Opwaartsche Wegen. Jaargang 13(1935-1936)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Boer aan den akkerrand Jan H. Eekhout De grijze boer staat aan den akkerrand. De wijde zuivre dag is eeuwigheid. Azuren leeuwriks roekloos los van tijd Zingen hun klein wild hart over het land. Het breede koren suizelt zacht en groot, En beeldt van deemoed het opperst gebaar In elke halm, van gouden volheid zwaar (Want ieder rijpen is zeer rijk aan dood). De vrucht is teeder vuur der aarde ontweid, En 't hart is brandend van dit teeder vuur. Vreemd stil, onzichtbaar, stort de laatste muur. Zeer wit schrijdt Jezus door het korenveld. Vorige Volgende