Print Opwaartsche wegen. Jaargang 14(1936-1937)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen Vorige Volgende [p. 395] Bob Stempels Een lied Ik liep in de ochtend en zong een lied, Langs 't water en tusschen de boomen. De vogels kenden die wijs nog niet En zijn naar mij toe gekomen. Tusschen de boomen en langs het water; De wind begeleidde me in het riet. Wat wolken woeien voor de zon, en later Zag ik het regenen in het verschiet. De vogels leerden van mij het lied En floten het luid in de morgen. Toen zweeg ik; mìjn stem had dit jubelen niet - Maar een Stem, Die geheel deze aarde verliet, Zong ijl en hemelsch, zonder zorgen - En ik dacht: God!, maar wist het niet...... Vorige Volgende