Opwaartsche Wegen. Jaargang 17(1939-1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 368] [p. 368] Ad. den Besten ‘Ik zal raad geven...’ Psalm 32:8 Ik weet niet, wie er in mij heeft gesproken; Ik weet niet eens, of wel iets is gezegd. Ik weet alleen: er is een snaar gebroken, Toen in mijn hand de Bijbel werd gelegd. En 's avonds heb ik, in een stoel gedoken, Een rijtje Franse woordjes opgezegd, Van Cicero geen snipper opgestoken...... Want in mij voerden God en ik gevecht...... Die avond heeft mijn hart het woord gevangen, Dat ik vergooide als bedorven wijn: Een zonnig wijsje danste door de gangen, Het luchtig Menuet van Rubinstein...... ...... Toen heb ik d' oude tekst weer opgehangen: ‘Ik geef u raad; Mijn oog zal op u zijn.’ Vorige Volgende