten die in het bos verzameld worden, behalve commercieel hout (Ros-Tonen et al. 1995). De Engelse term voor niet-hout-bosproducten is Non Timber Forest Products. Deze bosproducten kunnen dienen als voedsel, medicijn, onderdak en andere middelen van bestaan, maar ook als handelsproduct. Volgens Parami zijn de meeste medicinale planten die hij verkoopt uit het wild afkomstig. Hiermee bedoelt hij waarschijnlijk dat de planten die hij invoert niet speciaal voor zijn winkel gecultiveerd worden. Uit het onderzoek blijkt dat medicinale planten niet alleen belangrijk zijn als bosproduct voor de lokale bevolking in Suriname, maar ook als exportproduct, hoewel hierover weinig officiële cijfers beschikbaar zijn.
Wanneer de informatie over het gebruik van medicinale planten in Pngvo vergeleken wordt met de literatuur, blijkt dat 11 van de 26 in dit onderzoek nader bestudeerde planten overeenkomsten vertonen. Voor 12 planten geldt dat deze in Pngvo voor andere doeleinden worden gebruikt dan in de literatuur is teruggevonden. Wegens gebrek aan fertiel materiaal konden 3 planten niet op soort gedetermineerd worden, waardoor geen vergelijking met de literatuur kon worden gemaakt. Voor het medicinale gebruik van de 11 planten die overeenkomsten vertonen met informatie uit de literatuur, geldt dat dit slechts om een aantal toepassingen gaat. De meeste medicinale gebruiken van deze 11 planten waren namelijk helemaal niet bekend in de gebruikte literatuur. Deze literatuur verschaft de meeste kennis over het gebruik van medicinale planten door de Javanen, Creolen en Hindostanen (Heyde 1987, Ostendorf 1962; Raghoenandan 1994; Sedoc 1975; Stahel 1944; Stephen 1995; Tjong-Ayong 1989).
| |
Export van Surinaamse planten naar Nederland
Op de lijn Paramaribo-Amsterdam worden vluchten regelmatig gecontroleerd, zoals dat ook gebeurt met vluchten uit Frankrijk (Parijs) omdat veel passagiers uit Suriname via Frans Guiana en Frankrijk naar Nederland komen.
| |
| |
Via de aankomsthal (personenvervoer) en via de vrachtloods (goederenvervoer) wordt wekelijks ongeveer tweeduizend kilo planten vanuit Suriname ingevoerd. Het betreft dan vaak groenten en fruit. Voor het invoeren van nietbeschermde planten voor particulier gebruik is geen vergunning nodig (wel een exportvergunning). Houtachtige planten worden volgens fytosanitaire bepalingen nooit toegelaten, ook al zijn ze voor particulier gebruik.
Voor de invoer van planten als handelszending is een vergunning vereist. Dit is noodzakelijk om toe te zien op de gezondheidseisen, zoals dat ingevoerde planten gevrijwaard moeten zijn van ziekten en ongedierte. De planten die Nederland binnenkomen staan al geregistreerd met een code bij de Nederlandse douane voordat de vlucht aankomt, zodat bekend is wat de lading van het vliegtuig bevat.
