Print Opwaartsche wegen. Jaargang 14(1936-1937)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen Vorige Volgende [p. 152] E. Legrand Melancholia Gij zijt weer in de stad gekomen, ik heb het niet van U vernomen. Het is al duizend jaar geleden, duizend jaar en ééne dag, was 't gisteren dat ik U zag? Ik kan dit beeld maar niet vergeten: het was een snel en kort gericht, maar ied're lijn van Uw gezicht staat sedert in mijn hart gegrift. Die dag: de boot legt aan, de kettingen rinkinken, ‘laat ons het afscheid drinken en van elkander gaan’. En gij zijt toen gegaan en ik bleef op de kade staan. Nu zijt gij in de stad gekomen, ik heb het niet van U vernomen. Vorige Volgende