Opwaartsche Wegen. Jaargang 14(1936-1937)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 151] [p. 151] Corrie Oudendijk Ziek meisje Haar ogen konden hulp'loos staren; ze ziet haar handen smal en wit, en weet de strijd van vele jaren een schuw aanvaard bezit. De dagen glijden langs haar leven als regen langs een somber raam; maar zacht voelt zij haar mondhoek beven, en fluistert een verzwegen naam. Ze tast verward naar het verleden; een vogel zingt zijn juub'lend lied: het leven dat met lichte schreden verlangend haar verliet. Maar blank en roerloos zijn haar handen zacht op het witte dek gespreid; haar ogen hunk'ren naar de wanden der wijde eeuwigheid. Vorige Volgende