Opwaartsche Wegen. Jaargang 16(1938-1939)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 288] [p. 288] [Gedichten van Ed. Hoornik] Ed. Hoornik Palmzondag Een nagel in zijn hoef gedreven, de lage schoft met slijk besmeurd...... - Waar is het ezelsjong gebleven? - De palmenbron is rood gekleurd...... Zijn vochte muil zocht de olijven; dan, likkend aan des Meesters hand, liet hij zich uit de tuinen drijven de stad toe, door het heete zand. De oude, die hem had geworpen, liep, traag van tred, de heuvels op. Men hoorde haar balken in de dorpen; daar vlood het jong met witten kop...... Een klaaglied waart langs stad en dreven, ter duist're metten wordt geluid...... Waar is het ezelsjong gebleven? Wie steekt de roe over mij uit? [pagina 289] [p. 289] Ed. Hoornik. Nocturne Inktzwammen vlokten achter loover, dan drongen boschviolen voor; gepaarde vogels trokken over...... In nacht en overspel te loor lag ik en luisterde...... Toen schoof er blauw 't moederbeeld en ging mij door, mij middendoor. Vorige Volgende