OSO. Tijdschrift voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde en Geschiedenis. Jaargang 7
(1988)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Hakka's van Suriname. Aspecten van het verbale systeem van hun taal
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Hakka-taalDe Hakka's hebben bij hun trek van Midden-China naar het zuiden naast hun zeden en gewoonten ook hun (spreek-)taal meegenomen die grotendeels in- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tact is gebleven in de Moi-Yan (Meixian)-versie. In deze vorm gelijkt zij nog het meest op het Putonghua (nationale taal) en wordt zij aangemerkt als het standaard-Hakka. Het Hakka van de groepen die verder zuidwaarts zijn getrokken heeft daarentegen meer invloeden ondergaan van andere plaatselijke talen. Over het algemeen houdt men het er op dat het ergens tussen het Putonghua en het Cantonees staat.Ga naar eindnoot5. Het onderscheidt zes tonen en heeft de uitgangen k, m, p, t en ng behouden. Typisch is het woord voor ‘ik’, te weten: ngai. Hiermee kan deze taal zích onderscheiden van de andere. Het is niet verwonderlijk dat de Hakka's wel eens als ‘ngai-ngin’ (ngai-ren), d.i. de ‘ngai-mensen’ of het ‘ngai-volk’, worden aangeduid. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Chinezen in SurinameDe Chinezen kwamen van 1853 tot 1874 als contract-arbeiders naar Suriname. Na 1874 vertrokken de Chinezen als vrije emigranten uit China, daar de Chinese regering emigratie onder contract verbood. De Chinese nakomelingen passen zich aan de westerse samenleving aan, niet in de laatste plaats door vermenging met andere etnische groepen. Door de oudere Chinese immigranten wordt de benaming lai-ap of lai-ab (zie Tseng 1983: 50) wel eens gebruikt voor hun plaatselijke nakomelingen. Lai-ap betekent modder- of bastaardeend. Ook hoort men in dit verband de term fan-ap in de betekenis van vreemde of buitenlandse eend. In deze gedachtengang zijn zij die in China zijn geboren de z.g. tjien-ap of zuivere eend. De bedoelde zuiverheid dient men overigens niet (in de eerste plaats) te zoeken in het etnische element maar meer in het culturele. Deze uitdrukkingen zijn op zichzelf niet pejoratief bedoeld, maar zij kunnen in bepaalde gevallen afhankelijk van de context ongunstig gebruikt, opgevat of uitgelegd worden. Een andere onderscheiding die ook wordt gehanteerd is die tussen reeds langer gevestigden, de z.g. lau-hak en de nieuwkomers, de z.g. sin-hak. De volgende Chinese dialecten zijn nu in Suriname te onderscheiden:
Het Hakka van iemand die in China is geboren en/of opgegroeid, verschilt van dat van een hier geboren en getogen Chinees. Invloeden van de hier gesproken talen zijn onvermijdelijk. Soms worden vanwege een gebrekkig Chinees vocabulair hele woorden uit vooral het Nederlands en het Sranan Tongo overgenomen. Een uit China afkomstige zegt van een Surinaamse Chinees dat de laatste ‘achterste-voren’ praat. Een Surinaamse Chinees brengt veranderingen aan in de syntactische structuren, maar meestal zonder consequenties voor de betekenis. Naast het juiste Khaitit sit (letterlijk vertaald: Snel eet) of Man-man sit (Langzaam eet), zegt men ook Sit khaitit of Sit man-man naar analogie van het Nederlandse ‘Eet snel’ of ‘Eet langzaam’. Welke van de twee structuren men ook gebruikt, men blijft verstaanbaar. Het Hakka-vocabulair in Suriname vertoont ook verschillen met dat in China. Lutli is het Surinaams-Hakka woord voor ‘politie’, terwijl men in het Hakka van China kimzhat zegt. Voor het woord ‘telefoon’ bestaat er ook een Surinaams-Hakka woord, namelijk dungsen, naast het oorspronkelijke dhen- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wa. In dit artikel heb ik me verder niet verdiept in deze materie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WerkwijzeHet Hakka dat ik heb bestudeerd