Opwaartsche Wegen. Jaargang 18(1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 105] [p. 105] [Gedichten van Koos van Doorne] Koos van Doorne Organist Hij is een magisch goochelaar; zijn voeten maken snelle passen, zijn handen dansen op terrassen. Hij is een machtig tovenaar, die met bazuinen en trompetten bergen van droefheid kan verzetten. Zijn hoorders wordt hij mond en stem; in klanken klapwiekt het verlangen dat scheen gekortwiekt en gevangen. Hij, bij God's gratie middelaar, vogel in onze stomme hagen, wil naar God's oor ons klagen dragen. Ik hoor zijn pijpen rein en klaar mijn eigen vreugde juichend zingen. Wat macht zou tháns mijn keel bedwingen? [pagina 106] [p. 106] Koos van Doorne West-Virginia O droom, die leeft in dezen naam. Ik koester U in lange nachten wanneer het schip van mijn gedachten een stroom vindt in het licht der maan. Droeg ooit een show-boat zoveel droomen? Zong daar een vrouw zó zoete wijs? Ik, die mijn waan niet wil ontkomen, die hem bescherm tot elken prijs, ken door die droom het eigen wezen en leer de hunkeringen lezen naar mijn Verloren Paradijs. Koos van Doorne Preek Sta af van ongerechtigheid; vóór alles van opstandigheid, die zonde tegen 't Opperwezen; in heel Zijn schepping staat te lezen: ‘Ik gruw van uniformiteit’. Vorige Volgende