[Gedichten]
E.L. Smelik
Ignatius Theophoros
Hij droeg zijn God, onwankelbaar begeerend,
- Sodom was rondom reddeloos in brand -
de vlammen dreigden hem van allen kant,
de touwen, tot ontbinding hem, verterend.
Hij zou, ontheven, zich ten hemel keerend,
zijn lichten weg, als boven 't zwarte land,
ten einde gaan in opgeheven stand,
tot in den dood op vleugelschreden veerend.
God droeg hem zacht, gelijk een damp
op weiden rust in lichte nachten,
gelaten, weerloos in zijn stillen kamp,
en midden door geweld van harde machten,
beschermd. De Herder schut zijn lamp
lichtend het pad voor verdere geslachten.
Ignatius, bisschop van Antiochië, die gerekend wordt onder de z.g. Apostolische vaderen, liet ons een zevental hooggestemde brieven na, geschreven ± 115 na Chr., tijdens zijn reis naar Rome, met het vooruitzicht van en in hartstochtelijk verlangen naar den marteldood.
Zijn bijnaam Theophoros kan op tweeërlei wijze verklaard worden: die God draagt, of: die van God gedragen wordt. Het gedicht gaat uit van deze beide beteekenissen (regel 1 en 9).
(Red.)