Opwaartsche Wegen. Jaargang 18(1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] [Gedichten van M. Dendermonde] M. Dendermonde Schemering Reeds lang heeft Moeder 't breien laten rusten, en Vader is alleen nog in zijn sigaret; ik denk, hoe één mij gisteravond kuste......, ook Zus is stil: zij wil nog niet naar bed. Het donker daalde om de kamerdingen. De schemer dwingt een fietslantaren buiten om hoger de dynamo te doen zingen, zo eeuwig hangt de stilte voor de ruiten. Dan staat Moe op en sluit stil de gordijnen; het plotselinge licht laat alles wederkeren: de pennen tikken, rook trekt kronkellijnen en Zus heeft nog piano te studeren...... Elkeen zo ver en toch zo bij elkaar, zaten we even in vier enge kringen: elk opgesloten met zijn enge denken, waarin zwaar de schemer rees om de geheimste dingen. [pagina 108] [p. 108] M. Dendermonde Tweede keer Om niet de angst te kennen van hun schuld, vervolgden zij den Juichend-Ingehaalde, - die slechts met 't woord hun daden weer betaalde - en hebben Hem hun laffe woorden toegebruld. Hij is gevlucht: voor hen geen twééde maal het kruis, en vond in 't park een bult, die blaren gaarde. Hij zag hem aan: de eenvoud, die God spaarde als laatste waarheid in dit gekkenhuis. De bult hief zijn gezicht, bleef slechts verwonderd staan en boog het hoofd: hij had zijn Heer herkend, die hem zo lang vertrouwd was en bekend...... en hoorde nederig zijn kleine zonden aan. Van verre naderde het woedende gebral. Waar even nog de Bult en Hij tesamen stonden, hebben de schreeuwers 't eenzaam park gevonden: de laatste mens was meegestegen in 't Heelal...... [pagina 109] [p. 109] M. Dendermonde Regen Een geel koud licht uit een lantaren, een regendrup in monotone maat, een natte wind, wat dode blaren en ik zijn hier zo triest alleen op straat. De klok sloeg acht en later negen; de straat glimt in het grijze weer, ik sta hier in de grote regen en ril een beetje, drentel op en neer. Het uurwerk slaat nu kort en boos half tien; een kille drop valt bijtend in mijn kraag. Dan, zonder dat ik Elsje heb gezien, loop ik maar door, verdrietig, nat en traag. Vorige Volgende