| |
| |
| |
Enkele publikaties op het gebied van orale traditie
Zoals het opschrift aangeeft, heeft de hier volgende lijst van titels niet de bedoeling een bibliografie van het betreffende gebied te zijn. We willen alleen een aantal publikaties op het gebied van orale tradities noemen, opdat belangstellenden zich verder kunnen oriënteren op dit terrein.
| |
1. Over orale tradities in het algemeen
Finnegan, Ruth 1977. Oral poetry, its nature, significance and social context. Cambridge etc.: Cambridge University Press. |
Finnegan, Ruth 1988. Literacy and Orality: studies in the technology of communication. Oxford etc.: Blackwell.M |
Finnegan, Ruth (ec.) 1978. The Penguin Book of oral poetry. London: Penguin Books. |
Ong, Walter J. 1982. Orality and Literacy. The technologizing of the word. London etc.: Methuen.
(vergelijking tussen schriftloze en ‘geletterde’ culturen) |
Thompson, S. 1946. The Folktale. London: Holt, Rinehart & Winston (herdruk 1977, Berkeley etc.: University of California Press). |
Thompson, P. 1973. The voice of the Past. Oral History. Oxford etc.: Oxford University Press. |
| |
2. Caraïbisch gebied
Abrahams, Roger D. 1983. The Man-of-Words in the West Indies. Performance and Emergence of Creole Culture. Baltimore: John Hopkins University Press. |
Baart, W.J.H. 1983. Cuentan di Nanzi. Curacao. |
Beckwith, Martha Warren 1924. Anansi Stories Jamaica. Memoirs of the American Folk-lore Society. vol. 17. New York. |
Burnett, Paula (ed.) 1986. The Penguin Book of Caribbean Verse in English. London: Penguin Books.
(Besteedt aandacht aan de orale traditie, onder andere aan de doorwerking van de Afrikaanse liedvorm, met zijn ‘call-and-response’-structuur, op de hedendaagse liederencultuur.) |
Cappelle, H. van 1926. Mythen en Sagen uit West-Indië. Zutphen: Thieme. |
Kerns, Virginia 1948. Women and the Ancestors. Black Carib Kinship and Ritual. University of Illinois Press (herdruk 1983). |
Levie, Lawrence W. 1978. Black Culture and Black Consciousness. Afro-American Folk Thought from Slavery to Freedom. Oxford etc.: Oxford University Press. |
Sherlock, Ph. 1966. West-Indian Folktales. Oxford etc.: Oxford University Press. |
Vatuk, V.P. 1964. ‘Protest songs of East Indians in British Guiana. Journal of American Folklore 77: 220-235. |
| |
| |
| |
3. Suriname
3.1 Algemeen
|
Doelwijt, Thea (samenst.) 1972. Kri, Kra! Proza van Suriname. Paramaribo: Bureau Volkslectuur.
(Bevat Indiaanse vertellingen uit Penard & Penard 1907/08 en Cirino 1970 en Anansatori en andere creoolse verhalen uit diverse bronnen.) |
Doelwijt, Thea 1975. Geen geraas of getier. Verhalen, gedichten, liedjes na de emancipatie vóór de Tweede Wereldoorlog.
(Bevat fragmenten uit Penard & Penard 1907/08.) |
Gortzak, H.J. 1984. Jere mi/Luister naar mij. Den Haag: NBLC.
(Over Surinaams toneel, met tekstfragmenten). |
Helman, Albert (samenst.) 1977. Cultureel mozaïek van Suriname. Zutphen: Walburg Pers.
(Bevat onder meer een hoofdstuk, van de hand van de samensteller, over ‘Volkswijsheid en orale literatuur’.) |
Kempen, Michiel van 1989. Surinaamse schrijvers en dichters. Amsterdam: De Arbeiderspers.