is het Hakka dat ik spreek en dat ik heb getoetst bij zes andere Hakka-sprekers. De eis waaraan al mijn informanten moesten voldoen was het mondeling beheersen van het Hakka. Ofschoon twee van hen in China zijn geboren, kunnen ze allen ook het Nederlands spreken. De genoemde twee mensen beheersen het schriftelijk Nederlands in mindere mate. Er waren evenveel vrouwelijke als mannelijke informanten, namelijk drie om drie. Wat de leeftijd betreft, variëren ze van ± 18 tot ± 50 jaar. Aan mijn jongste twee informanten kwam ik door in de klassen waarin ik les gaf, te vragen wie van de (weinige) Chinese leerlingen het Hakka beheerste. Via kennissen kreeg ik twee andere informanten, waarvan één in de vijftiger en zestiger jaren Chinese les gaf bij Chung Fa Foei Kon. De laatste twee informanten ken ik persoonlijk, De gegevens verzamelde ik uit gesprekken met deze mensen. Ik pretendeer niet hèt Hakka te hebben beschreven, want binnen elk Chinees dialect bestaan subdialecten die onder andere afhankelijk zijn van de plaats van herkomst van de spreker. Vaak ben ik ook intuïtief te werk gegaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De gebruikte spellingDe geromaniseerde spelling van het Mandarijns, de officiële taal van de Volksrepubliek China, wordt de Pinyin-spelling genoemd, of kortweg het Pinyin. Het Pinyin heeft naast de 26 letters van het Romaanse alfabet: 4 tweeklanken (zh, ch, sh en ng), 2 onderscheidende tekens (‘en’) en 4 toontekens. Deze 4 toonhoogten zijn ook terug te vinden in het Hakka:
In dit artikel heb ik de tonen verwaarloosd.
Het schema dat hierna volgt, geeft een beeld van de klinkers die in dit artikel zijn gebruikt. De fonemen waarvoor een (P) staat en de bijbehorende spelling heb ik overgenomen van het Pinyin. De letters die niet zijn opgenomen, zoals die voor de medeklinkers, hebben min of meer dezelfde klankwaarde als in het Nederlands. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volksrepubliek China.
▨ gebieden waar het Hakka gesproken wordt. (Bron: Beying Review, no. 33, 1980) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waar aspiratie voorkomt, is een h geplaatst, zoals zhen = geld, dhang = horen, luisteren, ghi = gaan.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. De verbale elementen in het HakkaHet Hakka heeft net als andere talen zinnen, en dus ook subject-predicaatsverbindingen. Binnen het predicaat is er een woord dat of een woordgroep die een ‘gebeuren’ aangeeft, namelijk het gezegde. Het hoofdelement in zo'n gezegde is het werkwoord of verbum. Ik moet er echter op wijzen, dat bij het gebruik van grammaticale termen, zoals verbum, deze termen niet duiden op de traditionele woordsoorten (zie hierover o.m. Peverelli, 1980). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.1 Tijd/aspectIn het gezegde kunnen naast het hoofdelement ook auxiliaire elementen voorkomen. Zo'n auxiliair element kan zijn een hulpwerkwoord:
of een element dat de tijd of een aspect aangeeft. We spreken in het vervolg kortheidshalve van aspect, zonder dat daarmee wordt gekozen voor aspectsaanduiding boven tijdsaanduiding door deze elementen. Die discussie valt buiten het bestek van dit artikel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het voltooide aspectEr zijn vier partikels die het voltooide aspect aangeven: A. Hoi: geeft aan dat het proces dat wordt uitgedrukt door het verbum samen met het subject, is afgelopen: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoi wordt direct achter het hoofdelement geplaatst. De volgende zin, waarin het de eindpositie inneemt, is niet grammaticaal: *3 Ngai sia jit fung sin hoi.
B. Loi: geeft aan dat iets is afgelopen. Het sluit de zin af, heeft dus betrekking op de hele voorafgaande zin:
Als loi op de plaats van hoi staat, is de zin ongrammaticaal: *5 Ngai sia loi jit fung sin.
