Frans Bubberman
In memoriam commissaris J. Douglas (Suriname 1912-1993)
Jim, een laatste groet, een laatste woord.
Wat kon jij and'ren inspireren.
Wat kon jij de vele vriendschapsbanden,
jou zo eigen, laten groeien.
Onvermoeibaar ging je voort
om je mensen steeds te motiveren
voor het werk van hún handen.
Wat kon jij, oprecht, een ieder boeien!
Voor ons achterblijvers onvoorstelbaar, dat Jim Douglas niet meer in ons midden is. Voor hem telden de jaren eigenlijk niet omdat zijn altijd bezige geest hem zo jong deed blijven. Maar tegen dat auto-ongeluk op 2 september 1993 bij Moengo bleek hij niet opgewassen en wellicht mogen wij dankbaar zijn, dat hem in elk geval een langdurig ziekbed bespaard is gebleven.
Een vruchtbaar leven van 81 jaren is voorbij. Een leven dat, gerijpt in de harde en niet altijd logische leerschool van het koloniaal bestuur, een historisch belangrijk tijdperk heeft overbrugd. En een leven dat daaruit al die positieve waarden heeft geselecteerd, waarmede zoveel andere levens verder kunnen gaan.
Hoewel Jim ooit op 18-jarige leeftijd aan de slag ging in de landbouwsector, op plantage Johannesburg, zal hij toch steeds vereenzelvigd blijven met het Korps Gewapende Politie, dat hem ook op 5 oktober de laatste eer bewees. Bij de politie lag zijn hart, daar kon hij zijn gevoelens van en voor een rechtvaardig gezag beleven en daar kon hij dwars door alles heen bijdragen aan de voor elke burger zo essentiële rechtszekerheid. In 1932 als onbezoldigd volontair toegevoegd aan een Inspecteur van Politie, passeerde hij alle halte's, van straatagent via brigadier, hoofdagent, Inspecteur en Hoofdinspecteur tot Korpschef in 1955.
Een lange lijst van gedenkwaardige activiteiten en gebeurtenissen kenmerkt Jimmy's politieloopbaan, niet in de laatste plaats de totstandkoming van het Politie-opleidings-centrum te Zorg en Hoop in 1955. Zijn speurzin en zijn ijzeren geheugen, zijn gevoel voor verhoudingen en zijn doorzettingsvermogen, zijn kritische instelling en zijn enthousiasme en charme, dit karakter maakte hem bij zovelen, van hoog tot laag, tot vriend.
In 1959 brak een andere levensfase aan met de positie van Districtscommissaris, Jim op het lijf geschreven. Voor het district Commewijne kon hij, geschoold in de uitoefening van pragmatisch gezag en met open oog en oor voor de buitenman, een soort vader worden voor allen voor wie hij zich verantwoordelijk wist.
Het was daar, in Commewijne, dat de grondslag werd gelegd voor weer een volgende fase in zijn werkzame leven. Dit werd de periode dat hij zich naast zijn werk als districtsbestuurder ging inzetten voor een betere waardering van de Surinaamse geschiedenis. Het openluchtmuseum Nieuw-Amsterdam, door hem geïnitieerd en tot wasdom gebracht, werd een begrip in binnen- en buitenland. Hetzelfde kan worden gezegd van het reeds gevestigde Surinaams Museum, dat Jim na zijn pensionering in 1972 nog tien jaren als Directeur diende en dat hij tot een nationaal symbool uitbouwde.
Zijn altijd sterk persoonlijke contacten met deskundigen van heinde en verre op het gebied van wetenschap en cultuur brachten Suriname uitgebreid over de horizon. En vooral in deze wisselwerking met de buiten-