Opwaartsche Wegen. Jaargang 17(1939-1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 362] [p. 362] Koos van Doorne Vaar uit Al was ik ook de laatste op de aarde, die weigerde te bukken voor geweld, al scholden Kerk en wereld van onwaarde wat ik mij heb tot plicht en wet gesteld, dan zou toch Christus naast mij staan: Ik weiger misdaad in Zijn Naam. Ik weiger dit het hoogste goed te achten wat slechts door duivelsch opzet kan bewaard; het bloed der duizenden, die wij ombrachten heeft ons geslacht reeds nameloos bezwaard; daarom wil ik naast Christus staan; ik weiger sluipmoord in Zijn Naam. Ik weiger voor bezit en recht te strijden met doodelijk verderf als bondgenoot; veel liever wil ik pijn en onrecht lijden dan slaaf zijn van bedrog, ontucht en dood. Wanneer ik blijf naast Christus staan kan ik het grootste lijden aan. [pagina 363] [p. 363] Ik kan niet anders dan God's Woord gelooven: Alle geweld zal door geweld vergaan. Wie zou mij van mijn hoogste goed berooven zoo ik den koninklijken weg durf gaan? Want hij, die blijft naast Christus staan kan sterven maar nooit ondergaan. Nooit werd door forten en soldatengraven, door knechting van die arm zijn en onteerd, één onrecht weggedaan, één van God's gaven veroverd op den macht, die hen verteert. Daarom blijf ik naast Christus staan al zou ik daar ten onder gaan. God schiep de zee; toen schiep de mensch de haven, maar waartoe havens, zoo de vaart ontbreekt? Gehoond door wijzen en geschuwd door braven ben ik een schipper, die de branding breekt. Ook Gij, Gij moet naast Christus staan; verbreek Uw boeien in Zijn Naam. Verbreek Uw boeien, Koningskind. Vaar uit! Daartoe schiep God den wind. Vorige Volgende