Opwaartsche Wegen. Jaargang 17(1939-1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] [Gedichten van Niek Verhaagen] Niek Verhaagen Smaak Dat ik de dienstmeid dag aan dag bespied vindt niet zijn oorzaak in haar lijflijkheid, want die is niet zodanig dat mijn tijd en brede aandacht er voor overschiet, maar hierin, dat zij, zo z'al bloemen giet, de was uitlegt of met de poesen vrijt, nimmer een zweem toont van zwartgalligheid en blijkbaar onvergetelijk geniet. Ik kijk haar nog eens aan voordat ik schrijf; het minst wanstaltig zijn haar benen; heus, hoe graag ik 't wil, zij is niet schoon van lijf...... Helaas, zij ziet achter de klimoprand mijn steelse blik en maakt haar dikke neus een kwart el langer met haar zeepsophand...... [pagina 81] [p. 81] Niek Verhaagen De aflegging Zoals de noordenwind over de stromen is plotsling over hem de dood gekomen. Een snelbevroren water ligt zijn lijf nu op het vale laken, koud en stijf. Voor hem die lang de levensstorm verdroeg was zo te worden één doodsvlaag genoeg. Nochtans heeft hij tijdens zijn bruisend leven de vaste wal geen duimbreed toegegeven. - Mijn vriend, verwacht ook nu Gods zoele zuidenwind: ontdooi, ontwaak, vermaak u als een kind. [pagina 82] [p. 82] Niek Verhaagen Mijn vogel zingt Luister aandachtig hoe mijn vogel zingt, want naar dit land kan ze maar eenmaal komen. Straks glijdt mijn vogel sneller dan het stromen van de rivier die aan mijn voet ontspringt af naar het dal waar ze haar schuilplaats vindt, diep in de dichte schaduw van de bomen. Mijn kleine vogel zoekt haar onderkomen wanneer de hoge lucht is rood getint. Luister, ze zingt en heeft zich opgericht naar de vervulling van haar schoonste dromen. Straks wordt mijn kleine vogel opgenomen en valt de horizon achter haar dicht. [pagina 83] [p. 83] Niek Verhaagen Gebed in de morgendienst Heer, deze predikant die psalmen leest is in de week ver van u weg geweest. En wij, vanmorgen uw verdwaalde schapen, toonden wel ànders dan zo'n blatend beest...... Vergeef ons allen, Heer! maar mij het meest. [pagina 84] [p. 84] Niek Verhaagen Zomermiddag De lucht staat strak boven de straat gespannen. De zon is hoog en wit en feilloos rond, een 1000-watt lamp aan een blauw plafond. - En onder rood en hardgebrande pannen verdorst ik, warm en hijgend als een hond. Vorige Volgende