Opwaartsche Wegen. Jaargang 18(1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] [Gedichten van Ab Visser] Ab Visser Bergmeer Het meer is als geronnen bloed Met zwaveladers licht doorschoten, De bergen houden 't vlak omsloten, Dat grondloosheid vermoeden doet. Het schuim der purp'ren wolkenvloten Wielt traag in wereldvreemde gloed Het meer is als geronnen bloed Tussen de steilten ingegoten. Soms kruisen 't pad met rappe voet Fazanten naar 't dicht opgeschoten En zwartnat bos; een bergbeek spoedt Langs varens, druipend, rotsontsproten, Naar 't meer als van geronnen bloed. [pagina 104] [p. 104] Ab Visser Roche Abbey Het dal is waar men 't niet vermoedt, Bestendig in zijn wijze vrede. 't Verkeer gaat op een scherpe snede Voorbij met lompe reuzenvoet. 't Rotspad is grijs en uitgetreden, Maar meidoorn bloeit er kroes en zoet. Het dal is waar men 't niet vermoedt, Zo na en toch zo ver van 't heden. Gewijde beek stroomt langs de treden Van 't groen terras, haar sprenkling voedt Muurbloem en roos als in 't verleden En stilt des wandlaars dorst voorgoed...... Het dal is waar men 't niet vermoedt. Vorige Volgende