| |
| |
| |
Chan E.S. Choenni
Aantal Surinamers in Nederland: verdubbeld sedert onafhankelijkheid
Een kwart eeuw na de onafhankelijkheid van Suriname is het aantal Surinamers in Nederland verdubbeld. Woonden er in 1975 circa 150.000 Surinamers in Nederland, per 1 januari 2000 is hun aantal verdubbeld naar ruim 300.000 personen. Deze en onderstaande gegevens zijn afkomstig van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). De gegevens zijn door mij bewerkt en geïnterpreteerd. De verdubbeling van het aantal Surinamers in Nederland in 25 jaar is het gevolg van zowel de natuurlijke groei door geboorten als immigratie uit Suriname. In Suriname is mede als gevolg van deze emigratie de bevolking gedurende de afgelopen 25 jaar in geringere mate toegenomen: van ruim 350.000 in 1975 naar circa 450.000 personen in 2000. In 1975 woonden ruim tweemaal zoveel Surinamers in Suriname als in Nederland. In 2000 wonen in Suriname slechts anderhalf maal zoveel Surinamers als in Nederland.: 300.000 versus 450.000.
| |
Niet meer grootste minderheidsgroep
Tot personen van Surinaamse afkomst worden gerekend degenen van wie ten minste een ouder is geboren in Suriname. Degenen die zelf in Suriname zijn geboren horen tot de eerste generatie. Tot de tweede generatie worden gerekend degenen van wie ten minste één van de ouders in Suriname is geboren. Dus personen van gemengde Surinaamse-autochtone afkomst worden in Nederland tot de Surinaamse groep gerekend. De derde generatie, dat zijn de kinderen van de tweede generatie worden voorlopig niet tot de Surinaamse groep gerekend. Zij worden niet als allochtoon i.c. Surinamer geregistreerd. Naar schatting behoren momenteel ruim 3.000 personen tot de derde generatie (Surinamers).
Vermeldenswaard is dat Surinamers niet meer de grootste etnische minderheidsgroep in Nederland zijn. Dat zijn nu de Turken. Op 1 januari 2000 woonden 308.890 Turken versus 302.515 Surinamers in Nederland. Het aantal Surinamers zal echter blijven toenemen. Volgens voorspellingen zullen in 2015 ongeveer 400.000 Surinamers in Nederland wonen. Marokkanen die in 2000 met 262.220 personen de derde grootste minderheidsgroep vormden, zullen - tenzij de geboortecijfers drastisch verminderen - in 2015 met ruim 400.000 personen de tweede grootste etnische minderheidsgroep vormen, gevolgd door Surinamers. Surinamers maken momenteel bijna twee procent van de Nederlandse bevolking uit, die op 10 maart 2001 zestien miljoen personen omvatte. De geringere groei van de Surinamers ten opzichte van Turken en Marokkanen heeft onder meer te maken met het gedaalde vruchtbaarheidscijfer onder Surinaamse vrouwen. Het kindertal van in Suriname geboren vrouwen in de jaren negentig is gedaald van 1,9 naar 1,7. Dit aantal is bijna gelijk aan dat van de autochtone Nederlandse vrouwen (1,6), maar beduidend lager dan het gemiddeld aantal kinderen van vrouwen in Suriname, dat gemiddeld 2.6 bedraagt. Er is voorts een tendens dat de tweede generatie Surinaamse vrouwen op latere leeftijd kinderen krijgt.
