grote steden zoals Rotterdam, Amsterdam, Utrecht, de regio Lelystad/Emmeloord en de regio Noord-Brahant (Breda, Tilburg en Eindhoven).
Het is moeilijk inzicht te krijgen in de maatschappelijke positie van de Surinaamse Indianen in Nederland. De Surinaamse Indianen staan niet als aparte etnische groepering in Nederland geregistreerd. Bovendien zijn er Indianen met de Nederlandse en Surinaamse nationaliteit. Op basis van gesprekken met sleutelfiguren uit de Surinaams indiaanse gemeenschap kunnen wel indicaties verkregen worden van de positie van de Surinaamse Indianen. Volgens enkele woordvoerders is er in de indiaanse gemeenschap in Nederland sprake van een achterstandspositie op de terreinen onderwijs, arbeid en welzijn. Deze achterstandspositie manifesteert zich voornamelijk bij de groep vrouwen, ouderen en jongeren.
De onderwijssituatie van de indiaanse ouderen wordt gekenmerkt door een, over het algemeen, laag onderwijsniveau. Onder de groep ouderen komt nog veel analfabetisme voor en veel oudere Indianen kunnen geen goed Nederlands lezen en schrijven. Dit betekent dat men hulp nodig heeft voor het verkrijgen van informatie, het invullen van formulieren, etc. Geschat wordt dat 90% van de indiaanse ouderen boven de 50 jaar werkloos is. Als gevolg van het lage opleidingsniveau, de slechte beheersing van de Nederlandse taal en de hoge werkeloosheid, bevinden veel ouderen zich in een sociaal isolement. Zij kunnen alleen terugvallen op de eigen familie en indiaanse kennissen. Door het gevoerde spreidingsbeleid van de Nederlandse overheid wonen veel familieleden en kennissen in andere steden in Nederland, waardoor men veel moet reizen om hen te bezoeken. Ook maken veel Surinaams indiaanse ouderen nauwelijks gebruik van de Nederlandse gezondheidszorg. Men vertrouwt veelal op de eigen kruiden en geneesmiddelen, voor zover die verkrijgbaar zijn in Nederland. Veel oudere Surinaamse Indianen hebben psychosomatische klachten. Doordat het ziektebeeld van Surinaamse Indianen veelal afwijkt van de bekende ‘westerse’ ziektebeelden, wordt een enkele keer een familielid in Suriname geconsulteerd.
Er is sprake van een hoog uitvalpercentage van de indiaanse jongeren op Nederlandse scholen. Bijna 80% van de jongeren heeft alleen lager onderwijs gevolgd. De doorzetters hebben MAVO of een lagere beroepsopleiding. De redenen hiervoor houden verband met de andere culturele achtergrond van de indiaanse jongeren. Doordat de indiaanse vaardigheden en normen en waarden afwijken van de Nederlandse cultuur, vinden de jongeren nauwelijks aansluiting bij het Nederlandse onderwijssysteem. In tegenstelling tot het Nederlandse onderwijs is het indiaanse onderwijs bijvoorbeeld veel meer op het individu gericht. Deze eigen normen en waarden van de Indianen worden in het Nederlandse onderwijs te weinig onderkend, hetgeen tot gevolg heeft dat veel indiaanse jongeren knelpunten ervaren in het onderwijs. Zij kunnen moeilijk terugvallen op de hulp van de ouders omdat deze vaak onbekend zijn met het Nederlandse onderwijs. Veel jongeren verlaten bovendien voortijdig de school en gaan op zoek naar werk.
Als gevolg van het geringe onderwijsniveau is de arbeidspositie van de indiaanse jongeren erg zwak. Er is sprake van een hoge werkloosheid. Geschat wordt dat 60% van de indiaanse jongeren werkloos is. Veel jongeren die afkomstig zijn uit Surinames rurale gebieden, hebben vaardigheden ontwikkeld (zoals het werk in de bosbouw in Suriname) die nauwelijks bruikbaar zijn in Nederland. Daarnaast worden de indiaanse jongeren bij het zoeken naar een baan regelmatig geconfronteerd met discriminatie. Doordat de Indiaan over het algemeen een trots persoon is met een groot gevoel van eigenwaarde, nodigen dit soort ervaringen niet uit tot een