In dit nummer...
Dit eerste nummer van het tijdschrift OSO bevat ondermeer de teksten van de lezingen die op 22 en 23 mei 1981 in Nijmegen zijn gehouden tijdens een colloquium dat werd verzorgd door de Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek. Het zeer druk bezochte colloquium, dat plaatsvond in het Nijmeegs Cultureel Centrum de Lindenberg, was getiteld ‘Ontwikkelingen in Taal, Literatuur en Cultuur van Suriname’.
Het colloquium begon met het voorlezen van een proclamatie waarmee de Stichting I.B.S. grotere bekendheid wenste te geven aan haar doelstelling en activiteiten. Er is indertijd in de krant en op de radio aandacht aan deze proclamatie gewijd. De volledige tekst verschijnt in dit OSO-nummer op pagina
Tijdens het colloquium heeft Roy Khemradj van Radio Zorg en Hoop/NOS een gezamenlijk interview afgenomen van prof. dr. P. Seuren, voorzitter van de Stichting I.B.S. en hoogleraar Taalfilosofie te Nijmegen, prof. dr. J. Voorhoeve, hoogleraar Afrikaanse taalkunde en Creolistiek te Leiden, en drs. J. Defares, medewerker aan het onderzoekproject ‘Taal en taalgedrag als functie van de multi-linguale Surinaamse samenleving’ (Universiteit van Suriname). Op blz. 13 treft U de volledige tekst aan van dit vraaggesprek, waarin ondermeer aan de orde komen: de achtergrond van het Nijmeegse initiatief op het gebied van de Surinamistiek, het streven naar de vestiging van een leerstoel aan een Nederlandse universiteit, John Defares' visie op de samenwerkingsmogelijkheden tussen Suriname en Nederland op taalonderzoeksgebied, en de positie van het Sranan Tongo, het Surinaams-Nederlands en de andere talen in de Surinaamse samenleving.
Van de lezingen die tijdens het tweedaagse colloquium in Nijmegen gehouden zijn, worden er vijf in dit nummer van OSO afgedrukt, namelijk die van prof. dr. R. van Lier, die van Oscar Kemble, die van Astrid Roemer, die van prof. dr. J. Voorhoeve, en die van drs. J. Defares.
In zijn voordracht ‘Cultuur in Suriname’ gaat professor Van Lier in op de aard van de Surinaamse cultuur in verband met de etnische samenstelling van de bevolking. Oscar Kemble bespreekt in zijn lezing ‘Naar een maatschappij-kritische poëzie’ de rol van de Surinaamse dichters in de politieke strijd tegen overheersing. In ‘Een karikatuur van de Surinaamse literatuur’ spreekt Astrid Roemer over de positie van de Surinaamse auteurs in Nederland. Professor Voorhoeve behandelt in zijn lezing ‘Het Sranan als cultuurtaal’ de problematiek van een keuze van de nationale taal. Hij zegt dat in het debat over de toekomst van het Sranan Tongo vaak te simplistisch wordt gedacht over de functies van een nationale taal, alsof een nationale taal