Puntjes bij paaltjes
P.H. Muller
Hoe men recenseert.
We kunnen niet nalaten, de aandacht van onze lezers eens te vestigen op de zeer onbehoorlijke manier, waarop dikwijls in de Christelijke dagbladen en periodieken de ter bespreking ontvangen boeken en bladen worden gerecenseerd. We willen daartegen protesteeren en het gedoe tevens aan de kaak stellen. Een recensie behoort ten minste te zijn: een inlichting en een voorlichting van den lezer. Echter zijn integendeel talloos vele besprekingen in ‘onze’ pers staaltjes van het journalistieke kunnen van de een of andere half-analphabeet. Het lijkt erop, alsof men een jongmaatje van de zetterij opdracht geeft, eenige niets-zeggende en slecht gestelde frazen neer te penen.
In een nummer van ‘Patrimonium’ (27/6'35), een blad, dat bijna steeds buitengewoon oppervlakkig ‘recenseert’, vinden we b.v. de aanbevelende aankondiging van het blad ‘Moeder’. De bespreker vangt aan met de opmerking, dat ‘het bovenstaande maandschrift’, ‘met zeer veel genoegen en blijdschap’ door hem is ontvangen. Dat is natuurlijk apekool. Het in de bus vinden van het blad liet hem Siberisch. Verder betoogt hij ‘dat “Moeder” een geliefkoosde gast is geworden, want (!!) hetgeen ze brengt is voor allen genietbaar’. Het geaai en geflikflooi van een stuk papier is nog al onaesthetisch. Echter is het een doorgaande gewoonte, het foutieve woord ‘geliefkoosd’ te bezigen voor ‘geliefd’. Dat echter een tijdschrift ‘geliefd’ zou zijn is al evenzeer een fraze als de aanteekening, dat alle bijdragen van 'n tijdschrift ‘voor allen genietbaar’ zouden zijn een onwaarheid is. Vervolgens wordt de ‘recensent’ lyrisch en vraagt hij zich (?) af, ‘wat een kostelijke wenken en raadgevingen treffen we telkens (!) aan en wat een rijke stof (!) op verschillend gebied (!) wordt hier geboden’. Natuurlijk is een verhaal ‘een prachtverhaal’ en een artikel ‘een voortreffelijke schets’.
De bespreking wordt besloten met het commando, dat ‘Moeder’ in ieder gezin op tafel moet liggen en natuurlijk moet men zich ook ‘dadelijk’ op het tijdschrift abonneeren. Wanneer men zulk geschrijf recenseeren noemt, is dat kortweg misleidend. Maar er zijn nog al wat bladen, die zich aan zulk een misleiding schuldig maken. Men krijgt een boek of tijdschrift nu eenmaal niet ter bespreking om er een reeksje onbenulligheden over te laten debiteeren door iemand, die men dat alleen laat doen omdat men zijn arbeid niet behoeft te honoreeren.
De Christelijke pers recenseert vaak heel abominabel omdat men er op uit is, dit ‘op een koopje’ te doen. Maar degene wien het bespreken wordt opgedragen, toont dikwijls gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef jegens het werk, waarover hij iets zeggen moet. Over de verantwoordelijkheid jegens de lezers spreken we maar niet eens. Die is niet alleen zoek in de recensie-rubriek!