C. Ko: bevat naast het voltooide aspect ook de woorden: ‘al eens/eerder’:
De plaats van ko is direct achter de persoonsvorm en het heeft betrekking op het onderwerp + het hoofdelement. Dat ko het voltooide aspect in zich heeft, blijkt uit het niet grammaticaal zijn van de volgende zinnen, waarin de onder A en B genoemde hoi en loi samen met ko het voltooide aspect tweemaal vertegenwoordigen:
D. Tau
Waarom in sommige zinnen tau het voltooide aspect aangeeft en niet hoi (of omgekeerd) vereist nader onderzoek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het duur-aspectAls een proces voortduurt, wordt dit aangegeven met behulp van het partikel kin:
De plaats van kin is ook direct achter het hoofdelement:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.2 ModaliteitBij het spreken heeft het Hakka meestal een uitroeppartikel en wel aan het einde van de zin. De uitroeppartikels zijn modale partikels, daar ze meestal een houding van de spreker ten opzichte van het gebeuren in de zinnen in zich hebben. Het gebruik van deze partikels is niet willekeurig; er bestaan ten aan- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zien hiervan selectie-restrictie-regels. Enkele veel voorkomende modale par tikels met hun restrictie zijn:
- Te: wordt gebruikt bij zinnen die een duurproces aangeven, dus alleen bij zinnen waarin het duurpartikel kin voorkomt. Vaak zit in te een afkeuring.
- Jo: als de zin vragend is en het vraagpartikel wordt gevormd door mau, dan kan jo achter de zin geplaatst worden. Een houding van ongeduld kan in jo zitten. (Zie ook sectie 4.)
- We of je: kunnen geplaatst worden in gebiedende zinnen. Net als bij het vorige uitroeppartikel, komt hier een houding van ongeduld voor, misschien zelfs sterker. (Zie ook sectie 4.)
- Ha of jo: komen voor in ontkennende zinnen. Ha gebruikt de spreker bij een verbod van hem aan de hoorder:
Bij een ontkennende zin die betrekking heeft op de spreker zelf, wordt jo gebruikt (zie ook sectie 4):
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.3 CopulaAls er een referentiële identiteit bestaat tussen het subject en het naamwoordelijk deel van het gezegde, dan treden he of zho op als copula. Deze referentiële identiteit uit zich in het substantivisch-zijn van het naamwoordelijk deel.
Ontbreekt de identiteit tussen het subject en het naamwoordelijk deel, dan worden in het Hakka deze twee delen met elkaar verbonden zonder een verbum:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.4 DistributieDaar de flexie geen rol speelt in het Hakka, zal ik bij het beschrijven van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de verbale elementen de nadruk leggen op de distributie van deze elementen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De eerste positieJu aan het begin van de zin heeft de betekenis van: ‘Er is/Er zijn’:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De tweede positieAls een aardrijkskundige naam voorafgaat aan ju, dan behoudt het zijn betekenis van: ‘Er is/Er zijn’:
Ju na een onderwerp fungeert als werkwoord en betekent: hebben, bezitten:
De ontkenning van zin 24a is:
In zin 25a vervult mau de functie van werkwoord, met als betekenis bezitten, + een ontkenning.
Ook in 26a staat mau in de tweede positie, maar er is een hoofdwerkwoord in deze zin, namelijk sit. Hierdoor krijgt mau een auxiliaire functie, naast de ontkennende functie. (Zie tevens sectie 4. Het voltooide aspect van mau wordt besproken in 2.9.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De eindpositieMau in de eindpositie is een vraagpartikel (zie sectie 4):
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.5 De bouw van de verbale constituentNaast het werkwoord zijn in de verbale constituent te vinden:
Vóór het indirect object moet pin geplaatst worden. Als we van zin 29a pin weglaten, krijgen we een ongrammaticale zin: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indien in een zin pin als werkwoord optreedt, dan komt de voorzetselfunctie van pin te vervallen:
Bij het voorkomen van zowel het direct als het indirect object in één zin, is de volgorde: Subject-Verbum-Direct Object-Indirect Object:
De volgorde Indirect Object-Direct Object is niet mogelijk in het Hakka:
c. een adverbiale bepaling:
De plaats van de adverbiale bepaling is tussen subject en verbum. Als de bepaling van zin 36a op een andere plaats komt te staan, dan krijgen we de volgende ongrammaticale zinnen:
Lau kan betekenen: met of voor; ‘voor’ in de betekenis van: in de plaats van. Het voorwerp waarin lau het voorzetsel is, staat in de zin op dezelfde plaats als de adverbiale bepaling:
Als lau op een andere plaats staat dan tussen subject en verbum, ontstaan er ongrammaticale zinnen:
Soms is de volgorde: Object-Subject-Verbum mogelijk. Als voorwaarde geldt dat het benadrukkende he vóór het object moet staan.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.6 Het verbum in lijdende zinnenDe lijdende vorm heeft de volgende kenmerken: - het lijdend voorwerp van de bedrijvende - het subject van de bedrijvende zin komt samen met pin tussen het subject en het verbum te staan.