| |
| |
| |
Meer Surinaamse vrouwen dan mannen
Een bijzonder gegeven is dat in Nederland meer Surinaamse vrouwen zijn dan Surinaamse mannen: 52% versus 48%. Met name in de oudere leeftijdscategorieën is het verschil opvallend. Uit tabel 1 blijkt dat bij de jongeren nog sprake van een oververtegenwoordiging
Tabel 1: Surinamers per 1 januari 2000 naar leeftijdsklasse en geslacht
|
Leeftijdsklasse |
Mannen |
Vrouwen |
Totaal |
0-14 |
39.345 |
38.035 |
77.380 |
15-29 |
38.690 |
40.660 |
79.350 |
30-44 |
39.395 |
45.810 |
85.205 |
45-54 |
16.320 |
17.220 |
33.540 |
55-64 |
7.410 |
8.330 |
15.740 |
65 en ouder |
4.190 |
7.115 |
11.305 |
Totaal |
145.350 |
157.160 |
302.515 |
van mannen; er zijn ruim 1300 meer Surinaamse jongens dan meisjes. Maar vooral in de leeftijdgroep van 30-45 is sprake van een opvallende oververtegenwoordiging van vrouwen ten opzichte van mannen: 54% versus 46% oftewel 8% meer Surinaamse vrouwen dan mannen. Deze oververtegenwoordiging heeft te maken met enerzijds de migratie van meer vrouwen (vaak éénouder gezinnen met kinderen) en de oververtegenwoordiging van vrouwen in de Caraïbische in casu Surinaamse populatie. Uit CBS gegevens blijkt dat tussen 1990-1998 liefst 58,6% van de ruim 17.000 Surinamers die in deze periode naar Nederland zijn gemigreerd vrouw was. Wellicht speelt ook het riskantere levenspatroon van Surinaamse mannen een rol. Immers vrij snel na de oververtegenwoordiging van mannen in de jongere populatie is bij de Surinaamse volwassenen een kentering waarneembaar in de sekse-verhouding.
Dat in de leeftijdgroep van 45 plussers en sterker nog bij 65 plussers meer vrouwen te vinden zijn dan mannen is een normaal patroon. Vrouwen leven immers gemiddeld langer dan mannen. Bij de 55-64 jarigen is de verhouding 53% vrouwen versus 47% mannen. Bij de 65 plussers (de bejaarden) is de verhouding nog schever: 63% vrouwen versus 37% mannen.
| |
Geringere vergrijzing
Van de ruim 11.000 Surinaamse 65 plussers behoren 1.670 tot de hoogbejaarden (80 plussers). Daarvan was op 1 januari 2000 bijna tweederde vrouw (1.190). Vergeleken met autochtone Nederlanders is de Surinaamse populatie nauwelijks vergrijsd. Het aandeel 65 plussers bij Surinamers bedraagt slechts 3,7% van de Surinaamse populatie, terwijl dit aandeel bij de Nederlandse populatie liefst 13,5%
| |
| |
is. Bij de hoogbejaarden is het aandeel bij Surinamers 0,6% versus 3,1% bij de autochtone Nederlanders. Indien wij de Surinaamse 55 plussers ook tot de ouderen rekenen dan is het aandeel Surinaamse ouderen 9%, terwijl het aandeel 55 plussers bij de utochtone Nederlandse populatie 20,3% bedraagt. Dat de Surinaamse populatie momenteel nog geen omvangrijke groep 65 plussers kent heeft deels te maken met het migratiepatroon. Er zijn verhoudingsgewijs minder ouderen gemigreerd. Niettemin is het onmiskenbaar dat bij Surinamers een geringere vergrijzing optreedt vergeleken met de autochtone Nederlandse populatie. Een aanzienlijk deel van de Surinamers overlijdt vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. Al met al kan worden vastgesteld dat de Surinaamse populatie meer vrouwen dan mannen telt en relatief minder ouderen vergeleken met autochtone Nederlanders.
