De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden Oranjeboom(ca. 1784)–Anoniem Oranjeboom, De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 18. Vivat oranje. 1. Vivat Oranje! was d'ouderen toon! Toen braaf heid en trouw elks handel versierrde, Toen alles in 't land was effen en schoon; De Prinse vlag van het Staten hof zwierde. Toen leefde men vry En vrolyk en bly; De moedwil van Spanje, 't Uitheemsche gebied Van Gal of Brittanje, De Trots van Germanje, Die vreesde men niet. 2. Vivat Oranje! knerst nu in het oor Van 't volkje verdeeld, misleid en verbastert. De domheid en loosheid leent het gehoor, Als valsch en boosheid Oranje belastert. Nu kent men geen deugd, Geen welvaart, geen vreugd, De moedwil der Groten, Door Burgers gestyfd, Heeft Willem verstooten, Zyn tranen vergoten, De Vryheid ontlyfd. [pagina 27] [p. 27] 3. Vivat Oranje! (myn God kan het zyn?) Dat heet nu aanslag op 't regt van de Staten, Straft met boeyen, schavotten en pyn, Men trapt de Burgers, men hoont de Sol daten. Het land is verdeeld, De welvaart verspeeld, Nog mag men niet spreeken, Of dolheid verwoed Vermeet zig te wreeken, Met stroomende beeken Van burgerenbloed. 4. Vivat Orange! zal eeuwig myn taal, In spyt van 't woeden der Eigenbaat, blyven! Of schyndeugd my hoont, of domheid my smaal' 'k Vloek haar belonen, en lagch om haar krygen, De kerker en 't slot De beul en 't schavot Mag alles ontroven, En kweek' slaverny, Myn gloed zal niet doven. Oranje zy boven!! En Nederland vry!! Vorige Volgende