Als een adverbiale bepaling in de zin staat, zoals ‘gisteren’, dan is de volgorde: Subject-Adverbiale Bepaling-‘pin-bepaling’-Verbum:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.7 Het verbum in gebiedende zinnenDe gebiedende wijs wordt gevormd door het verbum zonder een subject:
Bepalingen worden vóór het verbum geplaatst:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.8 Het verbum in vragende zinnenVragende zinnen zijn te verdelen in ja/nee-vragen en vraagwoord-vragen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ja/nee-vragenEen volledige keuzevraag is het volgende voorbeeld:
Zo'n vraag wordt meestal verkort tot:
Meestal heeft een vragende zin een vraagpartikel. Er zijn drie soorten vraagpartikels: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A. M m mau: wordt bij het spreken samengetrokken tot mau. Mau is een zinsbepaling; het sluit de zin af. Het komt alleen voor in zinnen die in de tegenwoordige tijd staan. Het volgende voorbeeld is eerder in deze nota gebruikt; vandaar dat ik het hetzelfde nummer heb laten behouden:
Zin 27' is niet juist, doordat mau niet in de eindpositie staat. Hieraan voldoen de zinnen 27'' en 27''' wel, maar in deze zinnen komen de voltooide partikels hoi en loi voor, waardoor ze ook ongrammaticaal zijn.
B. Mm zhen: komt voor in zinnen met een voltooid partikel. De plaats van dit vraagpartikel is ook aan het einde van de zin. (Zie ook sectie 4.)
C. He mm he, meestal samengetrokken tot: he me. De plaats waar dit vraagpartikel komt te staan is vóór het verbum. Het kan zowel in zinnen in de tegenwoordige tijd als in zinnen in de voltooide tijd gebruikt worden. Het is te vergelijken met het Nederlandse: ‘Is het zo dat...?’
Bij het beantwoorden van ja/nee-vragen die als vraagpartikel mau hebben, wordt volstaan met de herhaling van alleen het verbum bij een bevestiging of met het ontkennende mm + het verbum bij een ontkenning. Het antwoord op vraag 27 is bij een bevestiging: Sit en bij een ontkenning: Mm sit. Het bevestigend en het ontkennend antwoord op vraag 54 zijn respectievelijk: Sit hoi. en Mau sit. En op vraag 55: Sit loi. en ook Mau sit. Voor de vragen 56, 57 en 58 gelden dezelfde antwoorden: He voor de bevestiging en Mm he, vaak afgekort tot Me voor de ontkenning. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vraagwoord-vragenDeze vragen zijn te verdelen in drie groepen:
A. Vragende bijwoorden: staan tussen subject en verbum.
De volgende vraagwoord-vragen vertonen een andere structuur: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. Vragende voornaamwoorden: Staan achter het verbum.