Wanneer het bij controle niet duidelijk is of het een uitheemse bedreigde plantensoort betreft, wordt de Algemene Inspectie Dienst ingeschakeld die bij determinatieproblemen een plantenexpert via de Stichting Nederlandse Plantentuinen raadpleegt. De plantenzendingen moeten bij invoer voor de belasting voorzien zijn van informatie over de herkomst van de planten (uit het wild of gecultiveerd) en de hoedanigheid (vers, gedroogd, verwerkt in een product). De verse groenten worden vervoerd naar Den Haag, Utrecht, Rotterdam en Amsterdam om verkocht te worden op markten en in winkels. Zolang de vraag naar medicinale planten uit Suriname blijft bestaan, draagt export van deze planten naar Nederland bij tot het verwerven van inkomsten uit het natuurlijk bos. De vraag is echter of dit geschiedt zonder dat schade aan het bos ontstaat of het bos gekapt wordt. Uit de Cites-lijsten voor Suriname blijkt dat de planten die door de eigenaar van Pngvo geïmporteerd worden niet met uitsterven worden bedreigd. Toch zijn de meeste planten die in Pngvo verhandeld worden, net zoals de meeste medicinale planten die wereldwijd verhandeld worden, uit het wild afkomstig. Tot op heden worden weinig medicinale planten gecultiveerd om de volgende redenen: 1) sommige planten zijn moeilijk te cultiveren, 2) de plant is slechts in kleine hoeveelheden nodig, 3) gedacht wordt dat de kwaliteit van wild materiaal beter is dan van gecultiveerd materiaal en 4) omdat planten in het wild verzamelen relatief minder kosten met zich mee brengt dan cultivatie. De laatste jaren blijkt toch dat meer aandacht gekomen is voor het cultiveren van planten omdat men inziet dat wildpluk op grote schaal niet duurzaam is en het cultiveren efficiënter blijkt te werken dan wildpluk (Lange 1998: 13-21).
| |
Winti en het gebruik van medicinale planten
In Nederland wordt het begrip ‘Winti’ vaak gebruikt als verzamelnaam voor de Afro-Surinaamse godsdienst. Het Surinaamse woord ‘Winti’ betekent wind,
| |
| |
bezetenheid of geest. Volgens Wooding (1972: 146-153) is de Afro-Surinaamse religie een godsdienst waarin ‘het geloof in gepersonificeerde bovennatuurlijke wezens centraal staat’. Deze wezens kunnen een mens in bezit nemen en het bewustzijn geheel of gedeeltelijk uitschakelen, waarna zij ziekten van bovennatuurlijke aard kunnen genezen. Stephen (1995: 13) beschrijft ‘Winti’ als een sociaal-religieuze cultuur van Afro-Surinaamse oorsprong, die als levensbeschouwing de mens van geboorte tot de dood en zelfs daarna, toevlucht en bijstand biedt. De menselijke geest, die een belangrijke rol vervult in deze godsdienst, wordt scherp gescheiden van de goden. Het godsdienstige leven heeft meer kenmerken dan allerlei vormen van inbezitneming door bovennatuurlijke wezens (winti's) zoals rites, offers, taboes, religieuze baden, magische middelen en geneeswijzen met bovennatuurlijke stoffen. De belangrijkste kenmerken van Winti zijn een sterke binding met voorouders en de oriëntatie op de natuur. Bij Winti-rituelen staat het scheppen en het behouden van een harmonisch evenwicht tussen de mens en de zichtbare en onzichtbare krachten van de natuur centraal (Stephen 1995: 13).
Uit dit onderzoek blijkt dat in Winti veel medicinale planten worden gebruikt. Van de 26 nader bestudeerde medicinale planten wordt meer dan de helft in deze religie toegepast. De planten worden vaak verwerkt in kruidenbaden. De verkoop van Winti-objecten in de winkel (zoals krijt, roestige spijkers, blauwsel etc.) geeft echter aan dat de Winti-religie nog steeds diep geworteld blijkt te zijn in de belevingswereld van de Surinamers in Nederland.
| |
Discussie/conclusies
Uit het onderzoek is gebleken dat Surinamers wonende in en rond Amsterdam zeker gebruik maken van hun traditionele geneeswijze naast de moderne geneeswijze om lichamelijke en geestelijke aandoeningen te verhelpen. De klanten van Parami vragen hem regelmatig om advies of kopen planten in de winkel waarvan zij de medicinale werking zelf goed weten. Een gedeelte van de klanten gaat eerder voor medisch advies naar Parami dan naar een Nederlandse arts. Dit kan zijn vanwege schaamte, taalproblemen, of vanwege een groter geloof in de traditionele geneeswijzen dan in de moderne geneeswijzen. Daarnaast komen klanten voor advies naar Piking Nanga Grang Vanodoe Oso wanneer de moderne geneeskunde geen oplossing kan bieden voor de aanhoudende kwaal en de klant het vermoeden heeft de ziekte met medicinale planten en/of Winti wel te kunnen verhelpen.
