Opwaartsche Wegen. Jaargang 17
(1939-1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 184]
| |
M. Stevense
| |
[pagina 185]
| |
Je le regarde fuir au bout de l'alleé sombre. Als een bloem bloeit haar vreugde. Les roses de ma joie sont si belles Le soleil est moins beau que la couleur de mes roses. Na veel zwervens is de aanvankelijke hoop gedoofd, ook haar leven verdiept. Tu ne possèdes plus qu'un monde intérieur. Het beleefde avontuur is niet verschillend van dat van anderen. De dichter vindt eenvoudige woorden voor diepe dingen als de Musset in zijn beroemde Nachten. Tu n'as souffert qu'une humaine aventure. Uit de stille afzondering wordt de ziel weer genood tot het dagelijkse bedrijf, tot la grande chaleur de la vie, maar het leven is hard, onverzoenlijk, verbittert het hart ton coeur est un grand vase amer. Toch zijn er kalme uren die levensleegten vullen en geven tout ce que lui refuse la soif insatiable du rêve. Het leven vernieuwt zich elk ogenblik Tout est toujours l'inconnu, le nouveau. De liefde voor ons levensbegin belet ontplooiing Tu rejettes l'Univers
pour le confiner dans la cellule où tu naquis
ieder wil uit zichzelf treden, de kalme dorpsrentenier ne veut pas marcher tranquille dans son jardin
il ne veut pas être un sage
il veut le cinema, le restaurant, la rue.
Het reisthema wordt dieper uitgewerkt Mon coeur, il faut partir comme ce voyageur,
avec mes yeux de flamme et ma pauvre valise.
Dan gaat het levensvenster vrolijk open, een jubel klinkt Voici la joie, enfin, dans le corps et dans l'esprit
Aanvaardt dapper 't leven zoals het komt Mais ma souffrance est moi avec ma vie et mon amour
Kort bijtend, beslissend, de reis zonder hoop, zonder wanhoop Non. Pas d'espoir. Pas de désespoir.
De smart is niettemin hevig, omklemmend Tu es maintenant pour moi
la seule expression du monde.
maar niet vernietigend, integendeel constructief | |
[pagina 186]
| |
Je suis alleé au-devant de la douleur pour creér ma beauté
De geliefde, die haar verlaat, neemt het licht mede; zal haar vreugden en smarten niet meer van hem ontvangen; de vreugde heeft haar zo bezeten, dat een weerkeer naar vreugdeloosheid onmogelijk is. Le goût de la joie est resté dans mon sang
Telkens grijpt de inzinking naar haar prooi. Hoe prachtig zet een gedicht in Ame en peine n'es-tu pas assez du monde
pour éteindre ta soif d'infini?
De laatste gedichten drukken overgave, berusting uit, een leunen aan het lot, een opgaan in de natuur, een stille weerkeer naar het intieme huis dat vrede geeft na de droeve, vruchteloze reis. Waar tegenover het sterven van de moeder gesteld wordt als het verwerven van een eeuwige zekerheid. Deze bundel heeft een bekroning verworven en verdiend. Uit de citaten blijkt een rijkdom van gedachten, een verscheidenheid van gevoelens. De levensreis gaat omhoog, omlaag. De jubel is beheerst, evenals de klaagtoon. Het populaire himmelhochjauchzend, zum Tode betrübt, heeft zich veredeld tot een klavier van fiere harmonieën. Uren van optimisme en neerslachtigheid sublimeren in deze vrije verzen tot klare wijsheid. De romanticus is levensmoe (Lamartine), dompelt zich in de smart en scheldt de ontrouwe geliefde (de Musset), betrekt een eenzame post, waar gebed en klacht lafheid genoemd worden (de Vigny). De moderne dichter weent bitter in boete (Verlaine) of omarmt 't geschapene in kosmische bedwelming (Verhaeren). Marie-Madeleine Machet kent ook deze etappen van de levensreis, maar heeft ze zakelijk-nuchter, stil-berustend, fier-verworven verwoord en verwonnen. Als het leven loopt tussen de polen vertrekken en aankomen, tussen aarde en paradijs, dient men te weten dat de begeerte naar het onbereikbare misplaatst is (Ton mal est dans le Vouloir). Er is een praedestinatie (Ton chemin est de toute éternité). De hoogste berusting voert tot het wijsgerige kernvers: Il faut guérir de ce désir du ciel. Het geestelijk plateau hier bereikt is niet het eindpunt van een ‘Christenreize’ naar de eeuwigheid. Er is honger, er is verlangen, eeuwigheidsperspectief, oneindigheidshunkering, kleinheidsbesef en adoratie in de prachtige alexandrijn. Je n'ai que mon coeur pur pour célébrer mon Maître. | |
[pagina 187]
| |
Er is geen schuld en boete. De lotsaanvaarding is normatief voor de levensrust. 't Verloren paradijs herwint zich in esthetische verering van een creatieve oppermajesteit, die God kan zijn. Deze denkbeelden- en gevoelsschakeringen hebben een onweersprekelijk passende, boeiende vorm gevonden. Het uitvloeien en pointilleren, het buigen en strekken der regels, het slepen en breken van het rhythme zijn indrukwekkend schoon. De beelden zijn niet sleets maar fris: de dichter is een verdwaalde twijg meegevoerd door de storm; de vreugde een banier van bevrijding; de schoonheid van Parijs een immense roos boven de paleizen; het (levens)venster is opengegaan als een sinaasappel. Deze verzen zijn kloek en hard en doorzichtig als een spiegelgladde, onbereden ijsvloer. |
|