(Besteedt aandacht aan de Indiaanse, Creoolse, Hindostaanse en Javaanse orale traditie, resp. in de hoofdstukken 3, 4, 5 en 6). |
Penard, A.P. 1924. ‘Surinaamse Volksvertellingen (I)’. Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, 80: 325-363. |
Penard, A.P. 1926. ‘Surinaamsche Volksvertellingen (II)’. Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, 82: 47-98.2 |
3.2 Indiaanse orale traditie
|
Ahlbrinck, W. C.s.s.R. 1931. Encylopedie der Karaïben, behelzend taal, zeden en gewoonten deze Indianen. Amsterdam: Koninklijke Akademie van Wetenschappen (Verhandelingen der K.A.W., Afdeeling Letterkunde, Nieuwe Reeks, deel XXVII). |
Aluman, Nardo 1985. Atamygano Warery. Pyjai liederen. (Samenstelling: Oemari. Vertaling in het Nederlands: Nardo Aluman.) Paramaribo. |
Cirino, A.C. 1970. Indiaanse vertellingen (twee delen). Paramaribo: Bolivar (herdruk 1977). |
Coll, C. van 1903. ‘Gegevens over Land en Volk van Suriname.’ Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, 55: 451-650. |
Goeje, C.H. de 1942. ‘De inwijding tot medicijnman bij de Arawakken (Guyana) in tekst en mythe’. Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië 101: 211-276. |
Goeje, C.H. de 1948. Zondvloed en zondeval bij de Indianen van West-Indië. Amsterdam: Koninklijke Vereeniging Indisch Instituut, Mededeling No. LXXIX. |
Hurault, J. 1968. Les Indiens Wayana de la Guyane Francaise. Structure Sociale et Coutume Familiale. Paris: Mémoires OSTROM 3. |
Jara, F. 1988. ‘Some Arawak Constellations’, in J. Young & V.D. Chamberlain, Indigenous Astronomical and Cosmological Traditions of the World. |
Jara, F. & E. Magaña 1983. ‘Star Myths of the Kaliña (Carib) Indians of Surinam’. Latin American Indian Literatures 7: 20-37. |
Kloos, P. ‘Caraïbische verhalen’. Bzzletin 440: 24-27. |
Koelewijn, Cees (with Peter Rivière) 1987. Oral literature of the Trio Indians of Surinam. Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, Caribbean Series 6. Dordrecht: Foris.
(100 mythen en verhalen in Engelse vertaling, met een korte beschouwing over de betekenis van de verhalen.) |
| |
| |
Magaña, Edmundo 1988. Orión y la mujer Pléyades. Simbolismo astronomico de los indios kaliña de Surinam. Dordrecht: Foris (CEDLA Latin America Studies 44). |
Magaña, E. (ed.) 1989. Astronomias indigenas Américas. Scripts Ethnologies, Supple menta 9. |
Magaña, E. & F. Jara 1982. ‘The Carib Sky’. Journal de la Société dos Américanistes 68: 115-132. |
Magaña, E. & F. Jara 1985. ‘Carib Myths on the Origin of Some Animal Species.’ Latin American Indian Literatures Journal 1/1: 13-27. |
Magaña, E. & P. Mason 1986. Myth and the Imaginary in the New World. Amsterdam: CEDLA (Latin America Studies 34). |
Penard, F.P. & A.P. Penard 1907/08. De menschetende Aanbidders der Zonneslang. Deel I (1907); Deel II (‘Het woord van den Indiaanschen Messias’) en deel III (‘Neo-Sophia of de Cirkelleer van tijd en ruimte’) (beide 1908). Paramaribo: Heyde.
(‘Ons werk (...) is een psychologische studie onzer Indianen, inzonderheid Caraïben, m.a.w. een studie der innerlijke gedachten, wereldbeschouwing en logica...’) |
3.3 Creoolse orale traditie
|
Cairo, Edgar 1984. Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding. Haarlem: In de Knipscheer.
(Verzamelbundel gedichten, voorafgegaan door een Inleiding, met daarin een beschouwing over het traditionele Sranan lied en de overgang naar geschreven poëzie (p. 54-61).) |
Comvalius, Th. A.C. 1935/36. ‘Het Surinaamsche negerlied: de banja en de doe’. De West-Indische Gids 17: 161-72. |
Comvalius, Th. A.C. 1939. ‘Een der vormen van het Surinaamsche lied na 1863’. De West-Indische Gids 21: 355-60.
(Over lobisingi.) |
Donicie, A. 1958. Ondrofeni sa leri yu. Vertellingen in het Neger-Engels met vertaling in het Nederlands. Deel I samen met A. de Groot; deel II samen met W. Ahlbrinck. |
Drie, Aleks de 1986. Wan tori fu mi eygi srefi. (samenstelling: T. Guda). Paramaribo: Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, afdeling Cultuurstudies.
(Uiteenzetting van de bekende verteller over diverse onderdelen van de creoolse cultuur, onder andere banya, laku, anansitori, sokopsalm.) |
Drie, Aleks de 1986. Sye! arki tori! (Samenstelling: T. Guda.) Paramaribo: Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, afdeling Cultuurstudies.
