De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden Oranjeboom
(ca. 1784)–Anoniem Oranjeboom, De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden– Auteursrechtvrij
[pagina 81]
| |
Het eerste vervolg van den nog bloeijenden oranje-boom, of verzameling van liederen, op de gelukkige omwending der publieque zaaken in Holland, Den 19 September 1787.No. 12.Op de Wys: Ach! Ach! Ik Arme Vrouw.Terwyl 't nu is geschied,
Dat 't Vrycorps is te niet,
Door tyds omwentelingen,
Terwyl 't nu is geschied;
Zoo zullen wy te zaam,
Van vreugd Victorie zingen.
Nu triumpheeren wy...
Oranje op ons zy...
De Barnevelders beeven.
Nu triumpheeren wy.
| |
2.De Prins van ons bemint,Ga naar voetnoot[a]
Zyn haaters nu verwint,
Laat ons van blydschap springen,
Hy is ons beste vrind,
Nu zullen wy te zaam
Van vreugd victorie zingen. Nu enz.
| |
3.De Fyne kuypery,
Die veelen bragt in Ley
Door Armiaansche benden;
| |
[pagina 82]
| |
Die syne kuypery,
Van 't Moordrot is ondekt,
En ingetrapt de lenden. Nu enz.
| |
4.Nu zal geen GyzelaarGa naar voetnoot[b]
Het land meer in gevaar,
Of tweespalt kunnen brengen,
Nu zal men Gyzelaar,
Zoo listig, als Brutaal,
Nooit in den Raad gehengen. Nu enz.
| |
5.Laat die Aap van de Wit
Aan 't Y, daar hy nu zit,
Zyn troubel bier maar brouwen.
Het zal dat snoode Lit,
Schoon t' Amsterdam gevlucht,
Hier na wel Eeuwig rouwen. Nu enz.
| |
6.Een BleiswykGa naar voetnoot[c] zal nu niet
Tot yder eens verdriet,
Zyn loozen rol meer speelen;
Een Bleiswyk zal nu niet,
Wiens snoodheid is ontdekt,
Sireenen zang-meer kweelen. Nu enz.
| |
7.Van BerkelGa naar voetnoot[d] zal niet meer
Met Visscher, naar begeer
's Lands welvaart ondervroeten:
Verbonden maaken weer
Waar van de Staat niets weet
Maar hunne snoodheid boeten. Nu enz.
| |
8.
Casteel en ZeebergGa naar voetnoot[e] zal
Tot Haarlems ongeval,
Geen nieuwe wet meer maaken;
Wy zien met bly geschal
Hen van hun post ontzet:
Zy moesten 't alles staaken Nu enz.
| |
[pagina 83]
| |
9.'t Defensie-weezen,Ga naar voetnoot[f] dat
Haar Hoogheid had gevat,
Moest meê zyn biezen pakken.
't Verkwiste wel een schat:
Verhief zich boven al'
Maar liet den Moed ras zakken. Nu enz.
| |
10.Een woeste Legermacht,Ga naar voetnoot[g]
Wie had het ooit gedacht,
Mogt strafloos Burgers drukken.
Nu is haar kragt verkragt,
Gesmolten en gevlugt,
Betreuren zy die nukken. Nu enz.
| |
11.
Cartouches BendeGa naar voetnoot[h] zal,
Vervult met bitt'ren gal,
Den Burger niet meer plonderen.
Cartouches Bende zal
Geen vloeken op de Prins
Thans opentlyk meer donderen. Nu enz.
| |
12.Een Schuurman en VerlemGa naar voetnoot[i]
Zyn deerlyk in de klem;
Om hunne schandgeschriften.
Nu zal geen Jan Verlem
Meer geeven ryke stof
Tot voedsel van de driften. Nu enz.
| |
13.
CosterusGa naar voetnoot[k] 't galgeäas,
Nog FynjeGa naar voetnoot[l] maakt geraas.
Zy moesten meê al vluchten,
Met PostGa naar voetnoot[m] en Kruijers baas;Ga naar voetnoot[n]
En komen zy eens weer
De galg staat hun te duchten. Nu enz.
| |
[pagina 84]
| |
14.Geen Klopper, Enschedé,Ga naar voetnoot[o]
Nog Utrechts Lasteraar meê
Durft thans van Nero kikken
Geen Klopper, Enschedé,
Vloekt thans meer op den Prins,
Maar beeft alle oogenblikken. Nu enz.
| |
15.Geen Sluis en Delfsch' Rot,
Dat Recht en Wet bespot
Zal nu meer braaven kwellen,
Of dryven boos en zot,
Al het Oranje Vee
Voor in de spits te stellen.Ga naar voetnoot[p] Nu enz.
| |
16.Ja! GOD heeft ons gered,
Door Pruissen perk gezet,
Aan heerschzucht, en doen beeven,
Die 't moordzwaard had gewet
Looft GOD! - En roept te zaam,
Dat Pruissens Koning Leeve! Nu enz.
| |
17.Lang leef ook, onze Vorst!
Die zo veel laster torscht;
Met zyne-Gemalinne!
Elk roept uit volle borst.
Lang leef hun dierbaar Kroost!
Dat elk hun teer beminne! Nu enz.
| |
18.Een Brunswyks dapper Held,
Die Muitzucht heeft geveld,
Moog lang in voorspoet leeven!
Zyn roem zy steeds vermeld!
Hy deed de snoodaarts beeven. Nu enz.
| |
19.Lang leef Graaf Bentinckook!Ga naar voetnoot[q]
Hy deed in damp en rook,
Het muiters plan verdwynen.
Lang leef Graaf Bentinck ook!
Hy moog steeds als een Zon,
Aan Neêrlands Hemel schynen! Nu enz.
| |
20.Elk zing dan overluit;
Roept Nassouws glorie uit,
Laat ons dat Stamhuis loven!
Hier mee is 't Liedje uit.
Koomt! - Drinken wy een glas,
En roept; ORANE BOOVEN. Nu enz.
|
|