C. Vragende voorzetselpronomina: staan tussen subject en verbum.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.9 Het verbum in ontkennende zinnenIn deze paragraaf wordt bekeken: de relatie tussen het verbum en de negatie in verschillende soorten zinnen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De negatie in de tegenwoordige tijdIn de tegenwoordige tijd wordt de negatie gevormd door mm vóór het verbum:
Als een adverbiale bepaling aanwezig is, blijft mm zijn plaats vlak vóór het verbum behouden:
Alleen in zinnen met lau verschuift mm van plaats en komt het daarvóór te staan:
Zou mm vóór het verbum staan in plaats van voor lau, dan ontstaat een ongrammaticale zin:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De negatie in de voltooide tijdenAls de zin in de voltooide tijd staat, dan kan een tweedeling gemaakt worden voor wat de ontkenning betreft:
A. Bij zinnen met hoi en loi wordt de ontkenning gevormd door mm en de partikels hoi en loi worden vervangen door mau. mm mau vormt een syntactische eenheid en staat vóór het verbum. Bij het spreken vindt er assimilatie plaats, waardoor mm mau wordt uitgesproken als mau. (Zie ook sectie 4.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep van leerlingen van de Fa-Kiauw-Chinese school te Paramaribo, 1945
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. Indien tau of ko in de zin staat, dan wordt bij de ontkenning mm mau vóór het verbum geplaatst, waardoor de zin twee voltooide partikels heeft: mau + tau of mau + ko.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De negatie in gebiedende zinnenDe negatie is hier mm mau vóór het verbum:
Bij aanwezigheid van een bepaling komt mm mau vóór deze bepaling:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De negatie in vragende zinnenJa/nee-vragen bevatten in hun vraagpartikel reeds een ontkennend element, n.l. mm: mm mau, he mm he en mm zhen (zie 2.8).
Waar het bij vraagwoord-vragen mogelijk is een ontkenning te plaatsen, komt deze vóór het verbum te staan:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Enkele zinselementenHet Hakka is, zoals ik reeds heb vermeld in 2.4, een taal zonder verbuiging. Vandaar dat er elementen nodig zijn om bepaalde zaken aan te geven, die in andere talen middels verbuigingen tot stand komen. Deze elementen kunnen als bereik een deel van de zin hebben of soms zelfs de gehele zin. Dit laatste is zeker het geval bij de modale partikels. In dit hoofdstuk zal ik eerst een beknopt overzicht geven van de elementen die in sectie 2 al aan de orde zijn geweest; daarna zal ik in twee korte paragrafen twee ‘nieuwe’ soorten elementen behandelen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.1 Richting - elementenDe woorden loi en ghi aan het einde van een zin geven richting aan: loi is naar de spreker toe, ghi is van de spreker af. Dat men juist deze woorden gebruikt om richting aan te geven is niet toevallig: loi en ghi komen ook als verba voor met de respektievelijke betekenissen: komen (naar de spreker toe) en gaan (van de spreker af).
Uit de context moet blijken of loi als richting-element wordt gebruikt of als voltooid element.
In de woorden ‘hier’ en ‘daar’ van het Hakka zit een richting-element. Geeft het verbum in de zin een richting aan, dan is ‘hier’: loi nga; indien het verbum een toestand weergeeft, dan staat voor het woord ‘hier’: zhoi nga. Zo hebben we voor ‘daar’: zhoi ai (toestand) en ghi ai (richting).
