Opwaartsche Wegen. Jaargang 15(1937-1938)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 234] [p. 234] Ab Visser Aan de nagedachtenis van P. van Renssen Ontvlucht met mij de wereld en haar luide stem, Zij overrompelt U en kolkt het meer van uw gedachten: Zo spiegelt gij geen hemel noch het beeld van Hem, Wiens wederkeer gij onvertroebeld moet verwachten. Wordt niets en wil niet anders wezen dan een blad, Dat van het hemellicht zich steeds meer laat doordringen. Dat van de wind als van Gods adem wordt gevat En tussen aard' en hemel zacht ruisende leert zingen. Vorige Volgende