Tabel 2: Surinamers per 1 januari 2000 naar vier leeftijdsgroepen en geslacht
|
Leeftijdsklasse |
Mannen |
Vrouwen |
Totaal |
0-14 jeugd |
39.345 |
38.035 |
77.380 (25,6%) |
15-24 jongeren |
25.270 |
25.700 |
50.970 (16,8%) |
25-55 volwassenen |
69.115 |
82.990 |
152.105 (50,3%) |
55 plussers |
11.600 |
27.045 |
27.045 (8,9%) |
Totaal |
145.350 |
157.160 |
302.515 (100%) |
| |
Jongeren en tweede generatie
De Surinaamse populatie kan worden getypeerd als een relatief jonge bevolking vergeleken met de autochtone Nederlandse bevolking. De Turkse en vooral Marokkaanse bevolking telt echter verhoudingsgewijs nog meer jongeren dan de Surinaamse bevolking. Wanneer wij in tabel 2 kijken naar het aandeel van de jongere leeftijdsgroepen dan valt op dat de jeugd (0-14 jaar) liefst een kwart van de Surinaamse populatie uitmaakt. Als wij de jongeren van 15-25 jaar die een zesde van de Surinaamse populatie vormen, meerekenen tot de bredere categorie jongeren dan hoort ruim 42% tot de jongere bevolking. De volwassenen van 25-55 jaar vormen de helft van de bevolking. De ouderen bijna een tiende van de Surinaamse populatie.
De eerder geconstateerde oververtegenwoordiging van het aantal Surinaamse vrouwen ten opzichte van Surinaamse mannen is vooral waar te nemen bij de groep volwassenen van 25-55 jaar. Met bijna 9% oftewel 13.875 meer Surinaamse vrouwen dan mannen is het niet verwonderlijk dat in de Surinaamse gemeenschap dit verschijnsel vrij regelmatig onderwerp van gesprek is. Met name vrouwen klagen erover dat er te weinig Surinaamse mannen beschikbaar zijn als partner. Bij de Surinaamse jongeren is er echter nauwelijks sprake van een groot verschil in de sekse-verhouding. Zo is er bij de 20-24 jarigen slechts een oververtegenwoordiging van ruim 500
| |
| |
Surinaamse vrouwen (12.290 vrouwen versus 11.780 mannen). Dat bij de Surinaamse jongvolwassenen te weinig Surinaamse mannen in de huwbare of relatieleeftijd zouden zijn is op grond van deze bevolkingsaantallen niet aan te tonen.
Gaandeweg is het aandeel van de tweede generatie Surinamers toegenomen in de Surinaamse populatie. Per 1 januari 2000 zijn twee van de vijf Surinamers in Nederland hier geboren.
Tabel 3: Surinamers per 1 januari 2000 naar generatie en geslacht
|
|
Mannen |
Vrouwen |
Totaal |
Eerste generatie |
85.020 |
98.225 |
183.245 (60,6%) |
Tweede generatie |
60.330 |
58.940 |
119.270 (39,4%) |
Totaal |
145.350 |
157.165 |
302.515 (100%) |
Binnen afzienbare tijd zal de helft van de Surinamers in Nederland tot de tweede generatie behoren. Het is begrijpelijk dat vooralsnog de categorie tweede generatie Surinamers
Tabel 4: Surinamers in Nederland per 1 januari 2000 naar leeftijdsklasse en burgerlijke staat
|
|
ongehuwd |
gehuwd |
verweduwd |
gescheiden |
totaal |
0-14 |
77.380 |
|
|
|
77.380 |
15-29 |
67.675 |
9.175 |
25 |
2.465 |
79.350 |
30-44 |
31.845 |
32.445 |
460 |
20.450 |
85.205 |
45-54 |
6.540 |
15.060 |
760 |
11.200 |
33.540 |
55-64 |
1.885 |
7.590 |
1.180 |
6.245 |
15.740 |
65+ |
1.470 |
395 |
755 |
190 |
11.305 |
totaal |
186.820 |
68.605 |
5.415 |
41.675 |
302.515 |
vooral uit jongeren bestaat; 60% van de tweede generatie Surinamers is jonger dan 15 jaar.
Het valt op dat bij de tweede generatie Surinamers de onevenwichtigheid naar sekse grotendeels is opgeheven. Bij deze generatie is er een oververtegenwoordiging van ruim 1.300 mannen. Bij de eerste generatie Surinamers is er daarentegen een oververtegenwoordiging van 13.000 vrouwen.