(Schriftelijke weergave van de verhalen die Aleks de Drie voor de radio heeft verteld. Diverse genres: Anansi, Ondrofenitori, Srafutentori.) |
Dubelaar, C.N. 1972. Negersprookjes uit Suriname. Wassenaar. (Speciale uitgave van Nederlands Volksleven, XXII 3/4). Engelse vertaling: Surinam Negro Folktales, Groningen 1973. |
Ferrier, J.H.E. Het grote ANANSI boek. Paramaribo: Vaco. |
Groot, A. de, C.ss.R. 1970. Didibri-tori. Paramaribo: Vaco. |
Groot, A. de, C.ss.R. 1971. Jorka-tori. Paramaribo: Vaco. |
Guda, T. 1981. ‘La tradición oral en Surinam’. Anales des Caribe del Centros de Estudios del Caribe 1: 282-290. |
Guda, T. 1987. ‘Sye! Arki tori!: de verhalen van Aleks de Drie’. Bzzletin 143: 36-41. |
Henar-Hewitt, Ilse. Surinaamse Koto's en Angisa's. Paramaribo: Westfort.
(Bevat informatie over de naamgeving aan stofpatronen). |
| |
| |
Herskovits, Melville J. 1936. Suriname Folk-lore. New York: AMS-Press.
(Bevat volksverhalen - waaronder Anansitori -, liederen - waaronder lobisingi - en beschrijvingen van het gebruik en de betekenissen van angisa's.) |
Jong Loy, Harry 1987. Fosten tori. Deel 1. Paramaribo, Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, Afd. Cultuur Studies. |
Lichtveld, Noni 1984. Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld.
Heusden/Den Haag: Aldus/N.B.L.C./Novib. (2e druk 1987.) |
Putten, Laddy van & Janny Zantinge 1988. Let them talk. De historische ontwikkeling van de kleding van de creoolse vrouw. Mededelingen van het Surinaams Museum.
(Onder meer over de betekenissen van de angisa-bindwijzen en de naamgeving aan de stoffen.) |
Renselaar, H.C. van 1959. ‘Een laku-pree’. Vox Guyanae 3,6 (Tongoni 2): 36-48. |
Ronhaar-Rozema, Hanneke 1979. Anansi-tori's. Rol en functie van het Surinaamse volkssprookje. Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXIX, nr. 4. Wormer. |
Schouten-Elsenhout, Johanna 1974. Sranan pangi. 1057 Sranan odo di Johanna Schouten-Elsenhout piki makandra.
(Samenstelling: E. van der Hilst. De odo's zijn alfabetisch gerangschikt op het belangrijkste woord. Met behulp van een index kunnen ze ook op andere woorden worden gevonden. Ze zijn niet in het Nederlands vertaald. Wel is voor sommige een Nederlands spreekwoord gezocht dat min of meer equivalent is.) |
Voorhoeve, Jan 1973. ‘Vóór de letters’. Tirade 17: 410-418. |
Voorhoeve, Jan & Ursy M. Lichtveld 1975. Creole Drum, an anthology of Creole literature in Surinam. New Haven: Yale University Press (herdruk 1969).
(Bloemlezing met ruime aandacht voor de verschillende genres volksliederen en -verhalen. Teksten in het Sranan met vertalingen in het Engels door Vernie February). |
3.4 Orale traditie van de Bosnegers
|
Herskovits, Melville J & Frances S. Herskovits 1934. Rebel Destiny. Among the Bush Negroes of Dutch Guiana. New York: McGraw-Hill. (Foto mechanische herdruk Amsterdam: Emmering, z.j.)
(Schetsen van het leven van het Saramakaanse volk, gebaseerd op veldwerk in 1928 en '29. Bevat onder meer Anansitori, liederen, beide alleen in Engelse vertaling, en de beschrijving van een krutu). |
Jozefzoon, O.J.R. 1959. De Saramaccaanse wereld. Paramaribo: Varekamp. |
Pakosie, André 1972. De dood van Boni. Paramaribo. |
Pakosie, André 1976. Het onstaan van de Bosnegerstam, Lo, Bee, Mamapikin of Wosudendu. Paramaribo: Volksboekwinkel. |
Price, Richard 1975. Saramaka social structure. Analysis of a maroon society in Surinam. Puerto Rico: University of Puerto Rico (Caribbean Monograph series no. 12). |
Price, Richard 1983. First-Time. The historical vision of an Afro-American people. Baltimore etc.: Johns Hopkins University Press.
