Opwaartsche Wegen. Jaargang 14(1936-1937)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 141] [p. 141] D. de Vries Kind van Abraham ‘Ga gij uit uw land en uit uwe maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal’. (Gen. 12:1). Die zich niet voegen kon in het gareel en, buiten zwervend, klanken opving van een veêl uit ongekend gebied; die niet, bevreesd geworden, dekking zocht, maar ondernam den roekeloozen tocht naar 't vreemd verschiet - en, neergestort, ontredderd en gewond zich strekt, te sterven, op den harden grond: dien heeft een engel Gods in 't eenzaamst uur bezocht en, aangeraakt door hemelsch' ademtocht, heeft hij nóg eens bestormd de steile wanden, tot bloedens toe gebeukt zijn zwakke handen en in een schreeuw dringt heel zijn leven samen: ‘Ja, kom, Heer Jezus! Amen’. Vorige Volgende