OSO. Tijdschrift voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde en Geschiedenis. Jaargang 7
(1988)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| ||||
De Chinese pers in Suriname
| ||||
De periode tot de Tweede WereldoorlogHet eerste periodiek, genaamd ‘Kwai Fa’ (Kuihua)Ga naar eindnoot1. of ‘De Zonnebloem’, was een uitgave van de Rooms-Katholieke missie ten behoeve van haar gemeenteleden. Dit maandblad, dat in de Chinese taal was gesteld, werd geredigeerd door pater François H. Rikken CssR. De uitgifte nam op 10 juni 1893 een aanvang maar moest reeds in 1894 worden gestaakt. ‘Het eerste nummer’, zo schrijft Vernooij (1974: 69), ‘bevatte een inleidend woord, nieuws uit de Chinese kranten, officiële berichten en kennisgevingen, Surinaams nieuws, een verhandeling over God en diens eigenschappen, de diensten van de Chinese kerk, een lijst van de aangevoerde goederen, verkopingen en advertenties’. Oudschans Dentz (1938: 72) geeft onder no. 122 een nogal afwijkende beschrijving van dit blad: ‘(...) Het verscheen 13 augustus 1893. Uitgever: een Protestantsch Zendeling, wiens naam ongeveer moet luiden: Li-Chien. Plaats van uitgifte: De Oude Kerk, Paramaribo (deze gegevens zijn medegedeeld door het Sinologisch Instituut te Leiden).’ Het moet duidelijk zijn dat met de uitgever ‘Li-Chien’ bedoeld werd Rikken die geenszins een protestants zendeling was, maar een pater Redemptorist. Het zou tot 1931 duren voordat één van de immigranten zelf het initiatief nam tot een algemeen nieuwsblad. Dit verscheen opvallenderwijs onder de naam ‘Chinese Overseas Weekly Surinam’. Het bleek een nog korter leven te zijn beschoren dan het vorige, want het laatste nummer hiervan verscheen in hetzelfde jaar op 17 oktober (zie Oudschans Dentz, 1938: 37). Tot slot maakt Oudschans Dentz (39) melding van de uitgave in 1934 van het blad ‘Hsü Nan Chou K'an (in Chineesche letterteekens)’, hetgeen zou betekenen ‘volgens inlichtingen van het Sinologisch Instituut te Leiden: Periodiek van het Zuiden’. De naam ‘Hsü Nan Chou K'an’ betekent echter eenvoudig Surinaams Weekblad of Weekblad Suriname. Hoe lang deze uitgave is verschenen is niet bekend. In elk geval zouden verder tot de Tweede Wereldoorlog geen initiatieven op dit gebied ontplooid worden. | ||||
De periode vanaf de Tweede Wereldoorlog tot 1975In de oorlogsjaren ontstond er een hechte band en samenwerking tussen de | ||||
[pagina 98]
| ||||
| ||||
[pagina 99]
| ||||
diverse Chinese verenigingen. Er kwamen zelfs nieuwe organisaties bij, waaronder een Chinese handelsvereniging en een ontspanningsvereniging. Met een sterk en verenigd élan werd vanuit het plaatselijk kantoor van de Kou Min Tang (de Nationalistische Partij van China) op 15 augustus 1943 het nieuwsblad (later dagblad) ‘Lam Foeng’ (Zuidenwind/Nanfeng) gelanceerd. Dit periodiek zou ruim drie decennia een belangrijke rol vervullen bij de voorlichting en nieuwsvoorziening ten behoeve van de Chinese gemeenschap. De vestiging van de Volksrepubliek China in 1949 na een bloedige burgeroorlog alsmede de komst van nieuwe groepen immigranten begonnen langzaam maar zeker te knagen aan de voordien onwankelbare loyaliteit jegens het oude regiem in het moederland. Begin vijftiger jaren verscheen het dissidente eenmansblad ‘New Life’ (Sin Sang Fat/Xin Shenghuo) dat buiten een kleine vriendenschare niet kon bogen op een belangrijk lezerspubliek. Na enige tijd verdween het dan ook schielijk van het toneel. Meer levensvatbaarheid had de uitgave ‘De Vrijheid’ (Tsu-Yu/Ziyou) van enkele gewezen redacteuren van de rechtsgeoriënteerde ‘Lam Foeng’ (Zuidenwind). Vanaf de eind vijftiger jaren hebben ‘Lam Foeng’ en ‘De Vrijheid’ gezamenlijk de markt beheerst. ‘Lam Foeng’ verscheen inmiddels in druk, terwijl ‘De Vrijheid’ nog steeds werd gestencild, zij het nu met getypte in plaats van met handgeschreven teksten. In 1971 kwam de eerste krant uit met een uitgesproken ‘linkse’ signatuur. Het betreft hier het nieuwsblad (later dagblad) dat werd uitgegeven door de oudste Chinezenvereniging in Suriname: Kong Ngie Tong Sang (Guangyi Tang Sheng). Dit periodiek kreeg de naam mee van Dagblad Suriname, in het Chinees: ‘Szun-Lam Ngit Pao’ (Xunnan Yibao). Enkele jaren later kreeg het gezelschap van de ‘Fa Sien Paw’ (Nieuw China/Hua Xin Bao), die een eigen weg wenste op te gaan. Inmiddels had in de periode rond de Onafhankelijkheid van Suriname het blad ‘De Vrijheid’ opgehouden te bestaan. In zijn plaats verscheen vanaf 12 juni 1982 het ‘Chung Fa Dagblad’ (Chinees Dagblad). | ||||
