Opwaartsche Wegen. Jaargang 16(1938-1939)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 222] [p. 222] A. Wapenaar. Goede-vrijdagavond. Maria van Bethanië spreekt in zichzelf: Hoe dronk ik blij de wijn van Zijne woorden, Als de avond sloot rondom dit stille huis, De hemel openging als ik Hem hoorde - Moest Hij, mijn God, verbloeden aan een Kruis? Een mensch was Hij, te goed voor deze aarde - Dit troost: Nu is Hij bij Zijn Vader thuis, Wiens Liefde Hij hier heerlijk openbaarde - En moest Hij daarom sterven aan een Kruis? Zij hebben Hem in Jozefs hof begraven; Ik vat het niet: Hij, macht'ger dan de dood, Hoe kan een graf dan zijn de laatste haven Van Hem, Die Lazarus het graf ontsloot? Hij heeft het alles wel vooruit geweten, Want toen ik Hem mijn kostb'ren nardus schonk, Judas dit overbood'ge weelde heette, Zei Hij - 'k hoor nog hoe angstig-vreemd dit klonk - ‘Maria heeft Mij mogen voorbereiden Op mijnen dood; straks ben Ik er niet meer’. Ik wankelde van schrik en luid ik schreide. Toen troostte Hij mij nog - de laatste keer. [pagina 223] [p. 223] Nog hangt de geur van Zijn zoo teed're woorden - Hemelsche nardus, koninklijk geschenk - Hier in dit huis, waar Hem de rust bekoorde, En 'k Hem nog hoor, zoo vaak ik aan Hem denk...... Hij kwam hier aan, vermoeid van twistgesprekken, Van vijandschap, die Hem den dood indreef En nog een nachtwacht naar Zijn graf liet trekken: Nog in Zijn dood Hij nun gevaarlijk bleef. Van 't gruwelijk Kruis zal ik nooit los meer komen: Ik hoor aldoor Zijn onverhoord gebed, En zie Zijn bloed uit rauwe wonden stroomen. En heeft Zijn sterven niet heel d'aard ontzet? Drie dagen heeft mijn broer in 't graf gelegen. Van Hem gaat straks de eerste nacht al in. O Lazarus, hoe duister zijn Gods wegen. Het leven zonder Hem, het heeft voor mij geen zin...... Gaat Martha nu al deur en vensters sluiten? Gaat alles nà zoo'n dag zijn eend're sleur? Zal Hij niet opstaan en dan dwalen buiten, Niet komen hier en kloppen aan de deur? Vorige Volgende