Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Opwaartsche Wegen. Jaargang 15 (1937-1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Opwaartsche Wegen. Jaargang 15
Afbeelding van Opwaartsche Wegen. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Opwaartsche Wegen. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (23.24 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Opwaartsche Wegen. Jaargang 15

(1937-1938)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 356]
[p. 356]

Puntjes bij paaltjes

De N.C.R.V. en het woord ‘tooneel’.

Op Maandag 15 November j.l. heeft de N.C.R.V. Vondel herdacht op een wijze die in overeenstemming was met het belang harer cultureele roeping. Hulde. Bij één klein kinderachtigheidje in het programma van deze herdenking dient echter de volgende opmerking te worden gemaakt: ‘een club declamators’ onder leiding van C.A. Schilp droeg fragmenten uit Vondel's spelen voor. Voor wie de stemmen van deze ‘declamators’ en hun leider bekend zijn, was het duidelijk dat men met het ‘Protestantsch Jeugdtooneel’ uit Utrecht te doen had en dat de N.C.R.V. zich den naam en het werk van dit gezelschap en, dùs, Vondel's werkzaamheid als tooneeldichter schaamde.

Vondel's tooneelwerken op deze wijze tot ‘declamatoria’ te degradeeren is een daad die even oneerlijk als dwaas is. De N.C.R.V. handhave of verloochene haar houding ten opzichte van het tooneel zonder halfslachtigheid.

R.

Parodieën.

Het ligt in de natuur der poëzie, dat zij gemakkelijk te parodieeren valt: het verhevene grenst nu eenmaal nauw aan het belachelijke en is daarom met weinig moeite belachelijk te maken. Het is derhalve een onuitgesproken fatsoensregel, dat dichters elkanders werk niet parodieeren. Zij laten het aan den burger over zich vroolijk te maken over dingen, die hij niet begrijpt. En mocht er al door dezen of genen dichter een vers worden geparodieerd, dan zullen zij daartoe instinctief een gedicht kiezen, dat door zijn structuur zulk een parodie het best verdraagt. Het zal b.v. niet in hun hoofd opkomen een gedicht van A. Roland-Holst of Boutens te parodieeren, terwijl zij Nijhoff of Henriëtte Roland-Holst eventueel zonder gewetensbezwaar zullen betrekken bij het spel van hun geest. Men raadplege in dit verband maar eens den kostelijken bundel ‘Parodieën’ van H. Laman Trip-De Beaufort!

Zoo zal ook een waarachtig dichter het nimmer in zijn hoofd halen een zoo ‘ongrijpbaar’ gedicht als ‘De Dichter is een koe’ van Gerrit Achterberg - zie Opwaartsche Wegen, October 1937 - te parodieeren. De gedachte eraan zal zelfs niet bij hem opkomen. Daarvoor behoedt hem het poëtisch fluïdum, dat dit gedicht zoo bijzonder krachtig uitstraalt en het ongetwijfeld tot een der merkwaardigste verzen maakt, die in de laatste jaren zijn geschreven.

De redactie van ‘Elckerlyc’, tijdschrift voor Christelijke letterkunde, denkt hier blijkbaar anders over. Zij publiceert althans in haar Novembernummer een parodie op dit gedicht onder den veelzeggenden titel ‘De dichter is een eend’. Als auteur van dit fraais fungeert - natuurlijk! - een anonymus, die zich met kennelijke verbittering - waarom?! - bescheidenlijk ‘Epigoon’ noemt.

Intusschen hebben wij hier weer eens een prachtig voorbeeld van de wijze, waarop men ‘onder broederen’ met elkanders werk pleegt om te springen. Er zal waarschijnlijk nog heel wat water door de zee moeten gaan, eer onze christelijke letterkundigen in dit opzicht ‘manieren’ hebben geleerd. Zij kunnen daartoe gerust bij paganisten, vitalisten en dooperschen in de leer gaan!

H.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken