Opwaartsche Wegen. Jaargang 17(1939-1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 558] [p. 558] [Gedichten van Ab Visser] Ab Visser Nocturne O vrij te zijn van alle lusten, Nu nacht en wind tezamen gaan, En glimlachend het rood ontruste Doorgloeide stadsbeeld ga te slaan. Niet als een door 't verraad gekuste, Verkommerd aan het raam te staan, Maar vrij te zijn van alle lusten En van bloeds druk te zijn ontdaan. Om als de maan in uitgebluste En koele weerschijn op te gaan: Als onbewust van al 't bewuste De zin en onzin te verstaan...... O vrij te zijn van alle lusten. [pagina 559] [p. 559] Ab Visser De beek O morgen die ik nooit vergeet...... Het gras sloeg nat mijn blote benen, De beek liep zingend voor mij henen, Waarin de zon te baden gleed. Jij ging naast mij in 't blauw gekleed, Als danseres op spitse tenen, O morgen die ik nooit vergeet, Een melkweg langs van kiezelstenen. Een waterval ontbond zijn kleed: Hoe koninklijk en zondoorschenen Zij ruisend tussen 't groen vergleed! Een houtduif lachte er zacht doorhenen, O morgen, die ik nooit vergeet. [pagina 560] [p. 560] Ab Visser Mistige dag De nevel wast als schimmel op de stugge heide. Onzienlijk ruist in 't dal, als regen staag, de beek En is den dwalende een speels vertrouwd geleide, In gans de trouweloze, ruigbegroeide streek. Op grijze, brokk'lig aangevreten rots terzijde Van 't ongelijke pad bloeit doornig gors, geelbleek. De nevel wast als schimmel op de stugge heide En maakt de zachtgekleurde mossen zwaar en week. Als nu een wind maar even langs de aarde streek, Brak dal en delling iriserend naar de wijde Toppen open en fonkelde als een pauw de beek, Werd alles fris als Gods hof in de scheppingsweek...... Maar nevel wast als schimmel op de stugge heide. Vorige Volgende