De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden Oranjeboom
(ca. 1784)–Anoniem Oranjeboom, De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden– Auteursrechtvrij
[pagina 18]
| |
Waar is uw oude spraek, die meenige deed beeven?
't Is uit met uw, men hoort u ontrouw door de faam.
| |
2.Het regt dat schuwt uw muur, de deugd is weg gevlooden,
De nyd, de twist, de vloek neemt tans hun wooning in;
Men ziet uw glans bedekt, door monsters en door snooden,
Die niets en zoeken, als hun eigen groot gewin.
| |
3.Rampsaalig Land, uw val is byna niet te stuiten,
De woede stygt in top, wort het verraat ontdekt,
Het Volk te veel misleid, slaat straks geheel aan 't muiten,
Waar van 't vooruitzicht niet, dan schrik en angst verwekt.
| |
4.Hun die men eertyds zwoer, van nooit te zullen haaten,
Maar altoos yverig, met hun hulp haar by te staan,
Die ziet men thans, omringt door woedende Soldaaten,
Gebiedende een Prinses, om uit een Plaats te gaan.
| |
5.Waarin zy van het Volk te regt is aangebeeden,
Waar toe haar deugd haar reeds in dit benaauwde uur,
Om door haar Konst de raad te luistere doen na reeden,
En dus de vreede eens weer te brengen in dees muur.
| |
6.Dan ach die is geheel uit Nederland gevloogen,
De onschuld klaagt vergeefs om dees gevloekten daad,
Dog eene Vorst ziet met geen onverschillige oogen,
Hoe dat Oranje thans vervolgt word en versmaad.
| |
7.Beeft voor een Koning gy gewaande Vryheids Zoonen,
Schrik voor een Vorst die 't regt zyns Zuster staaven zal;
Hij die de Deugd bemind zal uw geensints verschoonen.
Maar zig verblyden in 't aanschouwen van uw val.
| |
[pagina 19]
| |
En GOD zal voor die Vorsten voor zyn Vrienden stryden,
Zy zal Oranje ook bewaare door zyn kracht,
Dan zullen wy ons t' zaam met onze Vorst verblyden,
En roemen neevens hem GODS Grooten Oppermagt.
Eendracht maakt Macht.
M.J.V.H,
|
|