Opwaartsche Wegen. Jaargang 13(1935-1936)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 294] [p. 294] Balans Jo Ypma Gij weet wie mij het felste wondden. Gij weet wie met hun oordeel over mij Mij dreven in mijn hoogmoeds zonden En deden wanen: 't recht is aan mijn zij. Ik heb gehoond, gespot en uitgezegend Ik heb verkracht het eerst en groot gebod. Uw schepsel heb ik met mijn spot bejegend En in dat schepsel U gehoond, mijn God. Ik dacht dat ik U helpen moest en strijden. Voor alles wat ik meende waar te zijn. Ik hief het mes, om 't valse uit te snijden. Ik korf in liefde en ik won de schijn. Zie nu naar mijn gewonde handen. Ik heb gekorven en ik sta alleen. Ik meende 'k breng de goede offerande, Ik bracht U niets, dan 't hart van steen. Vorige Volgende