No. 14.
Vreugde-zang, Ter verjaaring van haare doorluchtigste en koninglyke hoogheid Frederica Sophia Wilhelmina, princesse van Oranje, en Nassau, &c. &c. &c. Op den 7 Augustus 1788.
Stem: Ondankbaar Volk, enz.
1.
Dees blyde tyd doet ons thans Zeegenpraalen,
En zy vervult ons Hart met waare Vreugd,
Men kan weer vry en vrolyk Adem haalen,
Wyl men weer ziet het Pronkstuk van de Deugd;
Daar dees Vorstin op heden mag verjaaren,
Toond Nederland dat niets uw Vreugde stuit
Wilt voor Haar Roem de Eendragt nu bewaaren,
Dan blaast de Faam alöm Haar Deugden uit.
2.
Zy heeft voor uw het alles willen wagen,
En voor uw Rust haar in 't Gevaar gesteld;
Haar teder Hart hielp uwe smerten draagen,
Gy ziet, door Haar uw Vryheid thans hersteld.
Wilt dan dees Daad in uw gedagten houwen,
Roemt Haar Verstand, pryst Haare Moedermin.
Noemt Haar't Cieraad! Ja, het Juweel der Vrouwen!
Geeft dus uw Dank aan Willems Gemalin!
3.
Laat ons Verheugd Haar onze Wensche toe weiden;
Gy hebt uw beê, Juigt dus, ô Nederland!
Wilt voor u Vorst en uw Vorstinne stryden,
Maar legt den Twist en Tweedragt aan den band;
Daar uw Vorstin 't uw een voorbeelt heeft gegeeven,