(De orale geschiedenis van de Saramakaners, zoals door Saramaka geschiedkundigen aan Price toevertrouwd). |
Price, Sally 1978. Co-wives and Calabashes. Ann Arbor: University of Michigan Press.
(Bevat een hoofdstuk over de liedcultuur van de Saramakaners, in het bijzonder het aandeel van de vrouwen darin). |
Price, Sally & Richard Price 1980. Afro-American Arts of the Surinam Rain Forest. Berkeley etc.: University of California Press. |
| |
| |
3.5 De Hindostaanse orale traditie
|
Adhin, J.H. 1984. ‘Birha, een belangrijke expressievorm van Surinaamse volkspoëzie.’ Bhasa 1/4: 14-78. |
Arya, U. 1968. Ritual songs and folksongs of the Hindus of Surinam. Leiden: E.J. Brill (Orientalia Rheno-Traiectina IX). (tekst + vertaling, met inleiding). |
Kishna, S. (red.) 1985. Prins Alwin en de twee leeuwewelpjes en andere verhalen. Paramaribo: Stichting Wetenschappelijke Informatie en Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur.
(Tekst + vertaling, met inleiding.) |
Kishna, S. (red.) 1986. De fluitspeler. Paramaribo.
(Tekst + vertaling, met inleiding.) |
Loor, A.H. 1973. Jairam vertelt... Paramaribo. |
Mahabier, B. 1984. ‘Biraha's. Sarnami literatuur, de orale traditie’. Aisa Samachar 10/6: 12-15. |
Marhé, R.M. (red.) 1980. ‘Nati aur nai ke khissa - een Sarnami volksverhaal’. Aisa Samachar 6/3: 15. |
Marhé, R.M. (red.) 1981. ‘Notaris chori kare, alla paisa foefoeroe kare’. Aisa Samachar 7/2: 15-17. |
Marhé, R.M. 1982. ‘Vijf Sarnami spreekwoorden toegelicht’. OSO 1/1: 98. |
Raghoebier, R. 1987. Sanskriti ke baten. Paramaribo.
(Bevat: ‘De geschiedenis van het Hindostaans toneel’, p. 71-93 en ‘Ramlila’: 97-116.) |
Bujhauni (raadsels): Bhasa 3/4 (1986): 36; 4/2 (1987): 31.
(Tekst met vertaling.) |
Khissa's (verhalen):
‘Acambho ke bacca’. Bhasa 2/4 (1985): 46-48; 3/1 (1986): 42-44.
‘Raja ke larka aur thagin’. Bhasa 3/2 (1986): 26-39; 3/3 (1986): 43-45. |
Masla (spreekwoorden): in Bhasa 1/1 (1983): 31; 1/2 (1984): 35; 1/3 (1984): 31; 1/4 (1984): 20; 2/1 (1984): 14; etc. (vaste rubriek).
(tekst, meestal met vertaling in het Nederlands.) |
Ramlila: Bhasa 4/1 (1987): 21-29.
(Korte beschrijving van de wijze van opvoering en de inhoud van Ramlila.) |
3.6 De Javaanse orale traditie
|
Pawiroredjo, E. 1988. Javaanse verhalen uit Suriname. Literaire analyse en interpretatie. Doctoraalscriptie, Rijksuniversiteit Leiden (aanwezig in de bibliotheek van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde). |
Sarmo, Johan 1986/87. ‘Inleiding tot de Wayang in Suriname’ (drie afleveringen). Bhasa 3/1, 3/3: 27-29, 4/1: 5-9. |
Sarmo, J.J. & H.D. Vruggink (samenst. en vert.) 1983. Djoko Miskin/De arme jongeling. Verteld door Pak Pamin Asmawidjaja. Paramaribo: Ministerie van Jeugd en Sport, Afdeling Cultuur Studies. |
Sarmo, J.J. & H.D. Vruggink (samenst. en vert.) 1983. Dongeng Kancil/Het verhaal van Kantjil. Verteld door Pak Saleman Siswowitono. Paramaribo, Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport, Afdeling Cultuur Studies. |
Sarmo, J.J. & H.D. Vruggink (samenst. en vert.) 1988. Keheng. Verteld door Pak Kardi Kartowidjojo. Paramaribo, Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, Afdeling Cultuur Studies. |
Wengen, G.D. van 1975. The cultural inheritance of the Javanese in Surinam. Leiden: Brill. |
|
|