De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden Oranjeboom
(ca. 1784)–Anoniem Oranjeboom, De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden– Auteursrechtvrij2.Toen vloogen 'er veele uit de Stad, ha ha!
En koozen veel liever 't haazenpad, ha ha!
Een party liepen naar het strand,
En and'ren regt naar Gelderland, ha ha! ha ha! ha ha!
| |
[pagina 70]
| |
3.Vervolgens kwaamen de stroopertjes aan, ha ha!
't Verlangen van hun wierd niet voldaan, ha ha!
Zy kreegen dog een Neegental,
En bragten die vast naar de Hal, ha ha! ha ha! ha ha!
| |
4.Maar daarop verscheenen uit 't Hoogerland, ha ha!
Een meenigte Jaagers, vol met brand, ha ha!
Toen vlugten al de Stroopers heen,
En Buyser kreeg men gantsch alleen, ha ha! ha ha! ha ha!
| |
5.De grootste der schelmen is wel gezogt, ha ha!
Een Fynje die reeds lang had verkogt, ha ha!
Den duivel zyn vervuilde ziel,
Waar Gerrit Paape mee voor kniel, ha ha! ha ha! ha ha!
| |
6.De neegen Gevangenen kwaamen vry, ha ha!
Het gantsche Gewest was eeven bly, ha ha!
Het Hooft van 't Land kwam in de buurt,
De Stroopers hebben uitgevuurt, ha ha! ha ha! ha ha!
|
|