Opwaartsche Wegen. Jaargang 17(1939-1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 367] [p. 367] Theo van Baaren Sibylle Zij schrijft, in 't nachtrijk van haar grot gezeten, op dorre blaren donk're bloedorakels en in haar spreuken raakt, als in tentakels, het volk verward, dat, roekeloos, wil weten. Zij heeft nog nooit een troostend woord geschreven, slechts ondergang en dreigende gezichten, verbrande steden, bloedige gerichten riep zij te voorschijn tot afgrijslijk leven. Een enk'le maal in, wie weet hoeveel, eeuwen kwam zij een avond door de straten schrijden, om oog en oor een feestdis te bereiden van branden, rampen en waanzinnig schreeuwen. Vorige Volgende