En dan bevat dit nummer, naast al dit werk van Trefossa zelf, de getuigenissen van mensen die hem hebben meegemaakt. De rede die prof. Jan Voorhoeve bij de begrafenis van Henny de Ziel heeft uitgesproken: ‘Het zal u misschien vreemd in de oren klinken, vrienden van Henny de Ziel, van zo'n vredelievend man als Henny was, dat ik hem toch in de eerste plaats zie als een vrijheidsstrijder.’ Alleen al vanwege deze rede, die van de cassetteband is afgeschreven, is dit nummer van Mutyama een uniek document. Maar ook om de herinneringen aan Trefossa's persoonlijkheid van Thea Doelwijt, Noor Nelom (‘Toen mijn zoon geboren werd kreeg ik een kaart van Henny waarop hij schreef: “Voed hem op als een vrij mens.” Dat was Henny.’), Jacques Grando, Adelia Belfor. En om het prachtige ‘In gesprek met Hulda de Ziel-Walser’ van Ida Maria Chin.
Tenslotte zijn er de beschouwingen over het werk van Trefossa. Van Albert Helman is de analyse van een van Trefossa's latere gedichten, ‘Humor in Excelsis’, herdrukt. In een mooi geschreven opstel laat Hein Eersel zien wat voor hem de kern van Trefossa's dichterschap is: ‘Wie Trefossa wil lezen (en verstaan) moet bij het gedicht Bro beginnen en telkens tot dit gedicht terugkeren.’ Het opstel van Theo Para, ‘Waarom Trefossa, juist nu?’ vind ik, tot mijn spijt, een minder geslaagde bijdrage. Het bevat veel weinigzeggende uitspraken en laat verder zien hoe Para erin slaagt in Trefossa te lezen wat hij erin wíl lezen (bijvoorbeeld een ‘fundamenteel materialistische gedachte’). Interessant is weer wel het stuk ‘Suriname, zing!’ van Ida Maria Chin, over Henny de Ziel's inspanningen met betrekking tot het Surinaamse volkslied, waaruit onder andere blijkt dat hij voorstander was van een andere melodie, gecomponeerd door de Surinaamse componist Johannes Helstone.
Er is een nalatenschap van Henny de Ziel. In Ala poewema foe Trefossa mochten we daar al iets van zien. Dankzij de medewerking van mevrouw Hulda de Ziel-Walser krijgen we er in dit nummer van Mutyama weer iets meer van te zien. Voldoende om te beseffen dat het hier om een kostbaar cultuurgoed gaat, dat met de grootste zorg bewaard moet worden en wellicht tezijnertijd - na zorgvuldig beraad over de wijze waarop - geheel of voor een groot deel uitgegeven kan worden.
Hopelijk is deze herdenkingsuitgave een inspiratie voor nieuwe analyses van Trefossa's poëzie. Een bundel beschouwingen over zijn werk, oude (zoals Voorhoeve's prachtige ‘Tweeluik van de tijd’, dat in Ala poewema staat) en nieuwe, zou een verrijking van Surinames cultuur betekenen. Ondertussen hebben we, nú al, dit nummer van Mutyama, als uniek, indrukwekkend en hoopgevend document.
[Het is te bestellen door overmaking van f.25,- op postgiro 3602603 tgv SAWO, postbus 5008, 3502 JA Utrecht, onder vermelding van Mutyama. De prijs is inclusief porto.]