Opwaartsche Wegen. Jaargang 13(1935-1936)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 293] [p. 293] Katendrecht G.J. Peelen In 't boardinghouse van Mr. Chong Zitten ze in het vaal vertrek. - Hun trommels hangen kleurig aan het rek: De pindamannen spelen nu Ma-Yong. Zij stonden uren levenloos in een portiek met oogen, droomrig ver en mat. Maar in hun ooren klonk al de muziek van wit ivoren steenen op het kale tafelblad. Van 't pover dagloon dat ze bijna slapend wonnen gaf Mr. Chong hen visch en rijst. - Nu spelen zij gespannen 't spel dat al hun aandacht eischt. - Het geel gelaat blijft onbewogen bij verlies of winst, wanneer de stapels fiches slinken, groeien; zij zwijgen, maar hun oogen gloeien, branden fel als vuren, in de stug doorspeelde avonduren. - Een bont gekleurde plaat lacht vredig van den wand: de kleine dochter van hun verre vaderland. - Eerst morgen leuren zij hun pinda's weer in winkelwijk; Nù zijn zij èven terug in 't Hemelsch Rijk. - Vorige Volgende