Opwaartsche Wegen. Jaargang 17(1939-1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 410] [p. 410] A. Wapenaar Te gronde gaan we... Te gronde gaan wij aan den haat. Granaten scheuren straat aan straat, En elk ontviel zelfs 't klein geluk Dat 't leven draaglijk maakt in druk. Sirene's loeien stervensnood; Een mensch sterft hier de wreedste dood; Ze noemen dat: hij werd ‘vergast’. De lijken liggen opgetast. Lichamen scheuren uit elkaar; 't Roofdier is los en technisch klaar. Die niet wil weten van een hel Hoort hier het beestlijk-rauw vóórspel. De vrucht van eeuwen Christendom: Ontbinding door gifgas en bom. En liefd' en goedheid bruut vertrapt, Heel cynisch aan de laars gelapt. Toch was hier eeuwen lang bekend Het Kruis - men raakt' er aan gewend, Zoodat de duivel zelf het duldt, Symbolisch en dan 't liefst: verguld. * * * [pagina 411] [p. 411] Gij liet de wereld toch niet los? O God die vlammen hel en ros; Die moordpartijen in het groot, Wij zien U niet in deze nood? Is dit het oordeel, lang voorspeld? Sulfer- en zwavelvloed, ontweld Aan diepte van verdorvenheid Die bliksemend wijd opensplijt? Hebt G' al onz' ongerechtigheid In dit gericht ons uitgespreid? Een stroom, die wast van uur tot uur, Verterend als het hellevuur? Is dit ons aller, aller schuld Die zich vandaag aan ons vervult? Wij hebben Uw geduld getart: Wij trapten Christus op het hart. Wij hebben met Zijn Kruis gespeeld, En vromelijk ons nog verbeeld De diepe zin wèl te verstaan; O God, vergeef, want wij vergaan. Wij willen vluchten - waar staat 't Kruis? Hier brandt G' ons weg elk veilig thuis. Geen enkl' uitweg bleef ons meer, Ontnomen hebt G' ons elk verweer. De steden laaien van den haat, Granaten scheuren straat aan straat. Ontdek ons in dit doodsgevaar Uw vlam van Liefde, stil en klaar. Dan kome 't oordeel; hoe 't ook zij, Wij schuilen in Uw medelij, En moge 't lichaam wreed vergaan, Wij sterven veilig op U aan. September 1939. Vorige Volgende