zelfde sombere geluid horen. B. ziet in de kunst een te veel meegaan met de mode, en hij mist persoonlijkheden onder de dichters.
- Leo van Breen's debuut als romanschrijver met ‘Vaarwel Budapest’ vindt geen toejuiching in De Nieuwe Eeuw (22-2-'40). Het ontbreekt de auteur aan psychologisch inzicht. Er is geen geestdrift achter zijn personen, geen smaak in situaties, geen sfeer. - Garmt Stuiveling's verzenbundel ‘Tegen de Stroom’ wordt in ‘Tijd en Taak’ (10-2-'40) besproken onder de titel ‘Een zwerver verdwaald?’ De recensent oordeelt dat S. sòms socialistisch dichter is, het socialisme is bij hem een der motieven, maar 't klinkt meer in mineur dan voorheen, het socialistische motief verschrompelde, het klinkt niet triomfantelijk meer. Verdwaalde deze zwerver en zocht hij daarom de weg terug? - Menno ter Braak bespreekt ‘Eiland der Ziel’ van Gerrit Achterberg in Het Vaderland (3-3-'40). De inleiding die Hoornik aan de bundel meegaf vindt geen bewondering bij Ter Braak. De laatste ziet H. aan 't werk dit duistere dichterschap te verklaren, maar 't geschiedt door een exposé dat de duisterheid verdubbelt. Ter B. wil de duisterheid van A. duister laten, tenminste daar waar hijzelf kennelijk de behoefte heeft gevoeld duister te zijn. ‘Hulshorst’ noemt Ter B. een volmaakt gedicht en verder roemt hij 't vers ‘Reiziger doet Golgotha’.
- A.M. de Jong wijdt een uitvoerig artikel in Het Volk (27-2-'40) aan Eekhout's ‘Warden een Koning’ (1937). Naast waardering wijst de recensent op de te nadrukkelijke stijl, het stroef-plechtstatige, op 't te verfijnde beeld van de simpele herder, op 't gebrek aan humor. Een aanvechtbare mening.
Zo juist verscheen van de bekende Vlaamse essayist Joris Eeckhout de bundel ‘Litteraire Profielen’, dl IX (Antw. 1940), waarin een oriënterend, warm gesteld hoofdstuk over Jan Eekhout (p. 26-43). De schr. verdedigt de protestants-christelijke letterkunde tegen hen, die deze niet erkennen willen en in 't bijzonder Eekhout. Schr. vindt E's kunst geen regionale kunst, maar algemeen-menselijk van karakter, geschreven vanuit de Calvinistische levensbeschouwing, welke domineert in: individualisme en pessimisme.
- Op Stapel staan o.a.: Ed. Hoornik, ‘Tafelronde: studies over jonge dichters’ (hierin worden opgenomen de poëzie-kronieken uit Groot-Nederl. 1939); Anthonie Donker, ‘In den Ban der Werkelijkheid’ (de studies over de jongste dichtergeneratie uit De Stem 1939); S. Vestdijk, ‘Albert Verwey en de Idee’; Evert Zandstra, ‘De vlammende Heide’ (roman); H. Marsman, ‘Tempel en Kruis’ (gedichten)
B. van Noort.