Opwaartsche Wegen. Jaargang 15(1937-1938)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] M. ter Walle Avondmaal De witte baan van 't ster-bezaaid damast Bedekt in strakke lijn de ruwe schragen, Waardoor het zware zilver wordt gedragen En houdt de schaarsche zonneglimpen vast. Boven de schaal breken de handen fijn Het brood, dat Gij ons geeft, de dagelijksche disch; Maar nu gewijd door de gedachtenis En de genade, die ons aanneemt zoo wij zijn. Wie zijn het, die mij brood en wijn straks geven? O Heer, Gij, Die nooit maakt' een onderscheid, Geef, dat mijn hart ook na Uw disch bereid Zal zijn met hen als broeders saam te leven: Met gindschen mensch, die m' onverschillig laat En ook met dien, dien 'k in mijn binnenst haat. Vorige Volgende