Opwaartsche Wegen. Jaargang 14(1936-1937)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Bob Stempels De dichter De blauwe morgen - hij versliep de tijd - Sloeg weinig schaduw meer, toen hij ontwaakte. Wind aan het venster dat hem wakker maakte, Een stem die zong, het mekk'ren van een geit. Zijn oogen gingen rustig open; als een kind Staarde hij peinzend naar de zoldering, En hoorde 't roepen van een luide vink Buiten, en keek toen stil de hemel in. Die was heel diep en helder. Soms Gleden wolken langs de zon, en vogels. Dan sloot hij weer de zuiv're jongensoogen En droomde verder: - van het blauw rondom En van de wolk die over kwam gevlogen -. Vorige Volgende