Al met al kan worden geconstateerd dat gelet op de ontwikkeling bij de tweede generatie gaandeweg de onevenwichtigheid in de sekse-verhouding bij de Surinamers in Nederland zal worden verkleind.
| |
| |
| |
Veel ongehuwde en gescheiden volwassenen
Een ander opvallend kenmerk van de Surinaamse populatie in Nederland is het grote aantal ongehuwde en gescheiden volwassenen vergeleken met andere etnische groepen - op de Antillianen na. Het grote aantal ongehuwde volwassenen heeft te maken met Surinaamse en meer in het bijzonder creoolse cultuurpatronen. Binnen de creoolse bevolkingsgroep huwt minder dan de helft. Uit tabel 4 blijkt bijvoorbeeld dat in de leeftijdsgroep van 30-44 jarigen het aantal gehuwde en ongehuwde volwassenen bijna even groot is. Bij de iets jongere leeftijdsgroep - de twintigers - is de overgrote meerderheid ongehuwd. Van de groep 20-24 jarigen is minder dan tien procent gehuwd (2.055 van 24.070); van de groep 25-29 jarigen een kwart (7.035 van de 28.355). Vrouwen zijn gemiddeld vaker gehuwd dan mannen.
Een bijzondere kenmerk van de Surinaamse volwassenen populatie is het grote aantal gescheiden personen. Het totaal aantal gehuwden
Tabel 5: Steden met meer dan 2.000 Surinamers per 1 januari 2000
|
Amsterdam |
71.215 |
Arnhem |
2.930 |
Rotterdam |
50.045 |
Tilburg |
2.810 |
Den Haag |
41.605 |
Purmerend |
2.725 |
Almere |
10.375 |
Spijkenisse |
2.710 |
Zoetermeer |
6.560 |
Dordrecht |
2.580 |
Utrecht |
6.440 |
Nieuwegein |
2.385 |
Zaanstad |
3.475 |
Delft |
2.220 |
Lelystad |
3.360 |
Haarlemmermeer |
2.115 |
Eindhoven |
3.355 |
Schiedam |
2.060 |
Capelle a/d IJssel |
3.155 |
Leiden |
2.055 |
Groningen |
3.125 |
|
|
èn gescheiden Surinamers bedraagt 110.380. Daarvan zijn 41.675 gescheiden; dat is 38%. Van de relevante autochtone Nederlandse populatie is 31% gescheiden. Het aantal scheidingen onder Surinamers is dus hoger dan onder autochtone Nederlanders. Dat onder mannen is gemiddeld lager dan onder vrouwen met name in de leeftijdscategorie 30-39 jaar (4.690 versus 7.910). Blijkbaar hertrouwen Surinaamse mannen vaker dan Surinaamse vrouwen. Deze conclusie wordt verstrekt door het grote verschil tussen het aantal weduwnaren en weduwen: slechts 835 Surinaamse weduwnaren versus 4580 Surinaamse weduwen. Kennelijk hertrouwen dc weduwnaren veel vaker dan de weduwen. Nog niet zo lang geleden was het binnen de hindoestaanse bevolkingsgroep bovendien gebruik dat weduwen niet hertrouwden.
| |
Meer in Almere dan in Utrecht
Van oudsher hebben Surinamers zich voornamelijk gevestigd in de grote steden. In de
| |
| |
drie grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag woont thans ruim de helft (53,3% oftewel 162.865 personen) van de Surinaamse populatie. Bijna een kwart van de Surinamers in Nederland woont in Amsterdam; een vijfde woont in Rotterdam en bijna 1 op de 7 Surinamers woont in Den Haag. In deze steden maken Surinamers voorts een substantieel deel van de bevolking uit. In Amsterdam is 1 op de 10, Rotterdam 1 op de 12 en in Den Haag 1 op de 11 inwoners van Surinaamse afkomst.
