40ste druk en het boek wordt geïllustreerd door een onzer markantste teekenaars, wiens werk door zijn publiek om juist dezelfde redenen wordt geapprecieerd als waardoor 't boek zijn aantrekkelijkheid blijft behouden. Immers, steekt er in Potgieters kwalificatie ‘kopijeerlust des dagelijkschen levens’ een goed stuk ver-oordeeling, het blijft niettemin een feit, dat de breede lagen van ons volk juist die kopijeer-kunst, óók in de Camera op zoo hooge waarde schat.
Het is waar, na honderd jaar uiten wij onze waardeering voor 't boek in kwestie anders, formuleeren we ons oordeel ook zuiverder dan men 't in 1839 vermocht. Hildebrand's tijd onderscheidt zich in vrijwel alles van de onze en omdat wij tot een anderen tijd behooren schatten we de Camera op een andere wijze dan zij die in dit boek zooveel van het eigene en eigentijdsche beschreven en herverbeeld gechargeerd en gecritiseerd vonden.
Veel van Hildebrands rake juistheid, veel van zijn beelden, vergelijkingen en zegswijzen ook, spreekt voor ons maar ten halve; meer dan één zijner prozastukken kunnen wij eenvoudig niet meer lezen zonder een geeuw achter de hand.
Voor ons is ook de auteur in en achter het boek zooveel duidelijker geworden dan hij toenmaals moet geweest zijn: de schrijver met zijn voor ons gevoelen zelfs lichtelijk lachwekkend burgerlijk aristocratisch allure, die zijn zelf-ingenomenheid zoomin geheel kwijt kon raken als hij zijn nederbuigend-welwillende houding jegens ‘het volk’ volkomen vermocht te verbergen. De geschiedenis van het diakenhuis-mannetje - voor den 19en eeuwschen lezer nog een der roerendste uit het geheele boek - irriteert ons daarom reeds lang, wijl wij het valsche pathos, de typisch aristocratische en religieus-liberale houding van den aanstaanden predikant erin proeven.
Pieter Stastok en Kegge om er een paar te noemen, zijn typen, die ons hoe langer hoe duidelijker slechts historisch kunnen interesseeren, terwijl we Van der Hoogen nauwelijks meer acceptabel achten. En dat de jonge Beets in zijn karakteristieken zoo goed als geen andere tinten dan inktzwart en lelieblank weet aan te wenden draagt er voor ons veel meer dan voor den tijdgenoot, gewend als we zijn aan den analyseerenden psychologischen roman, al evenmin toe bij, zoo onverdeeld, zoo voluit van zijn boek te genieten.
De waardeering van de Camera heeft - hoe kan het ook anders -