Opwaartsche Wegen. Jaargang 14
(1936-1937)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
H. de Bruin
| |
[pagina 34]
| |
II.
| |
[pagina 35]
| |
III.
| |
[pagina 36]
| |
Houd altijd, Heer, mijn oog gewend,
om als een kind verwonderlijk,
bij alles wat Uw wereld schendt,
elk ding te zien bizonderlijk.
Dan bloeit ook uit de kleinste knop
het wonder op.
Een leeuw'rik, die een uchtend vroeg
uit deze delling opwaarts streeft,
en in zijn eigen lied genoeg
aan zilverblanke blijdschap heeft,
die voor het lied zijn einde vindt,
reeds weer begint,
Zo springt mijn hart met snelle wip
omhoog uit alle angst en leed,
en staat in 't blauw, een laaie stip,
een zangstem die zichzelf vergeet,
die jubilerend hoger stijgt
en nimmermeer bezwijkt.
|
|