Zeer opmerkelijk is de ontwikkeling dat in Almere op 1 januari 2000 ruim 10.000 Surinamers woonden; zij vormen een substantieel deel van de bevolking van deze nieuwe stad. In Almere wonen meer Surinamers dan in de stad Utrecht. Ook in Zoetermeer wonen momenteel iets meer Surinamers dan in Utrecht. Het feit
Tabel 6: Steden met 1.000-2.000 Surinamers per 1 januari 2000
|
Breda |
1.880 |
Nijmegen |
1.455 |
Diemen |
1.870 |
Alkmaar |
1.390 |
Haarlem |
1.845 |
Amersfoort |
1.260 |
Enschede |
1.815 |
Hoogezand-Sappermeer |
1.255 |
Hoorn |
1.795 |
Alphen aan den Rijn |
1.225 |
Den Bosch |
1.740 |
Maarssen |
1.180 |
Amstelveen |
1.685 |
Leidschendam |
1.105 |
Rijswijk |
1.565 |
Zwolle |
1.065 |
dat in dergelijke nieuwe steden of groeikernen - ook wel bekend als Vinexlocaties - waaronder Nieuwegein, Purmerend, Lelystad, Capelle aan de IJssel en Spijkenisse enkele duizenden Surinamers wonen indiceert dat Surinamers vanuit de grote steden verhuizen naar deze steden waar meer ééngezinswoningen zijn. Het indiceert tevens dat er sprake is van een groeiende middenklasse onder Surinamers.
| |
Steeds vaker in middelgrote steden
Als gevolg van het zogeheten opvang- en spreidingsbeleid van de jaren zeventig zijn in verschillende gebieden van Nederland terechtgekomen. Zo wonen relatief veel Surinamers in steden als Hoogezand-Sappermeer, Enschede, Zwolle en Amersfoort (zie tabel 6).
Surinamers hebben zich gaandeweg vanuit een grote stad gevestigd in een zogeheten naburige overloopgemeente. Een aantal van deze gemeenten telt meer dan 1.000 Surinamers, zoals Amstelveen, Diemen, Rijswijk, Leidschendam, Maarssen en Alphen aan de Rijn. In de kleine stad Hoorn wonen relatief veel Surinamers; een deel is verhuisd van Amsterdam naar ééngezinswoningen in Hoorn. Dat echter niet alleen moet worden gekeken naar de bevolking per stad maar soms naar stadsdeel is te illustreren aan de hand van het voorbeeld het stadsdeel Amsterdam Zuidoost (de Bijlmermeer). In Amsterdam Zuidoost wonen ruim 25.000 Surinamers; zij vormen circa 30% van de stadsdeelbevolking. Deze Surinamers drukken hun stempel op dit stadsdeel, dat vaak als klein Paramaribo wordt gekenschetst.
