auteur naast de modepop, de sportgirl en de politicus meeloopt in de run om ‘bij’ te blijven, of althans te schijnen. Dank zij de politiek, die het één en ander enkele jaren traineeren kan, vindt er nu en dan iets plaats, dat een korte pauze toelaat, zonder direct de idee te wekken van ‘achter’ te blijven.
Dat wordt dan voor veel schrijvers wat het aas is voor de gieren. Gevolg is niet het ontstaan van één of twee boeken, maar van een heele ‘literatuur’.
Zoo zal ongetwijfeld in de komende jaren een Spaansche-Opstand-Literatuur ontstaan, die op den duur nog vervelender blijkt te zijn dan de dagelijksche radioberichten van generaal de Llano.
Op dezelfde wijze is er in korte tijd een onafzienbare rij boeken in de wereld getooverd, die het allemaal met het lot der Duitsche uitgewekenen te kwaad hebben. Met recht natuurlijk, want ze hebben het kwaad, maar niettemin zijn ook deze boeken voor het overgroote deel vervelend geworden, sentimenteel, zonder drift, met een flinke dosis hinderlijk (zij het begrijpelijk) ressentiment en een serie diverse soorten ondergangen, die, omdat de auteur de tragiek niet vermocht te beelden, in het melodramatische bleven steken. Ook een Nederlandsch schrijver van naam als Albert Helman deed er aan mee en vergreep zich, omdat ook zijn werk de noodwendigheid van zijn bestaan niet bewijzen kon, en niet boven het geval uitkwam.
Natuurlijk zijn er wel enkelen onder, die boven de middelmaat uitsteken, die iets van het wezenlijke van tijd en lot hebben vastgelegd, en die het daarom mogelijk langer zullen uithouden dan het Derde Rijk, waaruit ze verdreven zijn. Maar het gros zal dat zeker niet. Het boek van Leo Lania is niet meer en niet minder dan zijn soortgenooten. Inhoud: wat menschen, o.a. de gewezen luitenant Rosenberg, het Poolsch jodenmeisje Esther met haar vader, prof. Graber, wat erotiek en wat politiek, een beetje oorlog nog in het begin, de noodrijpe vrucht van de sociaaldemocratie, de langzame opkomst van de vijand enz. enz. Dit alles is niet onverdienstelijk en zeker overzichtelijk afgedraaid, een beetje vlak, ook vaak boeiend weliswaar, maar toch altijd te zwak om dwingend ons hart aan het lot van de beschreven personen te binden.
Het best weergegeven is de groei van het Nationaal Socialisme, een schroef, die zich ongemerkt om het leven van zijn slachtoffers draait, en die ze eerst voelen als het te laat is en ontsnappen onmogelijk.
Zoo er iets is dat dit boek boven de middelmaat zou kunnen doen uitsteken, dan is het de weergave van deze langzame worging, en zeker ook nog de onder alle omstandigheden onaantastbare naïviteit van Mendel, vader van Esther, een jodenfiguur die ons doet denken aan de boeken van Roth en Gold.
H.M. v. RANDWIJK.