Boekwerken en afzonderlijke publikatiesEr zijn weinig Chinese boeken in Suriname gedrukt of uitgegeven. Bekend zijn de z.g. Nieuwjaarsuitgaven, die bestonden uit een verzameling gelukwensteksten (in feite betalende advertenties) en die in sommige gevallen werden voorzien van een jaaroverzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in binnenen buitenland. Daarnaast werden ook speciale Telefoongidsen voor de Chinese Gemeenschap aangemaakt waarvan er één in druk is verschenen. Vermeldenswaard is verder de bijzondere uitgave van de Vereniging Kong Ngie Tong Sang ter gelegenheid van haar 100-jarig (1880-1980) bestaan. Dit fraai ingebonden boekwerk, dat in Hong Kong in kleuren-offset is gedrukt, bevat verschillende bijdragen die in het algemeen handelen over de geschiedenis van Suriname en de Chinese immigranten en over die van de Vereniging in het bijzonder. | ||||
SlotbeschouwingHet ontwikkelingsproces van de Chinese nieuwsbladpers in Suriname levert een boeiend en leerzaam beeld op. In feite worden daarin de reacties van de Chinese gemeenschap op de gebeurtenissen en veranderingen in zowel het moederland als het land van vestiging goed en duidelijk weerspiegeld. De aanvankelijke eenheid ten opzichte van het oude regiem in het moe- | ||||
[pagina 100]
| ||||
Omslag van een Nieuwjaarsuitgave
| ||||
[pagina 101]
| ||||
| ||||
[pagina 102]
| ||||
derland begon geleidelijk aan af te brokkelen met de vestiging van de Volksrepubliek China in 1949. Het resultaat hiervan was dat de gemeenschap werd opgesplitst in een links- en een rechtsgeoriënteerde groep sympathisanten dwars door alle bestaande banden van bloedverwantschap en vriendschap heen. De rol van de langzaam wegkwijnende ‘Lam Foeng’ werd overgenomen door de nieuwe uitgave van de Vereniging Kong Ngie Tong Sang die op de markt kwam op een psychologisch juist moment toen de Volksrepubliek China in steeds ruimere mate door de wereldgemeenschap werd geaccepteerd. Als gevolg hiervan werd dus de vriendschappelijke verhouding tussen Suriname en de Volksrepubliek nauwer aangehaald in die periode. In het verleden was dat anders geweest. Met de onafhankelijkheid van Suriname groeide bij de Chinese gemeenschap niet alleen het besef maar ook de behoefte steeds sterker om zich beter te oriënteren in de binnenlandse problematiek. Dit gold zeker in het bijzonder voor de groepen immigranten die zich er vanaf de zestiger jaren gevestigd hadden. Voor de nieuws- en advertentiebladen betekende deze gang van zaken dat meer plaats diende te worden ingeruimd voor nieuws en beschouwingen over de plaatselijke ontwikkelingen. Maar er hebben zich intussen nieuwe problemen aangediend voor een rustig voortbestaan van de nieuwsbladpers. Het eerste probleem heeft te maken met de geslonken rol van de Chinese groep in het handels- en economisch verkeer. Hierdoor is het (advertentie-)aanbod van deze zijde evenredig afgenomen. Verder is door een algemener gebruik van het Sranan in de media de afhankelijkheid jegens de eigen kranten voor wat betreft het binnenlands nieuws sterk verminderd. De Chinese immigranten verstaan en spreken immers over het algemeen beter het Sranan dan het Nederlands. Het laatste probleem heeft te maken met de omstandigheid dat het steeds moeilijker wordt geschikte krachten te vinden voor het voeren van de redactie. Waarheen deze zorgvolle ontwikkeling zal leiden is moeilijk aan te geven. Aangenomen kan worden dat niettegenstaande de elkaar snel opvolgende wijzigingen op politiek en economisch gebied er in elk geval behoefte zal zijn aan tenminste één goede Chineestalíge krant. | ||||
Literatuur
|
|