Opwaartsche Wegen. Jaargang 18(1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 151] [p. 151] N. Batenburg Anders niet...... Franciscus staat in 't morgenlicht met zijn verheerlijkt aangezicht gewassen door de peerse dauw, omademd door het hemelsblauw...... Franciscus hart is sterk en blij, van alle aards begeren vrij, alleen verwachtend Godes wil, is alles in en om hem stil...... Franciscus staat aan d' oude bron en om zijn handen hangt de zon en in zijn ogen brandt het rein geluk van schoon-gelouterd-zijn. O! laat mij in de cirkelloop van weemoed, wanhoop, wellust, hoop van wild genot en bitt're pijn, o! laat mij als Franciscus zijn...... Maar God, die mij dit leven gaf, mij schiep uit niets en straks mijn graf voor mij bereidt, Gij weet alleen, hoe 'k mij verliefde in Uw leen...... hoe 'k al wat Gij mij hebt vertrouwd, dicht aan mijn hart gekoesterd houd - en hoe mij brak Uw machtig woord, wanneer Gij naamt, wat U behoort...... O! God, leer mij tevreden zijn met enkel Uwe zonneschijn en met een simpel vogellied een blom...... wat dauw...... en anders niet...... Vorige Volgende