Luther.
Een monnik, die maar geen gelijk kon krijgen,
Ofschoon zijn ziel de waarheid had beleefd,
dat eigenwillig werk den mensch geen vrede geeft;
hij kreeg den banbul thuis, toen hij niet wilde zwijgen!
Luther wordt vervolgens een zoeker, een herder, een prediker en tenslotte:
Een mensch van vleesch en bloed, niet beter en niet slechter
een zondaar, die zijn hart voor God had uitgestort,
maar door geloof alleen volmaakt rechtvaardig wordt:
wie was in dàt geloof ooit kinderlijk oprechter?
Let wel: de herkomst van zijn rijmwoorden had de heer Nieuwenhuysen bij zijn vers niet vermeld.