| |
| |
Wanneer wij kijken naar spreiding van Surinamers op provincieniveau dan blijkt dat Surinamers in alle provincies zijn gevestigd. De hoogste concentratie is waar te nemen in de provincie Zuid-Holland. Zuid-Holland is wat bevolkingsaantal de grootste provincie (3.378.300 inwoners) gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant. Surinamers maken bijna vier procent van de bevolking van provincie Zuid-Holland uit, terwijl hun landelijk aandeel in de bevolking bijna 2% is. Er wonen dus tweemaal zoveel Surinamers in de provincie Zuid-Holland als in de rest van Nederland. De grote concentratie van Surinamers in deze provincie is ook zichtbaar te maken op een andere manier. Van de Surinaamse populatie in Nederland woont bijna 43% in de provincie Zuid-Holland
Tabel 7: Surinamers per 1 januari 2000 per provincie
|
Provincie |
man |
vrouw |
totaal |
Groningen |
3.025 |
2.810 |
5.930 |
Friesland |
1.395 |
1.440 |
2.825 |
Drenthe |
860 |
775 |
1.630 |
Overijssel |
2.390 |
2.400 |
4.790 |
Flevoland |
6.825 |
7.485 |
14.305 |
Gelderland |
5.160 |
5.240 |
10.400 |
Utrecht |
7.950 |
8.430 |
16.380 |
Noord Holland |
44.765 |
49.670 |
94.440 |
Zuid Holland |
61.875 |
67.300 |
129.175 |
Zeeland |
1.150 |
1.165 |
2.310 |
Noord Brabant |
8.550 |
8.885 |
17.440 |
Limburg |
1.405 |
1.564 |
2.875 |
totaal |
145.355 |
157.160 |
302.510 |
In de provincie Noord Holland woont 31% van de Surinamers. Driekwart van de Surinamers woont dus in deze twee westelijke provincies. Hoewel er meer Surinamers in de provincies Noord-Brabant en Utrecht wonen dan in de provincie Flevoland is het aandeel van Surinamers in de bevolking van de provincie Flevoland met 4,7% het hoogst. Er wonen in deze qua inwonertal kleinste provincie meer Surinamers dan grotere provincies als Gelderland en Limburg. In Maastricht wonen slechts 355, in Heerlen 385 en in Venlo 355 Surinamers. In de stad Vlissingen van de dunbevolkte provincie Zeeland wonen 610 en in de hoofdplaats Middelburg 430 Surinamers. Ook in de provincie Drenthe wonen weinig Surinamers; zo telt Assen 365 en Emmen 410 Surinamers (zie tabel 7).
| |
| |
| |
Tot slot
Over één van de belangrijke kenmerken van de Surinaamse populatie, namelijk de Surinaams-etnische afkomst ontbreken betrouwbare gegevens. Deze worden niet bijgehouden. Op basis van steekproef tellingen en beredeneerde schatting wordt ervan uitgegaan dat de creoolse en hindostaanse bevolkingsgroep ieder ruim 40% van Surinaamse populatie uitmaken. Javanen maken minder de 10% uit en overige groep bestaat ondermeer uit marrons, en chinezen. Creolen wonen vooral in Amsterdam en Rotterdam, hindostanen vooral in Den Haag, Rotterdam en verspreid over Nederland. Een substantieel deel van de marrons woont in Tilburg en de javanen wonen in Rotterdam en bijvoorbeeld in Hoogezand-Sappermeer.
Volgens voorspellingen van de bevolkingstatistiekbureau van de Verenigde Naties zal in 2015 Suriname waarschijnlijk 550.000 inwoners tellen. In 2015 zullen in Nederland 400.000 Surinamers wonen. Wanneer wij de Surinamers uit de Verenigde Staten, Antillen en andere landen hierbij optellen zal de Surinaamse populatie over vijftien jaar circa één miljoen personen omvatten. In 2000 omvatte de totale Surinaamse populatie (in Suriname en daarbuiten) ruim driekwart miljoen personen. In 1975 bedroeg de Surinaamse populatie ruim een half miljoen personen. De afgelopen 25 jaar is de Surinaamse populatie dus met een derde gegroeid. Dat de groei van de Surinaamse bevolking groter is geweest in Nederland dan in Suriname heeft natuurlijk voor een groot deel te maken met de emigratie naar Nederland.
| |
Literatuur
Bevolkingsvraagstukken anno 2000, NIDI, WPRB 58, Den Haag 2000. |
CBS, Statistisch Jaarboek 2000, Voorburg 2000. |
CBS, Maandstatistiek september 2000, Voorburg 2000. |
CBS, Maandstatistiek oktober 2000, Voorburg 2000 |
CBS, Allochtone in Nederland 2000, Voorburg 2000 |
CBS, Index, feiten en cijfers over onze samenleving oktober 2000, Voorburg 2000. |
Dr. Chan Choenni promoveerde in 1995 aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift Kleur in de krijgsmacht: de integratie van Surinaamse jonge mannen in Nederland. Hij is thans als coördinerend beleidsmedewerker werkzaam op het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
|
|