Veel planten die in Pngvo gebruikt worden, zijn niet wetenschappelijk onderzocht op werkzame stoffen. De geneeskrachtige werking van Winti-rituelen is ook niet medisch-wetenschappelijk onderzocht. Dit heeft als gevolg dat de traditionele geneeswijze zoals deze wordt uitgeoefend in Pngvo, misschien
| |
| |
niet altijd serieus genomen wordt door de Nederlandse autoriteiten. De geneeskrachtige eigenschappen van een plant zijn vaak nauw verbonden met de Winti-religie, de magie en de rituelen die er mee samengaan. Een religieus placebo-effect is dan ook niet uit te sluiten. Slechts enkele planten zijn erkend om hun werkzaamheid en worden toegepast in de homeopathie en fytotherapie. Desalniettemin bedienen de planten en medische dienstverlening van Pngvo een belangrijk deel van de zorgvraag van Surinamers in Amsterdam en blijkt dat medicinale planten uit Suriname een belangrijk exportproduct zijn waar tot op heden weinig over bekend was.
Kennis over medicinale planten wordt door de Surinamers zelf vastgelegd. Daarnaast worden er zowel in Nederland als in Suriname regelmatig symposia georganiseerd om bijvoorbeeld de Winti-problematiek in de gezondheidszorg meer onder de aandacht te brengen. Uit een symposium dat werd gehouden in 2001 voor psychologen en psychiaters werkzaam in de gezondheidszorg in Amsterdam is een verdrag voortgekomen tussen Suriname en Nederland om meer samen te werken. In 2002 werd een symposium georganiseerd door Carapa (Caribbean Association of Researchers and Herbal Practitioners) over de integratie van traditionele geneeswijze in de moderne geneeswijze in Suriname. Hoewel deze twee geneeswijzen naast elkaar worden toegepast in Suriname verloopt de integratie van de traditionele geneeswijze in de moderne geneeswijze langzaam vergeleken met andere landen in het Caraïbische gebied. Uit deze initiatieven blijkt echter wel dat er grote belangstelling is voor de Surinaamse traditionele geneeswijze in Suriname en in Nederland.
| |
Literatuur
Abdel-Kader, M.S., B.D. Bahler, S. Malone, M.C.M. Werkhoven, F. van Troon, J.H. Wisse, I. Bursuker, K.M. Neddermann, S.W. Momber & D.G.I. Kingston, 1998
‘DNA- Damaging steriodal alkaloids from Eclipta alba from the Suriname rainforest.’ Journal of Natural Products 61 (10): 1202-1208. |
Abdel-Kader, M.S., J.H. Wisse, R. Evans, H. van der Werff & D.G.I. Kingston, 1997
‘Bioactive iridoids and a new lignan from Allamanda cathartica and Himatanthus fallax from the Suriname rainforest.’ Journal of Natural Products 60 (12): 1294-1297. |
Elferink, J.G.R., J.L. van Eijk, T.H. Khouw, A.M.H, van Laer, M.M.A.B. Russel- Gulikers & O.F. Uffelie, 1968
‘Onderzoek naar de bestanddelen van een Surinaamse Aspidosperma species.’ Pharmaceutisch Weekblad 103: 1101-1105. |
FAO (Food and Agriculture Organisation of the United Nations), 1997
‘Medical plants for forest conservation and health care.’ Rome: Fao. (Non Wood Forest Products 11.) |
| |
| |
Görts-van Rijn, A.R.A. (ed.), 1985-1996
