Het Oranje vreugde-maal
(1747)–Anoniem Oranje vreugde-maal, Het– Auteursrechtvrijopgedischt in de gaare-keuken van de Gekroonde B. Ter gelegenheyd van de Verheffing van zijne Hoogheid
[pagina 13]
| |
Voys: Schoon Amarant.BEyd’ Hollanders en Zeeuwen,
Toond uw moedig kloek als Leeuwen,
Met het fris Quartier
Stigt Utrecht mee,
Groeningen en d’Omlanden,
Over-Yssel, Rees:
Geldersche Strees,
Wilt de Fransman aan randen
Trekt uw Zwaerd uyt d’Schees.
Den Fransen Haan,
Komt op de Zee te krayen
Met Schepen zwaar gelayen,
Om ons te verslaan,
Hy en zijn Steert
Zoeken ons te bederven,
Maar weest niet verveert
Uw lustig weert,
Met hakken en met kerven
Want uw niemand deert,
Gy kreygt te baat,
Veel Duyzend, Duytsche Knegten,
Die zullen uw helpe Vegten,
| |
[pagina 14]
| |
Als een braaf Soldaat,
Dus weest verblijd,
Wy zullen gaan floreren,
Nu in dezen tijd:
Dus wie gy zijt,
Wilt lustig aan ’t Marseren
Toond uw in den Strijt.
Ons Prins dien Held,
Komt met zijn Oorlogs-magten,
Om te toonen nieuwe kragten,
Dapper in het Veld,
d’Oranje Spruyt,
Zal zijn verheven Takken,
Nu weer schieten uyt;
En maaken Buyt,
Met Schieten en met Hakken
Met Roet, Loot en Kruyt.
Onz’ Generaals,
Collonell’ en Capiteynen,
Ziet men weer in ’t Veld certynen,
Met tweesneydig’ Staals,
Veel Luytenants,
En Vaendrigs ’t Vaendel zwieren,
De Commendants
Corpraals konstants,
Zoetelaars hoord men tieren
Met veel Proviants.
De Ruytery
Met Trommels en Trompetten,
Om de Vyand te verpletten,
En Soldaten daar by,
Veel Grof Kanon,
Om lustig te zien Dond’ren,
Op Louis Bourbon;
| |
[pagina 15]
| |
De Oranje Zon,
Rijst tot yders verwond’ren
Als een Dauw of Bron.
Ja d’Admiraal,
Zal met zijn Grijze Haare
Lustig op Nepthunis Baare
Met zijn blanke Staal:
d’Engelsche fier
Zulle jagen en vernielen,
Door Rook, Vlam en Vyer
Met groot playzier,
Voor zijn Bezeylde Kielen
Maaken groot gezwier.
Matrooze kloek,
En lustige Marijne,
Wilt nu weer in Zee verschijne,
Za komt uyt den hoek;
Uw Schepen fijn,
Wilt die weder verklaren,
Zuyver ende reyn,
Dat zy weer zijn,
Lustig om te bevaren
Trekt t’zaam eenen lijn.
Roept by gelijk
Viva, Viva, Oranje,
Viva, die nu in Campanje
Trekt voor ons publijk;
Viva, onz’ Staat
Die ons door haar Regeering,
En haare Wijze Raad,
Vroeg end’ laat,
Bestieren onze Nering
Loonen ’t Goed en Kwaad.
|
|