| |
| |
| |
Dertiende Saamenspraak.
Engeland had America derwyze verdrukt, dat men aldaar het vrygebooren hoofd begon opteheffen en naar verlossing uit tezien. De Americaanen door de Rechtvaardigheid hunner zaak, en de medewerking der Vryheid ademende Natuur ondersteund, slaagden wonder wel in hunne billyke poogingen. Het edelmoedige Vrankryk ondersteunde het nieuwopkomend Gemeenebest, en deeze daad van lofwaardige menschlievenheid had een Oorlog tusschen dat Ryk en Engeland ten gevolge.
Engeland was zelden rechtvaardig.
De Oranje Party hier te lande was geheel op de zyde van Engeland. Dat Ryk poogde men allen bystand te bezorgen en over Vrankryk te doen zegenpraalen: – van de Weldenkenden onder ons leerden de Natie de onbillykheid en schadelykheid dier ondersteuning kennen, die men byna stond te verleenen. De gewapende Neutraliteit kwam te voorschyn, en door middel van de zelve zou ons Vaderland voor duizende Onheilen zyn behoed geworden, indien men 'er tydig toe had overgaan, doch Willem en de zynen, belang by Engeland hebbende verydelden derzelver nuttigheid voor ons, en ons niet in Oorlog met Vrankryk hebbende kunnen inwikkelen, schooven ze ons eerst de moord-
| |
| |
daadige Roofzugt der Engelschen op den hals, en vervolgens den Oorlog met dat onrechtvaardige Ryk.
In dit alles steekt niet weinig wraakzugt door.
Engeland nam niet slegts onze weerlooze Koopvaardyscheepen de een na den ander weg; mishandelde niet alleen, op de gruuwlykste en onmenschlykste wyzen ons Zeevolk, dat men in donkere en stinkende kerkers wierp, allerlei martelingen aandeed, en van honger en ellend liet vergaan, het overweldigde niet blootlyk onze bezittingen in de Indien, daar het even als het uitschot der Barbaaren, de moord-en plunderzugt den vryten teugel vierde, maar dat zelfde trouwlooze Engeland, vond ontallyke Verraders, die het in ons midden ten dienst stonden, en uit alle vermoogen in de hand werkten.
Willem de Vyfde zal zig zekerlyk hier hebben doen uitmunten?
Deeze, het Hoofd der uitvoerende Magt, wel verre van ons tegen het bondverbreekend Engeland te verdeedigen, deed zelf alle poogingen mislukken, en verydelde alle middelen, die ons ter zelfverdeediging nog overschooten. Hy bleef hardnekig staan op de vermeerdering van Landmagt, die wy niet nodig hadden, en verhin-
| |
| |
derde daar door de verbetering van ons Zeeweezen, zonder het welk wy gewislyk de prooi van de roofzieke Engelsche moesten worden. Onbeschaamd en wrevelmoedig, streefde hy alles tegen, wat zig maar in dit stuk, ten beste des Vaderlands zien liet. Onze Zeemagt hield hy in zulk een zwakken en vernederden toestand, dat zy niet in staat was, om een weerelooze Koopvaardyvloot te neemen, die haar voorby zeilde.
Ten minsten zal men haar verbooden hebben, die te neemen.
Die geringe Zeemagt onderging daarenboven nog groote vermindering, door ongelukken, die de Oranjeparty zelf berokkende, dus by voorbeeld, om niet alles te noemen, verzeilde de eerlooze de Bruin by ligten dag en schoon weer, een Oorlogschip, moedwillig op een zandplaat. De aanbouw van nieuwe Scheepen ging zo traaglyk voort, dat het alles verbaasde! Oranje wilde niet dat het spoediger geschiede, – een grooter Zeemagt zou zyn geliefde Engeland te bang gevallen hebben.
Maar immers hebben wy wel eenige voordeelen behaald?
De slag op Doggersbank, die, in weerwil van de Overmagt der Engelschen, zo gelukkig voor ons uitviel, verschafte ons ten minsten eenige Glorie. – Maar hoe zeer viel deeze Zegepraal tegen de verwag-
| |
| |
ting van Willem den Vyfden uit! Met welk eene blykbaare misnoegdheid vernam hy den uitslag, en hoe vertrooste het hem niet, toen hy hoorde, dat de Engelschen de vlag niet gestreeken hadden! Zoutman was niet uitgezonden om te overwinnen, maar om overwonnen te worden, dit bewyzen verscheiden omstandigheeden, en het is de Voorzienigheid alleen, aan wie wy dit geluk te danken hebben.
Hebben wy niet veel by deezen Oorlog verlooren?
De schade, die door toedoen van den Stadhouder en zyn Aanhang, ons door deezen Oorlog is toegebragt, is onbereekenbaar. Millioenen werden er geroofd. of liever den Vyand in den mond gezonden. De Koophandel onderging 'er een knak mede, die eeuwen noodig heeft om zig te herstellen, en de Burgerstaat verviel 'er door in eene kwyning, die bezwaarlyk te boven kan gekoomen worden.
En dat alles door toedoen van Oranje!
Zekerlyk door zyn toedoen. Van hem hing het af om de Zeemagt alle mooglyke werkzaamheid en kragt by te zetten! om de handen met het hulpbiedend Vrankryk in een te slaan! De zaak van Brest is te overvloedig bekend, om 'er geen getuigen van te draagen.
| |
| |
Een schandlyke vreede! – Gelukkig voor ons, dat de edelmoedig Lodewyk de Zestiende die te wel de oogmerken van den Stadhouderlyken Aanhang doorgronde, de schuld van eenige weinige Trouwloozen, niet aan een onschuldig Volk weet, dat men gedoemd had, om het slagtoffer van de rechtvaardige wraak des felbeleedigden Vrankryks te worden. Deeze waarlyk groote Vorst heeft onze Colonien voor ons bewaard; heeft ons tegen onze Vyanden verdeedigd, en ons weldaaden beweezen, die de bestendige erkentenis van ons en onze Nakomelingen verdienen.
Dan is zulks ook de reden, waarom de Prinsgesinden zo hevig tegen Vrankryk uitvaaren.
Oranje had niets liever gezien, dan dat wy met Vrankryk in Oorlog waren geraakt, dan had hy geleegenheid gehad, om ons in zyne kluisters van Engeland te doen vallen. Dan had hy kans gehad om Graaf te worden, ondersteund door de Engelsche magt, die door de tyd, het oppergezag over dit Land in handen zou gekreegen hebben!
En dit ontwerp is verydeld?
Door de goedertierenheid van Nederlands God! deeze gedoogde niet, dat wy
| |
| |
den vryen hals voor den Oranjetyran zouden krommen! Onze Vaderen waren door zyn hulp van het Juk bevryd geworden, Hy beveiligde ons andermaal tegen het nieuwe, dat men voor had ons op te dringen. o myn Zoon! onze verplichtingen aan den Almagtigen zyn ontelbaar; mogten wy toch steeds bereid zyn om 'er aan te beantwoorden!
|
|