Zhoi nga en zhoi ai komen tussen het onderwerp en het verbum te staan: loi nga en ghi ai staan direct achter het verbum. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de volgende twee zinnen lijken de richting-elementen overbodig, maar ze worden om mij niet duidelijke redenen toch niet weggelaten:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.2 Nadruk-elementenHe kan de nadruk leggen op bepaalde woorden in een zin of op de gehele zin:
Hau is ook een nadruk-element, maar het benadrukt meestal het naamwoordelijk deel van een gezegde als dat adjectivisch is:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Aantekeningen bij de secties 2 en 3Het partikel ‘ó’Het in 2.2 als jo beschreven partikel is in feite ó dat in bepaalde gevallen aís een jó waarneembaar kan zijn. Jó wordt als ongeduld-partikel aangeduid of zoals is opgemerkt: ‘Een houding van ongeduld kan in jo zitten’. In dit verband lijkt het zeker niet onnodig om te wijzen op het feit dat, gelijk bekend, de j de eigenschap bezit om zich onder bepaalde omstandigheden sterk te manifesteren. Voor het Hakka zijn onder meer van belang de gevallen waarin:
Het partikel ó is bedoeld om een nadruk te leggen die afhankelijk van de mededeling op verschillende wijzen dient te worden weergegeven. Enkele voorbeelden ter adstructie: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een ‘ó’-klank:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een ‘jó’-klank:
Het gebruik van ó is dus zoals uit de gegeven voorbeelden blijkt, niet beperkt te beschouwen tot een ontkennende zin die betrekking heeft op de spreker zelf. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het partikel ‘je’Hetgeen hierboven is aangevoerd ten aanzien van het partikel ó geldt mutatis mutandis evenzeer voor het z.g. partikel je. Met andere woorden gaat het hier om een partikel é in plaats van je. De voorbeeldzin 14a dient alsdan te luiden: Khaitit sit é in plaats van khaitit sit je. Een jé wordt wel duidelijk waarneembaar in de zin: khaitit loi é voor ‘kom toch snel’. Waarneembaar in bepaalde gevallen is ook een wé in plaats van je. Hier is waarschijnlijk evenzeer sprake van het partikel é met een ingevoegde w die dan een soortgelijke functie vervult als de j. Naast khaitit sit é is ook mogelijk khaitit sit wé en in plaats van loi é is ook loi wé gangbaar. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De woordvolgordeIn het Chinees is de woordvolgorde van groot belang voor de inhoudelijke betekenis van de zin. Dit kan aan de hand van voorbeeldzin 26a worden duidelijk gemaakt: Ngai mau sit menpau voor ‘Ik heb geen brood gegeten’. De begeleidende verklaring luidt als volgt: ‘Ook in 26a staat mau in de tweede positie, maar er is een hoofdwerkwoord in de zin, namelijk sit. Hierdoor krijgt mau een auxiliaire functie, naast de ontkennende functie’. Deze verklaring is in zoverre juist, omdat mau in deze zin immers direct naast het hoofdwerkwoord sit is geplaatst. Men lette bijv. op de volgende wijziging van de woordvolgorde: Ngai mau menpau sit. De zin betekent nu: ‘Ik heb geen brood om te eten’. In deze constructie hoort mau bij menpau en dus niet (meer) bij sit. Het woord mau betekent ‘niet’ of ‘niet hebben’ en is geen vraagpartikel zoals wordt gesuggereerd met de voorbeeldzin 27a: Ngi sit fan mau? voor ‘Eet je rijst?’. Voorts dient aangenomen te worden dat de stelling ‘Mm mau wordt bij het spreken samengetrokken tot mau’, op een misverstand berust: Mau is een samentrekking van mm ju, d.i. ‘niet hebben’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mm zhenOver Mm zhen wordt vermeld: Mm zhen komt voor in zinnen met een voltooid partikel. De plaats van dit vraagpartikel is ook aan het einde van de zin’. Voorbeeldzin 54a luidt: Ngi sit hoi fan mm zhen voor ‘Heb je rijst gegeten?’. Mm zhen betekent ‘nog niet’ met een sterke nadruk op het tijdselement, waarmee kan worden aangegeven dat een bepaalde handeling nog niet heeft plaats gevonden. Aan het eind van een zin geplaatst, krijgt de zin wel een vragend karakter. De correcte vertaling van voorbeeldzin 54a dient te luiden: ‘Heb je nog geen rijst gegeten?’ (letterlijk: ‘Jij eet voltooid rijst nog niet?’). In een niet vraag-zin staat mm zhen steeds bij het hoofdwerkwoord. Aldus kan voorbeeldzin 54a omgezet worden in: Ngi mm zhen sit fan voor ‘Je hebt nog geen rijst gegeten’. Mm zhen is evenmin als mau een vraagpartikel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 94]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over ‘mm’, ‘mau’ en ‘mm zhen’Functie en betekenis van deze woorden kunnen het best worden duidelijk gemaakt aan de hand van enkele voorbeelden.
Voor de goede orde kan overigens worden opgemerkt dat al deze voorbeeldzinnen ook vragend gemaakt kunnen worden zonder een omzetting van de woordvolgorde.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 95]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur (beknopt)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 96]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|