Het Oranje vreugde-maal
(1747)–Anoniem Oranje vreugde-maal, Het– Auteursrechtvrijopgedischt in de gaare-keuken van de Gekroonde B. Ter gelegenheyd van de Verheffing van zijne Hoogheid
Voys: In de Min vind ik geneugten.BAchus offer ik mijn Herte,
Want zijn Zap dat Edel Nat,
Dat verligt altijd mijn smerte,
Ziet ik ben de Min al zat.
Wat het is een smertig leven,
Als men mind een trotze Maagd,
Die dog geen gehoor wil geven,
Schoon men tot haar liefde draagt.
En haar Minnaars staag veragten,
Schoon dat hy haar nedrig vleyd,
Weg ik ruk al mijn gedagten,
Van die stuursche trotze Meyd.
En ik wil met mijn Gezangen,
Staag omhelzen ’t Edel Nat,
En alzo met vreugd ontfangen,
’t Zap dat uyt de Druyve spat.
| |
[pagina 89]
| |
Kom dan zoet en lekker Wijntje,
Dat daar komt uyt Vrankrijk,
Of dat wassent is aan ’t Rhijntje,
Gy maakt my altijd vrolijk.
En kan al mijn smert verzagten,
Daar de Min niet baard als pijn,
Bachus blijft in mijn gedagten,
Met zijn Zap wil ’k vrolijk zijn.
Ik wil volle glazen drinken,
Schenken in de koele Wijn,
Vrolijk Zingen, vrolijk Klinken,
Bachus Nat is Medicijn.
Ik zal hem een Autaar bouwen,
Die ombind’ met een Wijn-rank,
Staag zal worden vast gehouwen,
Ik houd’ het met Bachus Drank.
|
|