Flora of the Guianas. Koenigstein: Koeltz Scientific Books. |
Görts-van Rijn A.R.A. & M.J. Jansen-Jacobs (eds.), 1997-1998
Flora of the Guianas. Kew:. Royal Botanical Gardens. |
Heyde, H., 1987
Surinaamse Medicijnplanten. Medicijnplanten in Suriname (Den dresi wiwiri foe Sranan). 2de druk. Paramaribo: Westfort. |
Klooster, C.I.E.A. van 't, J.C. Lindeman & M.J. Jansen-Jacobs (in voorbereiding)
Index of Vernacular Plant Names of Suriname. |
Lange, D., 1998
Europe's Medical and Aromatic Plants; Their Use, Trade and Conservation. A Traffic Network Report. Cambridge: Traffic International. |
May, A.F., 1982
Surinaams kruidenboek, Sranan oso dresie. Zutphen: De Walburg Pers. |
Nan Zhou, B., N.J. Baj, T.E. Glass, S. Malone, M.C.M. Werkhoven, F. van Troon, D.J.H. Wisse & D.G.I. Kingston, 1997
Bioactive labdane diterpenoids from Renealmia alpinia collected in the Suriname rainforest.’ ‘Journal of Natural Products 60 (12): 1287-1293. |
Ostendorf, F.W., 1962
Nuttige planten en sierplanten in Suriname. 3e druk. Paramaribo: Departement Landbouwproefstation Suriname. (Bulletin. No. 79.) |
Pulle A.A. (ed.), 1966-1984
Flora of Suriname. Vols. 1-4. Leiden: Van Eedenfonds. E.J. Brill. |
Raghoenandan, U.P.D., 1994
Etnobotanisch onderzoek bij de Hindustaanse bevolkingsgroep in Suriname. Paramaribo: Nationaal Herbarium Suriname, Universiteit van Suriname. |
Ros-Tonen, M., W. Dijkman & E. Lammerts van Bueren, 1995
Commercial and sustainable extraction of Non-Timber Forest Products. Wageningen: The Tropenbos Foundation. |
Sedoc, N.O., 1975
Surinaams kruiden- receptenboek (Sranan oso dresie en Nengre- oso sabi). Groningen: Verenigde Reproduktie bedrijven. |
Stahel, G., 1944
De nuttige planten van Suriname. 2e druk. Paramaribo: Departement Landbouw Proefstation Suriname. (Bulletin No. 59.) |
Stephen, Henri J.M., 1995
Winti en hulpverlening: een bijdrage aan de gezondheidszorg in multicultureel Nederland. [Amsterdam:] Eigen beheer. |
| |
| |
Tjong-Ayong, G., 1989
Het gebruik van medicinale planten door de Javaanse bevolkingsgroep in Suriname. Amsterdam: Vrije Universteit. (Doctoraalscriptie.) |
Verpoorte, R. & P.P. Dihal, 1987
‘Medical Plants of Suriname IV. Anti Microbial Activity of Some Medical Plants.’ Journal of Ethnopharmacology 21: 315-318. |
Verpoorte, R., A. Tjin a Tsoi, H. van Doorne & A. Baerheim Svendsen, 1982
‘Medical plants of Suriname I. Antimicribial activity of some medical plants.’ Journal of Ethnopharmacology 5: 221-226. |
Wei Yang, S., B. Nan Zhou, J.H. Wisse, R. Evans, H. van der Werff, J.S. Miller & D.G.I. Kingston, 1998
‘Three New Ellagic Derivatives from the Bark of Eschweilera coriacea from the Suriname Rainforest.’ Journal of Natural Products 61 (7): 901-906. |
Wessels Boer, J.G., W.H.A. Hekking & J.P. Schulz, 1976
Fa joe kan tak' mi no moi. Deel 1 Flora, eerste en tweede helft. Paramaribo: Stinasu. |
Wooding, C.J., 1972
Winti: een Afro-Amerikaanse godsdienst in Suriname. Een cultuurhistorische analyse van de religieuze verschijnselen in de Para. Meppel: Krips Repro. |
|
|