Opwaartsche Wegen. Jaargang 18(1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 165] [p. 165] [Gedichten van Gerrit Achterberg] Gerrit Achterberg Waarheid Doode, ik ben bedorven tot op het lied dat ik nog moet schrijven: geen eeuwigheid kan beklijven, die ons niet wordt ingekorven. Ik heb niets meer verworven, dan deze waarheid der sferen; en van een paar hollandsche heeren de verzekering: het kan verkeeren. Maar gij zijt gestorven. [pagina 166] [p. 166] Gerrit Achterberg Zwerver Dien avond kwam ik later dan gewoonlijk naar boven. In de huiskamer was licht zag ik door de gesloten deur. Een schicht van vreugde maakte terstond persoonlijk, al wat zich uit mij had ontsticht in stad en menigte. Ik stond koninklijk in het vernieuwde donker van den nacht, binnen mijzelve opgericht. ‘Ik heb op je gewacht’, zei je aandoenlijk, en kuste mij de dood van het gezicht. Vorige Volgende